Bijeenkomst 5 werkvormen

Bijeenkomst 5
Marloes Nijman
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 5
Marloes Nijman

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
Voorbereiding op de toets

Werkvormen historisch redeneren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding voor toets
Kennen (naam+inhoud+volgorde) en combineren:
  • Canonvensters
  • Tijdvakken en icoontjes
  • Kenmerkende aspecten 
  • Kantelpunten
  • Staatsinrichting
  • Didactiek historisch redeneren, beeldvormersschema etc.
90 minuten
open en gesloten vragen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de volgende canonvensters in chronologische volgorde
  1. De Patriotten
  2. Johan van Oldenbarnevelt
  3. Willibrord
  4. Watersnood

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de volgende kenmerkende aspecten in chronologische volgorde
  1. De Opstand in de Nederlanden en het ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat.
  2. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  3. Discussies over de 'sociale kwestie'
  4. Opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van agrarisch-urbane samenleving

Slide 7 - Tekstslide

4 ( steden en staten)
1 (ontdekkers en hervormers)
2 (pruiken en revoluties)
3 (burgers en stoommachines)
Historisch redeneren

Historisch redeneren is één van de drie concepten van het vak
geschiedenis op de basisschool. Historisch redeneren is onder te verdelen
in verschillende deelvaardigheden.
Welke deelvaardigheid wordt in de volgende opdracht geoefend?



Opdracht
Individueel: waar denk je aan bij het begrip ‘CONSTITUTIONELE MONARCHIE’? Noteer dit in woorden of korte zinnen in je eigen vakje.
Individueel: draai de mindmap een kwartslag om zodat je het vakje van je buurman/buurvrouw kan lezen en verder kan aanvullen. Noteer je aanvullingen in het vakje. Doe dit ook bij de andere vakjes door telkens de mindmap een kwartslag om te draaien.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij elk tijdvak hoort een icoontje dat bestaat
uit een wit symbool op een achtergrond in kleur.
Kijk goed naar het icoontje hiernaast.
Naar welk deel van de tijdvaknaam verwijst
het witte symbool van het icoontje?
A
reizigers
B
ontdekkers
C
hervormers
D
regenten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak een tijdlijn met de 10 tijdvakken op schaal

Plaats de canonvensters in deze tijdvakken
Plaats de kantelpunten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De geschiedenisles
Wat weten we al?
Lesdoel op leerkrachtniveau
Motiverende opening (hoofdbeeldvormer + prikkelende vraag)
Lesdoel op leerlingniveau
Inzetten van beeldvormers

En... werkvorm historisch redeneren! (vandaag)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene didactiek en vakdidactiek
didactiek = de kunst van het onderwijzen; geeft handvatten voor het motiveren van kinderen en het goed opbouwen van lessen.



algemene didactiek = toepasbaar op ieder vak en helpt een leerkracht om a.d.h.v. meer algemene leer-, werk-, en instructievormen (bijv. inzetten van wisbordjes) onderwijs te geven.


vakdidactiek = helpt kinderen om zich de unieke elementen van wetenschapsdisciplines die verwerkt zijn in de schoolvakken eigen te maken / vertaling van wetenschappelijke kennis en opvattingen uit een specifiek vakgebied naar het onderwijs


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Coöperatieve werkvorm



Historisch redeneren werkvorm

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut coöperatieve werkvormen
Coöperatief leren is een waardevolle werkwijze omdat:
- het leerlingen uitdaagt tot actief en constructief leren
- het interactie tussen leerlingen stimuleert
- verschillen tussen leerlingen worden benut als kánsen om van elkaar te leren
- het een bijdrage levert aan het realiseren van een goed pedagogisch klimaat
- leerlingen communicatie en sociale vaardigheden oefenen
- kinderen rekening (leren) houden met elkaar

Bron: Coöperatief leren in het basisonderwijs
(Mariët Förrer, Brenda Kenter, Simon Veenman)


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een werkvorm coöperatief?

G
elijkwaardige Deelname: voor de kinderen is duidelijk wanneer en op welke wijze zij een bijdrage moeten leveren.
Individuele Aansprakelijkheid: alle kinderen moeten een openlijk individuele prestatie leveren binnen de samenwerking.
Positieve Wederzijdse Afhankelijkheid: kinderen hebben elkaar nodig om tot een goed resultaat te komen.
Simultane Interactie: alle kinderen zijn zoveel mogelijk gelijktijdig actief.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek iemand die...
variant op wandel-wissel uit

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de valse...
via denken-delen-uitwisselen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de valse...
A
Grote Oorlog
B
vrouwenemancipatie
C
Sarajevo
D
Blitzkrieg

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de valse...


A
gifgas
B
tanks
C
kogels
D
prikkeldraad

Slide 19 - Quizvraag

Voor het eerst gebruikt in WOI
Zoek de valse...
A
propaganda
B
persoonsverheerlijking
C
Führerprincipe
D
werkverschaffings-project

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de valse...
A
Anton Mussert
B
Anton de Kom
C
verraad
D
collaboratie

Slide 21 - Quizvraag

Anton de Kom: antikoloniale schrijver - schrijver over slavernij en activist voor gelijke rechten
Een paar meerkeuze vragen...

Waar vluchtte de Duitse Keizer naar toe toen bleek dat Duitsland WO1 niet meer kon winnen?
A
Nederland
B
België
C
Frankrijk
D
Groot-Brittanië

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

D-Day staat voor...
A
Defensive Day
B
Devil's Day
C
Decision Day
D
Democratic Day

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de reden voor de aanval op Pearl Harbor?
A
Machtsvertoon
B
Uitschakelen van Amerikaanse vloot
C
Teken van bondgenootschap
D
Grondgebied vergroten

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Placemat
Gisteren waren de verkiezingen
voor de Provinciale Staten.

Wat weet jij over de 
geschiedenis van het 
stemrecht?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historisch redeneren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Coöperatieve werkvorm



Historisch redeneren werkvorm

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historisch redeneren
Redeneren over continuïteit en verandering, oorzaken en gevolgen, overeenkomsten en verschillen, waarbij aandacht is voor:



  • stellen van historische vragen;
  • onderzoeken van historische bronnen;
  • contextualiseren (tijd- en standplaatsgebondenheid);
  • beweringen ondersteunen met argumenten;
  • gebruik maken van historische begrippen (bijv. farao, feodalisme, Verlichting);
  • gebruik maken van meta-historische begrippen (bijv. oorzaak, gevolg, verandering, aanleiding, continuïteit, tijd- en standplaatsgebondenheoid, etc.).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De influencers van toen
Wat is de rol van influencers toen en nu?

Jongerencultuur

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cuba Crisis verbeelden
Een heel spannend moment tijdens de Koude Oorlog: de Cuba crisis (1962). Open de envelop waar ‘Cuba crisis’ en lees de teksten en bekijk de afbeeldingen.

1. Beeld met je groepje de Cuba crisis uit. Zet je verbeeldingstalent in!
2. Verwerk in de foto de volgende begrippen: rode telefoon, USSR en VS, raketinstallaties.
3. Stuur de foto naar de LessonUp op het digibord.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultaten: Cuba Crisis verbeelden

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen in... De Koude Oorlog
Hoewel het nooit tot een direct gevecht uit is gelopen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie op eigen grondgebied, gebeurde er veel ten tijden van de Koude Oorlog tussen deze landen.

Teken (en schrijf zo nodig erbij) waar de spanningen lagen tussen deze landen.
- Benoem belangrijke gebeurtenissen.
- Welke personen speelden een belangrijke rol?
- Welke bouwsels en voorwerpen zijn kenmerkend voor deze tijd
en waarom?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een interview met... Soekarno
Vanaf de VOC-tijd was Indonesië een kolonie van Nederland. Daar kwam in het tijdvak ‘televisie en computer’ verandering in.
 

1. Bedenk eerst in een tweetal wat je al weet over kolonies.
2. Kies drie Europese mogendheden en onderzoek welke kolonies
die landen hadden.
3. Wat weet je al van Nederland en de kolonie Indonesië?
Bedenk en beargumenteer het standpunt van de Nederlanders en van de Indonesiërs.
4. Ken je Soekarno al? Zo niet, zoek dan eerst informatie over hem op.
5. Bedenk acht vragen die je hem zou willen stellen in een interview.
Tijd over? Wissel je blaadje met een andere student en probeer de vragen te beantwoorden.






Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische kinderboeken
Er bestaan veel historische boeken voor leerlingen op de basisschool.

Bekijk per boek:
1. Over welk onderwerp in de geschiedenis gaat het boek?
2. Welk tijdvak kan je eraan verbinden en waarom?
(historische context)
3. Welke historische begrippen (minimaal 5) kan je
hieraan verbinden?
4. Hoe kan je dit onderwerp koppelen met het heden?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut historisch redeneren

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
van het vak

Klaar voor de toets?
Leerpaden op Its

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies