20230511 - Natuur - Hoofdstuk 5, Les 3: De kracht van lucht en olie

Hoofdstuk 5 - Les 3
De kracht van lucht en olie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 - Les 3
De kracht van lucht en olie

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:30
Krachten

Slide 2 - Woordweb

Dit ga je leren
  • op welke manier lucht en vloeistoffen veel kracht kunnen hebben.
  • dat pneumatische kracht gebruikmaakt van samengeperste lucht.
  • wat de toepassingen zijn van samengeperste lucht.
  • dat hydraulische kracht gebruikmaakt van vloeistoffen.
  • wat de toepassingen zijn van samengeperste vloeistof.
  • woorden en begrippen over de kracht van lucht en olie




Slide 3 - Tekstslide

De kracht van lucht
Pomp je je fietsband op, dan merk je dat hij keihard wordt. Met de pomp pers je lucht in de band. Die lucht noem je perslucht. Draai je het ventiel open, dan komt de lucht naar buiten. Hou je een hand boven het ventiel, dan voel je de ontsnappende lucht.
Samengeperste lucht kan grote kracht uitoefenen. Met die kracht kun je veel doen. Met een spuitbus waarin perslucht zit, blaas je stof uit toetsenborden en printers. Ook voor spuitbussen met deodorant wordt soms perslucht gebruikt. De perslucht duwt de deodorant naar buiten. Een hogedrukspuit gebruik je om een schutting of tuintegels schoon te maken. Er zit een apparaat in dat lucht samenperst. Dat heet een compressor. Het is een soort fietspomp, maar dan veel sterker. Door de kracht van samengeperste lucht spuit het water met grote kracht uit de hogedrukspuit.
De perslucht voor de banden komt uit de compressor.

Slide 4 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
Kies er 1.
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Een compressor duwt lucht in elkaar.
B
Je moet je banden altijd met een compressor oppompen.
C
Met een compressor kun je tuintegels schoonmaken.
D
Met perslucht kun je je banden oppompen.

Slide 5 - Quizvraag

Op de camping worden soms compressors gebruikt.
Waarvoor zouden kampeerders een compressor gebruiken?
A
Het koken van water.
B
Het afbreken van een tent.
C
Het opblazen van een luchtbed.
D
Het opzetten van een vouwstoel.

Slide 6 - Quizvraag

Wat blaas je op met een handpomp en wat blaas je op met een compressor?
Typ de woorden achter het juiste woord.
Kies uit: fietsband, spuitbus, ballon, autoband

Slide 7 - Open vraag

Ploffen en zuchten
Als een straat wordt vernieuwd, komt eerst iemand het oude asfalt kapotmaken met een drilboor. Deze lawaaiige machine werkt met perslucht. Een compressor perst lucht door een dikke slang naar de drilboor. De drilboor beweegt op en neer en hamert een scherpe punt in het asfalt. Daardoor gaat het asfalt kapot. De kracht die lucht uitoefent, noem je pneumatische kracht. Je herkent apparaten die hiermee werken aan een ploffend, zuchtend geluid. Een apparaat dat gebruikmaakt van een kracht noem je een toepassing. Liftdeuren zijn een toepassing van pneumatische kracht. Door die kracht gaan ze open en dicht.
Bij een drilboor wordt lucht door een dikke slang geperst.

Slide 8 - Tekstslide

Pneumatische kracht is de kracht van...
A
Water
B
Wind
C
Lucht
D
Elektriciteit

Slide 9 - Quizvraag

Een apparaat dat gebruik maakt van een kracht heet een...
A
Toepassing
B
Krachtgebruiker

Slide 10 - Quizvraag

Waar of niet waar
Met de kracht die lucht uitoefent kun je...
  • verf spuiten
  • eten koken
  • ballonnen opblazen
  • asfalt kapot maken

Slide 11 - Tekstslide

Pneumatische kracht wordt toegepast bij deuren die automatisch openen en sluiten. Bedenk een voorbeeld.

