4.4 5.5 relative pronoun + 4.4 prefixes

lessen 4.4 
vocab extra
2x gram (herhaling)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lessen 4.4 
vocab extra
2x gram (herhaling)

Slide 1 - Tekstslide

Word skills: prefixes

Slide 2 - Tekstslide

Prefixes (voorvoegsels)
de, dis, un
opposite, reverse
detach, discontinue, undress
inter
between, among
interpersonal
mis
bad(ly), wrong(ly)
misinformed
over
too much
overestimate
pre
before
pre-screening
re
again
replay

Slide 3 - Tekstslide

relative pronoun
betrekkelijk vnw

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

test
Fill in the correct relative pronoun. When you see two writing lines in one sentence, you have to add an extra word (e.g. with, for, in, about).

Slide 10 - Tekstslide

Genitive 
Bezit: 's  / '  / of  

Bij personen, namen, tijd en plaats: 's  / '

Bij zaken, hoeveelheden en aardrijkskundige namen: of 



Slide 11 - Tekstslide

Genitive 
Bij personen en namen: 's  / ' 

enkelvoud:
John's car.
My father's phone. 
James's book. 

Meervoud:
My parents' bikes
The boys' parents. 



Slide 12 - Tekstslide

Genitive 
Bij tijd: 's  / ' 

an hour's walk from here
a three hours' drive



Slide 13 - Tekstslide

Genitive 
Bij plaats: 's  / ' (je noemt de naam van het gebouw niet)

I left that book at my friend's (house). 
I bought this cake at the baker's (shop). 



Slide 14 - Tekstslide

Genitive 
Bij zaken, hoeveelheden en aardrijkskundige namen: of 

the cover of the book
the leg of the table
a cup of coffee
three litres of milk 
the city of New York



Slide 15 - Tekstslide


This is my uncle, _____lives in Canada.

Slide 16 - Open vraag

een glas melk

Slide 17 - Open vraag

de fiets van mijn vriend

Slide 18 - Open vraag

We’re going to the church __________I met Taffy.

Slide 19 - Open vraag

Is that the girl ___________brother is famous?

Slide 20 - Open vraag

het raam van de kamer

Slide 21 - Open vraag

de auto van Mr Smith

Slide 22 - Open vraag

een wandeling van tien minuten

Slide 23 - Open vraag

The man _______ ________ this sculpture was made, died in 1999.

Slide 24 - Open vraag

The bike _________was stolen last night, was mine.

Slide 25 - Open vraag

The criminals, two of ________ managed to escape , broke into a bank downtown

Slide 26 - Open vraag