NE 1B - L, TV 4.2, PF (les 6)

Welkom
Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Deze les
  • Samen lezen (10 minuten).
  • Leesvaardigheid (20 minuten).
  • Taalverzorging (20 minuten)
  • Poëzie en fictie (30 minuten)
  • Afronden (5 minuten).

Lesdoelen
  • Je kent de structuur van een tekst en weet waar je welke informatie moet zoeken in de tekst.
  • Je kunt meervouden op -en goed spellen.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen H4: Structuur tekst
Leerdoel
  • Je kunt de structuur van de tekst herkennen: inleiding, middenstuk, slot.

Uitleg
  • Maak de startopdracht (blz 124).

  • Teksten bestaan uit drie delen: inleiding, middenstuk, slot.
  • Inleiding (vaak één alinea) > kennismaken met onderwerp (voorbeeld, anekdote, nieuwsfeit).
  • Middenstuk (vaak meer alinea's) > informatie over het onderwerp (deelonderwerpen).
  • Slot (vaak laatste alinea) > afsluiting onderwerp (samenvatting).
Let op
Toets Lezen hst 1-5

Slide 4 - Tekstslide

Lezen H4: Structuur tekst
Leerdoel
  • Je kunt de structuur van de tekst herkennen: inleiding, middenstuk, slot.

Opdracht
  • Nakijken opdracht 4 (blz 129).
  • Maken opdracht 5 (blz 131).
  • Nakijken opdracht 5.
Let op
Toets Lezen hst 1-5

Slide 5 - Tekstslide

Taalverzorging H4.1: Persoonsvorm
Leerdoel
  • Je weet wat de persoonvorm is.
  • Je kunt de persoonsvorm goed spellen in de tegenwoordige tijd.

Uitleg
  • De persoonvorm vertelt wat er wordt gedaan in de zin. De jongen kust het meisje.
  • De persoonsvorm kan ook een ander werkwoord helpen. De jongen heeft het meisje gekust.
  • Herhaling: De persoonvorm vind je door de zin vragend te make (gesloten vraag!), de tijd te veranderen (vt <> tt) of het aantal van het onderwerp te veranderen (ev < > mv).
  • De persoonvorm spel je door de ik-vorm te vinden.

Slide 6 - Tekstslide

Hh Taalverzorging 3.2: Ik-vorm in de tt
Leerdoel
  • Je kunt de ik-vorm van werkwoorden in de tegenwoordige tijd spellen.

Uitleg
  • Ik-vorm (stam) = de vorm van het werkwoord die achter ik komt.
  • Basisregel -en: denken > denk-en > denk.
  • Let op de lange klanken: slapen > slaap.
  • Nooit -v of -z aan het eind: proeven > proev-en > proef/reizen > reiz-en > reis.
  • Nooit dubbele medeklinker aan het eind: bukken > bukk-en > buk.

Slide 7 - Tekstslide

Taalverzorging H4.1: Persoonsvorm
Leerdoel
  • Je weet wat de persoonvorm is.
  • Je kunt de persoonsvorm goed spellen in de tegenwoordige tijd.

Controle lesdoel
  • Vul de juiste vorm in: Straks gebeur/gebeurt/gebeurd/gebeurdt er iets vreselijks.

Opdracht
  • Nakijken opdracht 4-9 (blz 148-149).

Slide 8 - Tekstslide

Taalverzorging H4.2: Meervoud op -en
Leerdoel
  • Je kunt meervouden op -en goed spellen.

Opdracht
  • Maak de startopdracht (blz 150).

Slide 9 - Tekstslide

Taalverzorging H4.2: Meervoud op -en
Leerdoel
  • Je kunt meervouden op -en goed spellen.

Uitleg
  • Meervoud maken door er -en achter te plaatsen. Bijvoorbeeld: vrouw  > vrouwen.

Let wel op de spellingsregels!
  • Korte klank bewaren > dubbele medeklinker. Bijvoorbeeld: zus > zussen.
  • Lange klank blijft vanzelf > één klinker weg. Bijvoorbeeld: schuur > schuren.
  • Stemloze klanken worden stemhebbende klanken > s wordt z en f wordt z. Bijvoorbeeld: muis > muizen en dief > dieven.

Slide 10 - Tekstslide

Taalverzorging H4.2: Meervoud op -en
Leerdoel
  • Je kunt meervouden op -en goed spellen.

Vraag
  • Welke twee spellingsregels worden toegepast bij neven?

Opdracht
  • Maak opdracht 1-4 (blz 151).
  • Kijk opdracht 1-4 na.
  • Maak opdracht 5-6 (blz 152).

Slide 11 - Tekstslide

Poëzie en fictie A: School
Leerdoel
  • Je weet hoe poëzie en fictie jou helpen om je in te leven in iemand anders.

Opdracht
  • Lees en werk mee vanaf blz 238.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Programma
  • Afronden (5 minuten)

Controle
  • In welke alinea zoek je eerst om het onderwerp van een tekst te vinden?
  • Maak meervouden: baard - brug - stoep - gang
 
Huiswerk
  • ...

Slide 13 - Tekstslide