Slide 12 - Open vraag

De kracht van olie
Heb je een fietspompje? Blaas dan maar eens in de opening aan de onderkant. Als je heel hard blaast, zie je dat de stang met het handvat omhoog komt. Een fietspomp is niet meer dan een cilinder waar een ronde schijf in zit. Die schijf noem je een zuiger. Aan de zuiger zit de stang met het handvat vast. Blaas je in de opening van de pomp, dan duw je lucht tegen de zuiger aan. Door de druk van jouw adem gaan de zuiger en de stang omhoog. Graafmachines hebben ook cilinders, zuigers en stangen. Die werken net zoals een fietspomp. Alleen wordt er geen lucht maar olie in de cilinder geperst. De olie duwt de zuiger omhoog. Daardoor beweegt de grijper. Olie kan nog veel meer kracht uitoefenen dan lucht. De kracht die olie uitoefent, noem je hydraulische kracht. Deze kracht wordt gebruikt door machines die zwaar werk doen.
De grijper beweegt door hydraulische kracht. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Vul de goede woorden in:
Hydraulische kracht is de kracht die ______ uitoefent.
Met olie kun je machines laten _______.
Hydraulische apparaten gebruiken cilinders, zuigers en ______.

Slide 15 - Open vraag

Vul de goede woorden in:
Een graafmachine is een _______ machine.
Een fietspomp is een cilinder met een _______ en een stang.
Hydraulische kracht wordt toegepast in machines die _______ werk doen.

Slide 16 - Open vraag

Wat is de goede volgorde?
1. De olie duwt tegen de tweede zuiger.
2. De stang komt omhoog.
3. De zuiger duwt tegen de olie.
4. Ik duw de zuiger naar beneden.
A
2 - 1 - 4 - 3
B
4 - 1 - 2 - 3
C
3 - 4 - 1 - 2
D
4 - 3 - 1 - 2

Slide 17 - Quizvraag

Slepen, draaien en tillen
In het reuzenrad heb je een prachtig zicht op de wereld. Het tilt je op en draait je rond met hydraulische kracht. Onder in het reuzenrad pompt de motor olie naar de cilinders. Daardoor bewegen de zuigers en gaat het rad draaien. Auto’s en brommers gebruiken hydraulische kracht om te remmen. Met de spierkracht van je voet of hand breng je zelfs de zwaarste auto tot stilstand. Als de auto stuk is, wordt hij door een sleepwagen met hydraulische kraan opgetild en naar de garage gebracht. Daar gaat de auto met een hydraulische lift omhoog, zodat hij nagekeken kan worden. Is er niets meer aan te doen? Dan gaat de auto naar de sloperij. Hij wordt met een grote sloopschaar in stukken geknipt. De sloopschaar werkt met hydraulische kracht. Net als bulldozers, grijpers, vuilniswagens en machines voor de wegenbouw en scheepvaart.
Een sloopschaar kan vliegtuigen en gebouwen stuk knippen. 

Slide 18 - Tekstslide

Kruis de juiste antwoorden aan.
Er zijn meerdere mogelijkheden.
A
Een compressor is een soort fietspomp.
B
Een toepassing is een apparaat dat een kracht gebruikt.
C
Een toepassing is een kracht.
D
Je kunt machines met lucht en olie laten bewegen.

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord hoort op welke plaats in de tekst?
Kies uit:
  • hydraulisch
  • magnetisch
  • pneumatisch
  • elektronisch

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Ik weet nu...
  • Ik weet nu op welke manier lucht en vloeistoffen veel kracht kunnen hebben.
  • Ik weet nu dat pneumatische kracht gebruikmaakt van samengeperste lucht.
  • Ik weet nu wat de toepassingen zijn van samengeperste lucht.
  • Ik weet nu dat hydraulische kracht gebruikmaakt van vloeistoffen.
  • Ik weet nu wat de toepassingen zijn van samengeperste vloeistof.
  • Ik ken nu woorden en begrippen over de kracht van lucht en olie.

Slide 22 - Tekstslide