Het examen schrijven 2F voorbereiding

Nederlands examen schrijven 2F
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands examen schrijven 2F

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenduur: 60 minuten
* Zorg dat je alle opdrachten volledig maakt, minimaal 80%
* Let op: spelling, zinsbouw en interpunctie
* Samenhang door verbindingswoorden
* Doel 
* Afstemming op publiek
* Woordgebruik
* Leesbaarheid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke schrijfopdrachten zou je kunnen krijgen?
E-mail
Artikel
Bericht op website
Recensie op website
Verslag
Advertentie
Formulier
Brief

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de opbouw van een tekst?
A
inleiding, kern
B
inleiding, slot, samenvatting
C
inleiding, kern, slot
D
kern, slot, samenvatting

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het deelonderwerp
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
tenslotte
C
tegenover
D
zoals

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

    ,

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem doelen van een schrijfopdracht

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een informerende tekst bevat
A
feiten
B
de mening van de schrijver
C
meningen van anderen
D
argumenten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van informeren is...
A
Korting
B
Overtuigen
C
Krantenartikel
D
Instrueren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een betoog?
A
Een informatieve tekst
B
Een overtuigende tekst
C
Een overhalende tekst
D
Een amuserende tekst

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een betoog is...
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een betogende tekst?
A
een nieuwsbericht
B
een ingezonden brief
C
een reclamefolder
D
een recept

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke brief

- je schrijft naar een bekende

- datering

- elke aanhef is goed

- doel mag onduidelijk zijn

- indelen in alinea's

- informeel taalgebruik

- naam eronder

Zakelijke brief

- Geachte heer, mevrouw,

of: Geachte meneer De Vries

-Richt je op doel en publiek

- afsluiting 

- inleiding, kern, slot

- formeel taalgebruik

- handtekening en naam

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke brief

Slide 17 - Woordweb

    Eigen naam en adres (telefoonnummer, e-mail)
    Naam en adres geadresseerde.
    Plaats (komma) datum (maand in letters) met jaartal (volledig in cijfers)
    Het onderwerp van je brief (Betreft: …)
    Aanhef: Geachte … ,
    Brieftekst.
    Groet: Hoogachtend, of Met vriendelijke groet,
Welke aanhef is juist voor zakelijke brief?
A
Geachte heer, mevrouw,
B
Beste mevrouw Awadalla,
C
Geachte mevrouw Sarina Awadalla,
D
Geachte mevrouw Awadalla,

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een persoonlijke brief gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief.
A
Amsterdam 4 december 2023
B
Amsterdam, 4 December 2023
C
Amsterdam, 4 december 2023
D
Amsterdam, 04-12-2023

Slide 20 - Quizvraag

    Eigen naam en adres (telefoonnummer, e-mail)
    Naam en adres geadresseerde.
    Plaats (komma) datum (maand in letters) met jaartal (volledig in cijfers)
    Het onderwerp van je brief (Betreft: …)
    Aanhef: Geachte … ,
    Brieftekst.
    Groet: Hoogachtend, of Met vriendelijke groet,
Persoonlijke brief

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In een persoonlijke brief begin je altijd met
A
Beste Abdel
B
Hallo Abdel
C
Geachte Abdel
D
Hi Abdel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een persoonlijke brief gebruik je formele taal
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

nog even over spelling....
Kijk het volgende filmpje over een paar veel voorkomende spelfouten. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies