§3 schakelingen

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 1,2

Schakelingen

Hoofdstuk 4 

§ 3 Schakelingen

vorige week 

Denken delen uitwisselen

Wat is een stroomkring

Geef een voorbeeld van een spanningsbron
Leg uit wat een geleider is en geef een voorbeeld.

Leg uit wat een isolator is en geef een voorbeeld.

Lesdoelen

1. Je kunt een voordeel noemen van een serieschakeling en een parallelschakeling

2. Je kunt een serie en een paralleslschakeling tekenen met de juiste symbolen.

3. Je kent de 3 regels voor het tekenen van een schakeling en past deze toe.

Elektrische componenten en symbolen

Alle elektrische apparaten hebben een bepaald 'logo' (symbool).

Deze zijn belangrijk voor het tekenen van een schakelschema.

Kijk even goed naar de symbolen. Hierna worden er twee gevraagd. 

Wat was dit?

1. Batterij
2. Lampje
3. Stroommeter
4. Draad

Wat was dit?

1. Draad
2. Lampje
3. Batterij
4. Schakelaar

Drie regels bij het tekenen

1. Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal.

2. Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden.

3. Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities.

Serieschakeling

In een serieschakeling zien we alle lampjes op een rij staan. 

Een voordeel is dan dat het weinig stroomdraad kost.

Een nadeel is dat wanneer 1 lampje stuk gaat, alle lampjes stuk gaan.

Parallelschakeling

In een parallelschakeling zien we alle lampjes apart aangesloten staan.

Een voordeel is dan dat als er 1 lampje stuk is, de rest het nog doet.

Een nadeel is dat het veel extra stroomdraad kost.

Noem een voordeel van een serieschakeling

Noem een voordeel van een parallelschakeling

Moeilijke vraag! Wat zou een rondje met een 'V' erin betekenen?

1. Amperemeter
2. Voltmeter
3. Verlichting
4. Vragensteller

Even oefenen

Teken een schakeling met daarin de volgende onderdelen:
Een spannigsbron

een schakeling

2 lampjes in serie

1 lampje parallel 

Maken

opdracht werkboek paragraaf 3

Ik loop langs om huiswerk te checken en vragen te beantwoorden.

2e gedeelte van de les 

Naar het praktijk lokaal. We gaan met proef 4,5,6, en 7 aan de slag