Les 3 Elektriciteit

Welkom
Bij het leukste vak van je leven

Doe alsjeblieft je mobiel in de telefoontas
Pak je spullen en zorg dat je startklaar bent!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Bij het leukste vak van je leven

Doe alsjeblieft je mobiel in de telefoontas
Pak je spullen en zorg dat je startklaar bent!

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
Eerste uur:
Kijken naar wat wij vorige les(sen) gedaan hebben
Geleidbaarheid
Weerstand
Broodjesverhaal
1 stukje nieuwe uitleg
Opdrachten maken



Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
Tweede uur:
Parallel en serie schakelingen vergelijken
Opdrachten van paragraaf 3 maken



Slide 3 - Tekstslide

Elektrische verschijnselen
Alle verschijnselen met lading noemen wij elektrische verschijnselen
+ & - trekken elkaar aan
+ & + stoten elkaar af
- & - stoten elkaar af

Slide 4 - Tekstslide

Atomen
Atoomkern is positief geladen, want protonen zijn positief en neutronen zijn neutraal
Buiten de kern bewegen elektronen, die zijn negatief
Als er extra lading op komt, wordt het atoom geladen

Slide 5 - Tekstslide

Geleider en isolator
Stroom gaat door een geleider, dat wil zeggen dat er gemakkelijk elektronen doorheen bewegen (metalen)

Een isolator is een stof waar geen elektronen vrij in kunnen bewegen, hier zal dan (bijna) geen stroom kunnen lopen


Slide 6 - Tekstslide

Stroom gaat van plus naar min, toch?
Voordat wij wisten dat er elektronen waren zeiden wij dat stroom van + naar - gaat.

Elektronen bewegen echter de andere kant op.

Maakt niet echt uit voor opdrachten

Slide 7 - Tekstslide

Voor tijdens het broodjes-verhaal
U = Spanning, hoeveelheid energie (een broodje)
I = stroomsterkte, de hoeveelheid deeltjes per sec die langs komen (leerlingen die ergens lopen)
R = Weerstand, waar energie verbruikt wordt (nieuw, het zijn deuren)

Batterij geeft de spanning aan de elektronen (kantine in het verhaal)
Voltmeter meet verschil in U tussen 2 plekken
Ampèremeter meet hoeveelheid stroom dat ergens voorbij komt

Slide 8 - Tekstslide

Infrarood wordt gebruikt om bijvoorbeeld je tv van zender te veranderen
Dit door een bepaald patroon te versturen die jouw tv dan ontvangt
Ook glasvezel gebruikt IR

Slide 9 - Tekstslide

Geleidbaarheid
Nieuwe grootheid + eenheid voor in de tabel

Geleidbaarheid = G
Dit is in siemens (S)

Slide 10 - Tekstslide

Geleidbaarheid
Draden hebben een bepaalde geleidbaarheid

Goede geleiders hebben een hoge geleidbaarheid
Hoe dikker een draad, hoe groter de geleidbaarheid

Hoe langer een draad, hoe lager de geleidbaarheid

Slide 11 - Tekstslide

Geleidbaarheid
G = I / U
Ofwel, I = G × U

Hoe hoger de stroomsterkte, hoe hoger de geleidbaarheid (logisch!)

Slide 12 - Tekstslide

Weerstand
Weerstand is (een soort van) het tegenovergestelde van geleidbaarheid
Hoe hoger de weerstand, hoe lager de geleidbaarheid. Ze zijn dus omgekeerd evenredig
ofwel,
G = 1 / R

Slide 13 - Tekstslide

Weerstand
Weerstand wordt gemeten in Ohm (Ω)

Je kan de weerstand uitrekenen via:
R = U / I

Hoe hoger de stroomsterkte, hoe lager de weerstand (logisch!)

Slide 14 - Tekstslide

Weerstand
Sommige weerstanden zijn niet-ohmse weerstanden
Dat houdt in dat ze niet voldoen aan de 'wet van ohm'

Dit kan om verschillende redenen, maar als er nooit iets aangegeven staat moet je uit gaan van ohmse weerstanden

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak de vragen 16 t/m 26 op bladzijde 84

Slide 16 - Tekstslide

Parallel en serie
Een serieschakeling is een schakeling waar je maar 1 'weg' hebt van spanningsbron naar spanningsbron

Een parallelschakeling is een schakeling waar je meerdere 'wegen' hebt van spanningsbron naar spanningsbron

Slide 17 - Tekstslide

Parallel en serie
Soms staan 2 (of meer) weerstanden 'in serie'  ook al staan ze in een parallelschakeling. Dat betekent dan dat er geen andere 'wegen' tussen zit

Slide 18 - Tekstslide

Parallel en serie
Bedenk voor elk van de volgende grootheden hoe ze zich gedragen in serie en daarna in parallel. Gebruik het broodjes verhaal om eventueel te helpen met denken

in serie:
Itotaal = I...

Slide 19 - Tekstslide

Lezen en opdrachten maken
Lezen paragraaf 3
Maak de vragen 31 t/m 41 op bladzijde 90

Slide 20 - Tekstslide