Het examen schrijven 2F voorbereiding

Nederlands examen schrijven 2F
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands examen schrijven 2F

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenduur: 60 minuten
* Zorg dat je alle opdrachten volledig maakt, minimaal 80%
* Let op: spelling, zinsbouw en interpunctie
* Samenhang, verbindingswoorden
* Doel 
* Afstemming op publiek, 
* Woordgebruik, 
* Leesbaarheid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke schrijfopdrachten zou je kunnen krijgen?
E-mail
Artikel
Bericht op website
Recensie op website
Verslag
Advertentie
Formulier
Brief

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de opbouw van een tekst?
A
inleiding, kern
B
inleiding, slot, samenvatting
C
inleiding, kern, slot
D
kern, slot, samenvatting

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het deelonderwerp
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
tenslotte
C
tegenover
D
zoals

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kahoot!
Signaalwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem doelen van een schrijfopdracht

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

    ,

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een informerende tekst bevat
A
feiten
B
de mening van de schrijver
C
meningen van anderen
D
argumenten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van informeren is...
A
Korting
B
Overtuigen
C
Krantenartikel
D
Instrueren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een betoog?
A
Een informatieve tekst
B
Een overtuigende tekst
C
Een overhalende tekst
D
Een amuserende tekst

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een betoog is...
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een betogende tekst?
A
een nieuwsbericht
B
een ingezonden brief
C
een reclamefolder
D
een recept

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke brief

- je schrijft naar een bekende

- datering

- elke aanhef is goed

- doel mag onduidelijk zijn

- indelen in alinea's

- informeel taalgebruik

- naam eronder

Zakelijke brief

- Geachte heer, mevrouw,

of: Geachte meneer De Vries

-Richt je op doel en publiek

- afsluiting 

- inleiding, kern, slot

- formeel taalgebruik

- handtekening en naam

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe?
Afstemmen op publiek, geef een concreet voorbeeld.

Slide 18 - Woordweb

Als je spreekt voor een publiek doe je dit altijd met een bepaald spreekdoel. Je wilt informeren, instrueren of overtuigen. Je kunt je boodschap afstemmen op het doel door de kenmerken van het doel te gebruiken. Je moet je boodschap ook afstemmen op je publiek. Dit doe je door een formele of informele toon te gebruiken en je woordgebruik en de uitleg die je geeft af te stemmen op de voorkennis van je publiek.


Zakelijke brief

Slide 19 - Woordweb

    Eigen naam en adres (telefoonnummer, e-mail)
    Naam en adres geadresseerde.
    Plaats (komma) datum (maand in letters) met jaartal (volledig in cijfers)
    Het onderwerp van je brief (Betreft: …)
    Aanhef: Geachte … ,
    Brieftekst.
    Groet: Hoogachtend, of Met vriendelijke groet,
Welke aanhef is juist voor zakelijke brief?
A
Geachte heer, mevrouw,
B
Beste mevrouw Awadalla,
C
Geachte mevrouw Sarina Awadalla,
D
Geachte mevrouw Awadalla,

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een persoonlijke brief gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief.
A
Amsterdam 4 december 2023
B
Amsterdam, 4 December 2023
C
Amsterdam, 4 december 2023
D
Amsterdam, 04-12-2023

Slide 22 - Quizvraag

    Eigen naam en adres (telefoonnummer, e-mail)
    Naam en adres geadresseerde.
    Plaats (komma) datum (maand in letters) met jaartal (volledig in cijfers)
    Het onderwerp van je brief (Betreft: …)
    Aanhef: Geachte … ,
    Brieftekst.
    Groet: Hoogachtend, of Met vriendelijke groet,
Persoonlijke brief

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In een persoonlijke brief begin je altijd met
A
Beste Abdel
B
Hallo Abdel
C
Geachte Abdel
D
Hi Abdel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een persoonlijke brief gebruik je formele taal
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

nog even over spelling....
Kijk het volgende filmpje over een paar veel voorkomende spelfouten. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kahoot!
Werkwoordspelling

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Maken proefexamen. Mail het naar:
y.kleinjan@mboutrecht.nl

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies