2hv poëzieproject

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerken poëzie? 
Poëzie is een taalspel en draait (vaak) om emotie.

Een gedicht kan verschillende betekenissen hebben.
Die betekenissen zie je vaak pas na een paar keer lezen. Of na elke keer lezen zie je weer een andere betekenis.

Dat komt door de manier van schrijven: veel wit, korte zinnetjes (zgn. verzen), woorden met verschillende betekenissen, beeldspraak, illustraties. 

Slide 2 - Tekstslide

Nut van poëzie
Herman de Coninck: ‘Poëzie dient […] nergens toe en dat is op zich al een verdienste.’

- Geen goed of fout, gaat niet om kennisoverdracht maar om een ander soort intelligentie: expressie, gevoel, verruiming van je blik, verbeeldingskracht.

Slide 3 - Tekstslide

Visuele poëzie 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Stiftgedicht

Slide 6 - Tekstslide

Stapelgedicht

Slide 7 - Tekstslide

Whatsapp-gedicht 

Slide 8 - Tekstslide

Instapoëzie

Slide 9 - Tekstslide

Visuele poëzie
Poëzie voor je ogen 
- lay-out
- bijzonder lettertype 
of -grootte




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Soorten rijm
Eindrijm– klankovereenkomst aan het eind van de regel

Mannelijk: huis – muis; gaat – staat                                                              (1 lettergreep)
Vrouwelijk : boeken - doeken; varen - waren                                            (2 lettergrepen)
Onzijdig of glijdend:  schateren - klateren; hinderen - kinderen     (3 lettergrepen)

Rijmschema's:
Gepaard rijm: AABB
Gekruist rijm: ABAB
Omarmend rijm: ABBA
Gebroken rijm: ABCB





Slide 12 - Tekstslide

Gekruist rijm (abab)
Laatst vroeg ik aan een hommel:
‘Waar gaat gij heen met spoed?'
Ze zei: ‘Ik ga naar Zaltbommel,'
ik dacht: wat rijmt dat goed.

toen riep een tweede hommel:
En ik moet naar het Gooi!'
Ik dacht: wel-voor-de-drommel
ook dát rijmt wederom mooi.

Slide 13 - Tekstslide

Gepaard rijm (aabb)
Sinterklaas kapoentje
Gooi wat in mijn schoentje
Gooi wat in mijn laarsje
Dank u Sinterklaasje

Slide 14 - Tekstslide

Omarmend rijm (abba)
Natuur is voor tevredenen of legen. 
En dan: wat is natuur nog in dit land? 
Een stukje bos, ter grootte van een krant, 
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, 
De’ in kaden vastgeklonken waterkant, 
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand 
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 
Maak een gedicht:
  1.  Bedenk een onderwerp waarover jouw gedicht moet gaan;
  2. Maak een woordweb met woorden die met jouw onderwerp te maken hebben;
  3. Kies een woord uit je woordweb en maak hiermee een zin;
  4. Kies vervolgens één van de rijmschema's en laat de daarop volgende zin wel of niet rijmen. 
  5. Maak een gedicht van minimaal 8 strofen. 

Slide 16 - Tekstslide