Het examen schrijven 2F

Nederlands examen schrijven 2F
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands examen schrijven 2F

Slide 1 - Tekstslide

Examenduur: 60 minuten
* Zorg dat je alle opdrachten volledig maakt, minimaal 80%
* Let op: spelling, zinsbouw en interpunctie
* Samenhang, verbindingswoorden
* Doel 
* Afstemming op publiek, 
* Woordgebruik, 
* Leesbaarheid

Slide 2 - Tekstslide

Welke schrijfopdrachten zou je kunnen krijgen?
E-mail
Artikel
Bericht op website
Recensie op website
Verslag
Advertentie
Brief
Memo

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn korte teksten?
Memo
Advertentie
Recensie
Bericht op website

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn lange teksten?
Brief (zakelijk/motivatie)
Artikel
Verslag 
E-mail

Slide 5 - Tekstslide

Zakelijke brief

Slide 6 - Woordweb

Persoonlijke brief

- je schrijft naar een bekende

- datering

- elke aanhef is goed

- doel mag onduidelijk zijn

- indelen in alinea's

- informeel taalgebruik

- naam eronder

Zakelijke brief

- Geachte heer, mevrouw,

of: Geachte meneer De Vries

-Richt je op doel en publiek

- afsluiting 

- inleiding, kern, slot

- formeel taalgebruik

- handtekening en naam

Slide 7 - Tekstslide

Welke aanhef is juist?
A
Geachte heer, mevrouw,
B
Beste meneer Jansen,
C
Geachte mevrouw Patricia de Vries,
D
Geachte mevrouw De Vries,

Slide 8 - Quizvraag

In een zakelijke brief gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief
A
Amsterdam 2 november 2016
B
Amsterdam, 2 November 2016
C
Amsterdam, 2 november 2016
D
Amsterdam, 2-11-2016

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Een verslag
  • Titel / inleiding / kern / slot
  • Doel: informeren
  • Logische/chronologische volgorde
  • Interessant of leuk om te lezen (niet alle feiten hoeven erin te staan)
  • Wie is je publiek?

Slide 12 - Tekstslide