Toets 1 Diversiteit

Wat is een goed ander woord voor "diversiteit"?
A
Anders
B
Verschillend
C
Veranderen
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
sociaal werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Wat is een goed ander woord voor "diversiteit"?
A
Anders
B
Verschillend
C
Veranderen

Slide 1 - Quizvraag

In het woord diversiteit zit het woord 'divers'. divers betekent verschillend. 
het woord "diversiteit "wordt gebruikt om...... te beschrijven
A
overeenkomsten tussen verschillende culturen
B
verschillen tussen mensen binnen een cultuur
C
verschillen tussen mensen uit andere culturen
D
normen en waarden binnen een cultuur

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent culturele diversiteit?
A
communicatie bij mensen die verschillen
B
Veel geloven bij elkaar in de regio
C
Een verscheidenheid aan culturen
D
Mate van verschil binnen culturen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verzuiling?
A
De scheiding tussen katholieken en protestanten
B
Een in groepen verdeelde samenleving
C
Een strijd om kiesrecht
D
Onderdeel van industrialisatie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een multiculturele samenleving is...
A
mensen leven samen met verschillende culturele achtergrond en houden rekening met elkaar
B
mensen leven samen met verschillende culturen en hoeven geen rekening met elkaar te houden
C
mensen van een cultuur die in een land wonen
D
mensen die verplicht worden om samen te leven onder één cultuur.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een pluriforme samenleving?
A
Er zijn veel verschillende groepen en stromingen in een land
B
Er zijn vooral veel verschillende geloven in een land
C
Er is weinig diversiteit in een land
D
Veel mensen in een land hebben een andere geschiedenis.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontzuiling betekent:
A
Steeds meer eigen keuzes maken, minder gedragen als deel van een groep.
B
De invloed van de kerk en het geloof wordt minder.
C
Mensen laten hun eigen zuil los. Stemmen bijv. op andere partijen.
D
De samenleving is verdeeld in groepen, waarbinnen mensen leven.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stereotypering?
A
Discriminatie
B
Een vooroordeel over een groep mensen
C
Een vorm van racisme
D
Stigmatisering en discrimineren (groep)

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van een stereotypering ?
A
Surinamers zijn lui
B
Blondjes zijn dom
C
Die boer met dat twentesjaaltje
D
Marokkanen zijn criminelen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vooroordeel?
A
Een mening hebben over iemand.
B
Een mening hebben die je niet durft te zeggen.
C
Een mening over iemand hebben zonder de feiten te kennen.
D
Iemand pesten die nieuw is.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij komt uit een ander land, dus hij begrijpt ons niet. ​
A
Vooroordeel
B
Oordeel
C
Stereotypering
D
Generaliseren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste rechten en plichten staat omschreven in
A
de Grondwet
B
de Verkeerswet
C
de Rechtsregels
D
het Wetboek van strafrecht

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rechten en plichten van de Nederlandse burger, wat bedoelen we hiermee?
A
Rechten en plichten zijn hetzelfde
B
Rechten zijn dingen die je moet, plichten dingen die je mag
C
Rechten hebben we niet in Nederland, plichten wel
D
Rechten zijn dingen die je mag en plichten zijn dingen die je moet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Recht of plicht?

Getuigen voor de rechtbank
A
Recht
B
Plicht

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat mag de overheid niet doen zonder toestemming van de rechter ?
A
demonstraties verbieden
B
identificatie vragen
C
geweld gebruiken
D
afluisteren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk van de rechtsstaat komt in gevaar als er sprake is van ‘etnisch profileren’ door de politie?

A
machtenscheiding
B
rechtsgelijkheid
C
rechtszekerheid
D
veiligheid

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee is ‘etnisch profileren’ in strijd?
A
met artikel 1 van de Grondwet
B
met de machtenscheiding
C
met de vrijheid van godsdienst
D
met het recht op privacy

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is discriminatie?
A
Verschil maken tussen mensen
B
Verschil maken tussen mensen op basis van niet-relevante kenmerken
C
Verschil maken tussen mensen op basis van relevante kenmerken
D
Verschil maken tussen mensen in verschillende situaties

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een multiculturele samenleving is......
A
een land waarin alle culturen even belangrijk zijn
B
een land waarin men tot 1 cultuur moet gaan behoren
C
een land waar mensen van verschillende culturen samenleven
D
een land waar veel mensen naartoe vluchten

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussen Nedelanders bestaan ook cultuurverschillen.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Assimilatie is ...........
aan de nieuwe cultuur in het land waar jij bent gaan wonen.
A
volledige aanpassing
B
geen aanpassing
C
gedeeltelijke aanpassing
D

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Segregatie is .........
aan de nieuwe cultuur in het land waar jij bent gaan wonen.
A
volledige aanpassing
B
geen aanpassing
C
gedeeltelijke aanpassing
D
geen van deze drie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent islamofobie?
A
Angst voor fundamentalisten
B
Angst voor IS
C
Angst voor de islam en moslims
D
Angst voor vrouwen die burka's dragen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cultuurverschillen ontstaan altijd door verschillen in levensbeschouwing
A
Juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De piramide van Maslov is in de G cultuur een
belangrijk model.
Wat is het belangrijkste in de g cultuur en staat boven in de piramide.
A
zelfontplooiing
B
lichamelijke behoeften
C
behoefte aan veiligheid
D
behoefte aan sociaal contact

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er bestaan veel regels over de omgang en communicatie tussen mensen. Voor elke situatie is er een regel die je als individu moet volgen. Er is weinig keuze voor het individu.

A
F Cultuur
B
G cultuur

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regels en gewoontes binnen het gezin.

Het individu bepaalt per situatie hoe hiermee om te gaan en heeft veel keuzevrijheid.

A
F-cultuur
B
M-cultuur
C
G-cultuur

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is Nederland een masculien of een feminien land?
A
Masculien
B
Feminien

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies