In hoeverre verandert het wezen van de mens door de onze omgang met techniek? - 7.2

In hoeverre verandert het wezen van de mens door de onze omgang met techniek?
7.2 Symbolen als dingen om mee te denken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

In hoeverre verandert het wezen van de mens door de onze omgang met techniek?
7.2 Symbolen als dingen om mee te denken

Slide 1 - Tekstslide

Andy Clark
(1957)
Cyborg als beeldspraak geleend van Haraway

Verlengde van Plessner: wij worden geboren als cyborg, als een mens-technologie hybride.

Wij mensen maken gebruik van allerlei technieken die we makkelijk incorporeren; deel l maken van onze lichamelijke ervaring en ons denkvermogen.

Slide 2 - Tekstslide

Natural-Born Cyborgs
Wezens die van nature verstrengeld zijn met objecten uit de omgeving.

Wezens die zichzelf voortdurend veranderen in interactie met hun omgeving, waarbij die omgeving deel wordt van hun activiteiten en zelf van zichzelf.


(Clark schreef samen met Chalmers hfdst. 6.3)

Slide 3 - Tekstslide

Neuraal opportunisme
Ons brein kan dingen uit de omgeving inzetten om ons denkvermogen te ontlasten.

Computermetafoor: ons brein als een probleemoplossende informatieverwerker

Neuraal opportunisme; als ons brein een taak kan uitbesteden, dan doen ze dat ook.
(Pen en papier!)

Slide 4 - Tekstslide

Extended Mind Thesis
De wereld kan fungeren als 'extern geheugen'.

Extended Mind Thesis:
Grenzen van geheugen wordt niet bepaald door ons lichaam: informatie die we extern opslaan is net zozeer onderdeel van het geheugen als wat intern wordt bijgehouden.

Waar het 'ligt', is niet belangrijk. Snelle toegang ertoe wel.

Slide 5 - Tekstslide

Symbolen als dingen om mee te denken
Dankzij aanwenden van de omgeving breiden we onze mogelijkheden uit: we verkrijgen vaardigheden die we voorheen niet hadden.

Taal als een mindware upgrade.

Wat de cognitie uitbreidt, kan ook een deel worden van onszelf.

(Stok van een blind persoon)

Slide 6 - Tekstslide

Andy Clark over ons hybride brein
Experiment 1: de verlengde neus

Experiment 2: pijn in het... bureaublad?


Ons brein is van nature in staat om voorwerpen uit de omgeving in te lijven dat we ze ervaren als deel van onszelf!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Volgend niveau 
mens-technologie-hybride
Technologie die zelf leert om aan ons aan te passen; dynamische apparaten

Door verdelen van informatieverwerking over mens en techniek kan techniek een onderdeel van de achtergrond van ons handelen worden.
(mits simpel en natuurlijk!)

Interface; een schakel tussen twee systemen.
(bijv. toetsenbord)

Slide 9 - Tekstslide

Als je als gebruiker snel in de gaten hebt hoe het intelligent computersysteem op jou reageert, hoef je je aandacht niet speciaal op de interactie te richten. Je ervaart je omgeving niet zozeer als extern aan jezelf of als instrument, maar vormt samen met deze omgeving een cyborg.

(blz. 167)

Slide 10 - Tekstslide

Andy Clark over dynamische apparaten
Dynamische apparaten; informatieapparaten die, terwijl ze gebruikt worden, actief trachten te leren over de gebruiker om er zich beter op af te stemmen.


Dit zien we gebeuren in onze eigen neurale structuren, en pseudoneurale technologieën moeten hetzelfde resultaat nastreven.

blz. 167


Slide 11 - Tekstslide

Het biologisch brein streeft er voortdurend naar te stroomlijnen, te combineren, te compileren en te automatiseren, en het doet dit door aandacht te schenken aan herhaalde patronen van activiteit en gebruik.

Dynamische apparaten zouden, waar nodig, precies hetzelfde doen. 

blz. 168

Slide 12 - Tekstslide

Conclusies
Het gevoel van 'behoren tot het zelf' vloeit voort uit correlaties tussen stimuli en feedback. Dit kan in zeer korte tijdspanne.

Is er meer nodig om objecten als een blijvend deel van het 'zelf' te ervaren?

Wat kunnen we hiervan meenemen bij ontwerp van protheses? Protheses die niet alleen de functie van een ledemaat overnemen, maar ook het gevoel?

Slide 13 - Tekstslide

Eindterm 13
De kandidaten kunnen de opvattingen van Clark, Kockelkoren, Verbeek en De Mul over de vraag of het wezen van de mens verandert door de omgang met techniek en wetenschap uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren.

Daarbij kunnen zij de volgende standpunten betrekken:
• dat mensen van nature al technologische wezens zijn (Clark);
• dat omgang met techniek de zintuiglijke ervaring verandert (Kockelkoren);

Geen onderdeel van Tw2:
• dat omgang met techniek het moreel oordeelsvermogen verandert (Verbeek);
• dat hedendaagse techniek de menselijke identiteit verandert (De Mul).

Slide 14 - Tekstslide

Eindterm 14
De kandidaten kunnen uitleggen en evalueren dat volgens Clark mensen van nature technologische wezens zijn.
Daarbij kunnen zij betrekken:
• een uitleg van Clarks ontkenning van een wezenlijke verandering van de mens door wetenschap en techniek met zijn opvatting dat mensen natural born cyborgs zijn;
• de begrippen ‘interface’, ‘cyborg’ en ‘dynamische apparaten’;
• een uitleg van Clarks argument dat het brein van nature goed is in het gebruiken van de omgeving;
• een uitleg met tekstfragmenten 7 en 8 van Clarks argument dat nieuwe technieken makkelijk zijn te incorporeren.

Slide 15 - Tekstslide