4.1 Pluriformiteit in Nederland (HAVO)

Welkom bij Maatschappijleer!
Deze les =
4.1 Pluriformiteit in NL
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Samen afsluiten les



Huiswerk voor volgende week = opdrachten die je in de les niet af hebt gekregen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Maatschappijleer!
Deze les =
4.1 Pluriformiteit in NL
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Samen afsluiten les



Huiswerk voor volgende week = opdrachten die je in de les niet af hebt gekregen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer ik deze les?
  1. Je kan het begrip cultuur uitleggen gekoppeld aan het begrip de pluriforme samenleving (je kent de begrippen en weet wat cultuur te maken heeft met de pluriforme samenleving)?
  2. Je kent het verschil tussen dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur en kan deze in een bron herkennen.
  3. Je kan zes factoren van culturele diversiteit benoemen en toelichten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is een pluriforme samenleving. Dat is een samenleving waarin mensen naast elkaar leven met verschillende godsdiensten en levensstijlen én waar een redelijke mate van verdraagzaamheid heerst.
Maar... Hoeveel mogen we van elkaar verschillen?
Dat leidt soms tot spanningen, zeker de laatste jaren. bv. zwarte pieten discussie of (verplicht) vaccineren.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur = alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar delen. Een cultuur heeft vaak meerdere cultuurkenmerken:
  • Normen en waarden!!!
  • Symbolen
  • Feestdagen
  • Rituelen
  • Kennis
  • Gewoonten
Je kan ook wel zeggen dat cultuur de optelsom is van meerdere cultuurkenmerken.

Dominante Cultuur = alle waarden, normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt.
Subcultuur = wanneer binnen een groep sommige waarden, normen en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur.
Tegencultuur = groepen die zich (voor een deel) verzetten tegen de dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen.
soorten cultuur
Cultuur = dynamisch
Cultuur verschilt in de loop van:
  • de tijd
  • per plaats
  • per groep

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatactiviste Greta Thunberg
Getatoëerde man
Backpackers
Kerstdiner
Sleep de afbeelding naar de juiste soort cultuur.
Koningsdag
Dominante cultuur
Subcultuur
Tegencultuur

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

6 factoren
van culturele diversiteit
In een pluriforme samenleving zie je veel verschillende subculturen en levensstijlen bestaan. Die culturele verschillen hebben met de volgende factoren te maken:
  1. Stad en platteland (sociale cohesie)
  2. Jong en oud (generatieconflict)
  3. Beroep en maatschappelijke positie (bedrijfscultuur)
  4. Mannen en vrouwen (rolpatronen)
  5. Etniciteit (allochtoon/autochtoon)
  6. Godsdienst

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In dit hoofdstuk bespreken we culturele diversiteit op zes terreinen (factoren). Soms ontstaan er door culturele diversiteit discussies in de samenleving. Kies één terrein en noem een voorbeeld van een discussie bij dit terrein.

Neem een ander voorbeeld dan ik heb gegeven.
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

  • Etniciteit: het Zwarte Pietdebat laat zien dat er soms spanningen bestaan tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond.
  • Godsdienst: in Nederland leven ruim 1 miljoen moslims. Dat lokt discussies uit in hoeverre culturele gewoontes als hoofddoekjes en ritueel slachten wel en niet bij de Nederlandse samenleving horen.
  • Maatschappelijke positie: kinderen uit gezinnen met veel geld kunnen bijvoorbeeld op muziekles, wintersport of dragen dure merkkleding. Andere gezinnen kunnen dat niet betalen. Er ontstaat discussie over de vraag of dat eerlijk is. 
  • Mannen en vrouwen: er is bijvoorbeeld discussie over de rol van de man en van de vrouw bij de opvoeding van de kinderen of over de genderneutrale kleding voor jongens en meisjes.  
  • Stad en platteland: mensen die op het platteland wonen voelen zich soms niet vertegenwoordigd door politici uit de steden, omdat zij in een hele andere wereld lijken te leven.
  • Jong en oud: Verschillende generaties botsen soms als het gaat om taalgebruik, omgang met elkaar, muziekkeuze of kledingkeuze.


  1. Lees §4.1: Pluriformiteit in NL (116-119)
  2. Maak de vragen die volgen (soms zit er ook een filmpje tussen die je kijkt)
AAN DE SLAG!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke cultuurkenmerken zijn typisch voor de dominantie cultuur van de Verenigde Staten?
Noem er drie.

Slide 10 - Open vraag

Vrijheid, Thanksgiving, patriottisme, fastfoodcultuur, de wapenwet, ‘American dream’-mentaliteit, immigratiecultuur, Super Bowl.
Maak een subcultuur mindmap.
Schrijf er normen, waarden en gewoonten van die subcultuur op.
Schrijf ook op welke factoren (p.118-119) invloed hebben op de subcultuur.

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat een tegencultuur is met behulp van een voorbeeld..

Slide 12 - Open vraag

Tegencultuur = groepen die zich (voor een deel) verzetten tegen de dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen.
Leg met een voorbeeld uit dat inkomensverschillen ook kunnen zorgen voor cultuurverschillen.

Slide 13 - Open vraag

Voorbeelduitwerking
  • Rijke mensen bewegen zich vaak in bepaalde maatschappelijke kringen waarbij ook bepaalde gewoonten en activiteiten horen, zoals het spelen van golf en tennis of het bezoeken van musea en theaters. Arme mensen hebben hier geen geld voor.
  • Merkkleding dragen en uit eten gaan is voor een rijk kind normaal, terwijl het voor een arm kind iets heel uitzonderlijks is.
Lees eerst de bron (afbeelding wordt groter als je erop klikt):

Hoort dance vooral bij de dominante cultuur in Nederland
of is dance meer een subcultuur? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Voorbeelduitwerking:
Dominante cultuur, omdat het een mainstream muziekcultuur is geworden. Dance hoor je op de grote radiostations, het is normaal om naar dancefeesten te gaan.
Zelfs koning Willem-Alexander is een groot danceliefhebber en heeft in het verleden met Armin van Buuren en Sunnery James achter de draaitafels gestaan.
Subcultuur, omdat niet de meerderheid van de Nederlandse bevolking van dance houdt.


Je kan het begrip cultuur uitleggen gekoppeld aan het begrip de pluriforme samenleving (je kent de begrippen en weet wat cultuur te maken heeft met de pluriforme samenleving).

leerdoel 1:
Werk dit leerdoel hieronder verder uit.
Werk dit leerdoel hieronder verder uit.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Je kent het verschil tussen dominante cultuur, subcultuur en tegencultuur en kan deze in een bron herkennen.

leerdoel 2:
Werk dit leerdoel hieronder verder uit.
Werk dit leerdoel hieronder verder uit.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Je kan zes factoren van culturele diversiteit benoemen en toelichten.

leerdoel 3:
Werk dit leerdoel hieronder verder uit.
Werk dit leerdoel hieronder verder uit.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies