1.5 Zuivere stoffen en Mengsels

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

1.3 zuivere stoffen en mengsels

1.5

Zuivere stoffen en mengsels

Zuivere stoffen

Zuivere stoffen zijn niet vermengt met een andere stof en bestaan dus uit één soort moleculen

Voorbeelden:

diamant
suiker
soda
aceton
wasbenzine

Mengsels bestaan uit twee of meer soorten moleculen door elkaar

Niet zuiver

kraanwater

keukenzout

bier

lucht

cola

Zuivere stof of mengsel

Een kenmerk van een zuivere stof is, dat de temperatuur een tijdje niet verandert tijdens een faseovergang.

Dit noemen we een smeltpunt en een kookpunt

Mengsels

Een kenmerk van een mengsel is, dat de temperatuur een blijft stijgen tijdens een faseovergang

Dit noemen we een smelttraject en een kooktraject

Oplossingen

Een oplossing is een mengsel van een vloeistof en een andere stof. bijvoorbeeld suiker (s), of alcohol (l), of Koolzuur (g) in water.

Een oplossing is altijd helder, soms gekleurd. De deeltjes zijn als losse moleculen verdeeld in het oplosmiddel.

Suspensie

Een suspensie is troebel, omdat er deeltjes van een vaste stof in het oplosmiddel zweven.

Deze deeltjes zakken uiteindelijk naar de bodem, dat heet Bezinken.

Emulgator

Een emulgator is een stof die er voor zorgt dat de twee vloeistoffen in een emulsie niet ontmengen.

Bijvoorbeeld Zeep. Dit laat olie en water mengen.