m2 elektriciteit

Elektriciteit
Welkom
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  1. Huiswerk voor na de vakantie
  2. Quiz over vorige les (10 min)
  3. Stroomkringen, -bronnen en stroom (10 min)
  4. Aantekening (5 min)
  5. pauze (15 min)
  6.  Quiz over deze les
  7. Wachten tot einde les en dan vakantie.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Schrijf in je agenda:
paragraaf 4.1 opdracht 1 t/m 4
paragraaf 4.2 opdracht 1 t/m 4

Lees ondertussen paragraaf 4.2 door

Slide 3 - Tekstslide

Geleiders en isolatoren:
Stoffen die elektrische stroom wel geleiden noemen we geleiders

Stoffen die elektrische stroom niet geleiden noemen we isolatoren

Slide 4 - Tekstslide

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 5 - Quizvraag

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 6 - Quizvraag

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 7 - Quizvraag

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 8 - Quizvraag

Stroomkringen
Gesloten stroomkring
Open  stroomkring

Slide 9 - Tekstslide

stroombron
Elektriciteit komt van een stroombron af. 

Dit kan zijn van een stopcontact of bijvoorbeeld van een batterij. 

Slide 10 - Tekstslide

spanning = U
De spanning is de "druk" die op de stroom wordt gezet. Dus de hoeveelheid spanning.

Grootheid : spanning (U)
eenheid: Volt (V)

Slide 11 - Tekstslide

stroomsterkte = I
Stroom zegt iets over hoeveel lading per seconde voorbij loopt. 
Stroom loopt van plus naar min binnen een gesloten stroomkring.

grootheid: stroomsterkte (I)
eenheid: ampère (A)

Slide 12 - Tekstslide

Spanning = U


De spanning is de "druk" die op de stroom wordt gezet. Dus de hoeveelheid spanning.

Grootheid : spanning (U)
eenheid: Volt (V)
Stroomsterkte = I

Stroomsterkte zegt iets over hoeveel lading per seconde voorbij loopt.
Stroom loopt van plus naar min binnen een gesloten stroomkring.
grootheid: stroomsterkte (I)
eenheid: ampère (A)

Slide 13 - Tekstslide

Batterij in serie
Als je batterijen in serie schakelt (achter elkaar)
moet je de spanning bij elkaar optellen. 

Deze batterijen hebben allebei een spanning van 1,5 volt

dus de totale spanning is
1,5+1,5 = 3 volt

Slide 14 - Tekstslide

platte batterij
3x 1,5 V batterijen in serie
totale spanning:
? V

Slide 15 - Tekstslide

Het symbool voor spanning is
A
I
B
U
C
V
D
A

Slide 16 - Quizvraag

De eenheid van spanning is
A
I
B
U
C
V
D
A

Slide 17 - Quizvraag

Het symbool voor stroom is
A
I
B
U
C
V
D
A

Slide 18 - Quizvraag

De eenheid van stroom is
A
I
B
U
C
V
D
A

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de spanning als je 2 batterijen van 9V in serie schakelt?
A
4,5
B
9
C
18
D
99

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel 1,5V batterijen heb ik nodig om mijn telefoon (12 V) op te laden?
A
2
B
4
C
8
D
kan niet

Slide 21 - Quizvraag

2 A = ....... mA
20 mV = ....... V
A
2000 A en 0.20 V
B
2 A en 20 V
C
2000 A en 0.02 V
D
200 A en 0.02 V

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

omrekenen

Slide 24 - Tekstslide

Elektriciteit
Welkom

Slide 25 - Tekstslide

Lesplanning
  1. Huiswerkcontrole
  2. herhaling over vorige les (10 min)
  3. Tekeningen van stroomkringen (10 min)
  4. Aantekening (10 min)
  5. pauze (10 min)
  6. Meer oefenen met tekeningen
  7. Hw maken.

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
paragraaf 4.1 opdracht 1 t/m 4
paragraaf 4.2 opdracht 1 t/m 4

Lees ondertussen paragraaf 4.3 door
nieuw hw: 1 t/m 3

Slide 27 - Tekstslide

Schakeling tekenen
1
2

Slide 28 - Tekstslide

Schakeling tekenen
1
2

Slide 29 - Tekstslide

Maak hier een schematische tekening van.

Slide 30 - Tekstslide

Serieschakeling

Slide 31 - Tekstslide

Parallelschakeling

Slide 32 - Tekstslide

Teken de volgende dingen:
1. Een stroomkring met een batterij en 1 lampje.
2. Een stroomkring met 1 lampje en een schakelaar.
3. een stroomkring met 2 lampjes parallel geschakeld.
4. Teken een stroomkring twee parallelle lampjes, waarbij je met een schakelaar één lampje uit kan zetten.

Slide 33 - Tekstslide

Gewenst gedrag leerlingen
  • Rustig en respectvol met elkaar omgaan.
  • Spullen op orde hebben en op tafel. (boeken, huiswerk, pennen)
  • Stoppen met praten als de docent begint te praten.
  • Stil zijn wanneer de docent praat.
  • Zachtjes samenwerken wanneer hier ruimte voor gegeven wordt.
  • Actief mee doen met de les.
Gewenst gedrag docent
  • Respectvol, consequent en rustig met elkaar omgaan.
  • Lessen goed voorbereiden en spullen bij hebben.
  • Aangeven welk gedrag verwacht wordt van de leerlingen.
  • Corrigeren wanneer leerlingen zich niet aan afspraken houden.
  • Duidelijk spreken.
  • De les interessant maken.

Slide 34 - Tekstslide

Toets bespreken
Alles van tafel
We gaan de opdrachten allemaal kort langs.
Vragen en opmerkingen aan het einde.
Na het bespreken wil ik alle toetsen terug hebben.

Slide 35 - Tekstslide

Rest van de les
Lessonup: Herhalen van de theorie
Korte wisseling waarin gepraat mag worden (5 - 10 minuutjes)
Aan het werk met het oefenstencil (10 - 15 min)

Slide 36 - Tekstslide

Wat is een isolator
A
Water
B
IJzeren fiets
C
Stroomkabels
D
Rubberen laarzen

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een geleider?
A
Hout
B
Beton
C
IJzeren tafelpoot
D
Plastic

Slide 38 - Quizvraag

Het symbool voor spanning is
A
I
B
U
C
V
D
A

Slide 39 - Quizvraag

Het symbool voor stroomsterkte is
A
I
B
U
C
V
D
A

Slide 40 - Quizvraag

Welk antwoord klopt niet?
A
U = 15 V
B
I = 10 A
C
I = 5 V
D
U = 5 V

Slide 41 - Quizvraag

In een serieschakeling geldt
A
De stroomsterkte (I) is overal gelijk.
B
De spanning (U) is overal gelijk.

Slide 42 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte bij lampje 2?
A
3 A
B
4 A
C
5 A
D
9 A

Slide 43 - Quizvraag

Wat is de spanning bij lampje 2?
A
3 V
B
4 V
C
5 V
D
9 V

Slide 44 - Quizvraag

In een parallelschakeling geldt
A
De stroomsterkte (I) is overal gelijk.
B
De spanning (U) is overal gelijk.

Slide 45 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte bij lampje 2?
A
1 A
B
2 A
C
3 A
D
6 A

Slide 46 - Quizvraag

Wat is de spanning bij lampje 2?
A
3 V
B
4 V
C
5 V
D
9 V

Slide 47 - Quizvraag

Werken
Wat:          Werken aan het stencil.
Waarom: Voorbereiden op de toets
Hulp:     Gebruik je boek H4 of vraag degene naast je of vraag mij
Tijd:        van ............. tot ...........
Uitkomst: Stencil af & je begrijpt serie- en parallelschakelijking.
Klaar: Nakijken, antwoorden staan in teams.

Slide 48 - Tekstslide

Toetsweek
Hoofdstuk 4 paragraaf 1 t/m 3.
  • Bekijk het Boek nog een keer goed!
  • Ken het verschil tussen stroomsterkte en spanning!
  • Ken de tekens voor het tekenen van stroomkringen! (H4.3)
  • Ken het verschil tussen parallelschakelingen en serieschakelingen en kan hiermee werken!
  • Grafiek tekenen doe je met potlood!

Slide 49 - Tekstslide