Voorlichting advies en instructie

voorlichting advies en instructie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

voorlichting advies en instructie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je bereid een voorlichtingsgesprek voor
  •  Je schrijft een instructie/voorlichtingsplanplan
  • Je geeft voorlichting
  • Je benoemt verpleegkundige aandachtspunten in de zorg m.b.t. voorlichting

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Met elkaar behandelen van de theorie
  • Koppeling aan eindopdracht module 8
  • Huiswerk/opdracht

Slide 3 - Tekstslide

De betekenis van ‘ziekte’ of ‘ziek-zijn’ kent drie aspecten. 
Zoek de betekenis van onderstaande termen op
ziektediagnose
ziektebeleving
ziektegedrag

Slide 4 - Tekstslide

Ziektediagnose: iemand heeft een te benoemen ziekte
 

Ziektebeleving: iemand heeft lichamelijke of geestelijke klachten. Dit is afhankelijk van de persoon en is dus subjectief.

Ziektegedrag: iemand gedraagt zich ziek door anders te functioneren dan normaal. Ziektegedrag kan een gevolg zijn van ziektebeleving. Voorbeelden van ziektegedrag zijn werkverzuim, (zelf)medicatie, bedrust of een doktersbezoek.


Slide 5 - Tekstslide


Bij het voorlichten van een zorgvrager bij gezondheid bevorderend gedrag is het belangrijk om te weten wat gezondheid en ziekten voor de zorgvrager betekent en hoe er op gereageerd wordt




Benoem op de volgende dia een aantal factoren vanuit de omgeving die gedrag en opvattingen kunnen beïnvloeden

Slide 6 - Tekstslide

beïnvloedende factoren

Slide 7 - Woordweb

eventuele antwoorden
leeftijd
milieu
sekse
sociale leefomgeving
financiele situatie
levensvisie
geloof
scholing

Slide 8 - Tekstslide

Uitingen 
Reacties op ziek zijn, zijn onder te verdelen in:
- Lichamelijke reacties
- Psychische reacties
- Sociale reacties

Slide 9 - Tekstslide

lichamelijke reacties op ziek zijn

Slide 10 - Woordweb

psychische reacties op ziek zijn

Slide 11 - Woordweb

sociale reacties op ziek zijn

Slide 12 - Woordweb

Coping
  • Coping is het Engelse woord voor ‘iets aankunnen’ of ‘ergens mee kunnen omgaan
  • De vaardigheden die nodig zijn om met stressvolle situaties zoals ziekte om te gaan, worden ook wel copingvaardigheden genoemd
Deze copingsvaardigheden hebben invloed op de manier waarop mensen reageren op ziekte

 

Slide 13 - Tekstslide

Benoem 2 soorten copingstijlen

Slide 14 - Open vraag

Emotiegericht

Bij een emotiegerichte copingstijl proberen mensen hun emoties onder controle te houden
Probleemgericht

Bij een probleemgerichte copingstijl proberen mensen direct problemen op te lossen

Slide 15 - Tekstslide

Verwerkingsfasen Kubler-Ross
  1. Ontkenning
  2. Woede en opstandigheid
  3. Onderhandelen
  4. Depressie en eenzaamheid
  5. acceptatie

Slide 16 - Tekstslide

Iedere fase vraagt om een andere aanpak
Begeleiding: 
op emoties, laten uiten, troosten, steunen, vragen stellen, hoogstnoodzakelijke informatie geven


Slide 17 - Tekstslide

Uit welke kenmerken bestaat goede voorlichting?

Slide 18 - Open vraag

antwoorden
  • Er moet van tevoren een duidelijk doel gesteld worden
  • Er is sprake van tweerichtingsverkeer tussen de verpleegkundige en de zorgvrager.
  • De zorgvrager moet centraal staan
  • De voorlichting moet herhaald worden



 

Slide 19 - Tekstslide

Algemene doelen van voorlichting

Slide 20 - Woordweb

Antwoorden
  • Vergroten van kennis bij de zorgvrager
  • verminderen van onzekerheid en angst bij de zorgvrager
  • Goede voorlichting zorgt voor beter geïnformeerde zorgvragers. Dit vermindert de afhankelijkheid en vergroot de tevredenheid en therapietrouw


Slide 21 - Tekstslide

Model van gedragsverandering
Fase 1: openstaan
Fase 2: begrijpen
Fase 3: willen
Fase 4: kunnen
fase 5: doen
Fase 6: volhouden

Slide 22 - Tekstslide

Met welke factoren houd je voorafgaand rekening bij het geven van advies

Slide 23 - Open vraag

Antwoorden
  • Sluit aan bij verpleegplan
  • Sluit aan bij wat de zorgvrager al weet en kan
  • geef de adviezen op het juiste tijdstip
  • betrek familie en/of naasten

Slide 24 - Tekstslide

Zoek op wat de methodische werkwijze is bij het geven van advies/voorlichting

Slide 25 - Open vraag

Antwoord
Verzamelen van gegevens
bepalen gedragsfactoren? gedragsanalyse
opstellen plan van aanpak
uitvoeren voorlichting/advies
evalueren/evt doorverwijzen




Slide 26 - Tekstslide

ASE- model

Slide 27 - Tekstslide

Bij het opstellen van een plan van aanpak hanteer je de zeven W’s.

  • Wie? Is de voorlichting alleen voor de zorgvrager bestemd of is het beter om bijvoorbeeld zijn familie erbij te betrekken?
  • Waarom? Welk doel wil je met de voorlichting bereiken?
  • Wat? Wat is de inhoud die je wilt overbrengen?
  • Wijze? Hoe ga je de voorlichting geven? Welke methode gebruik je?
  • Waar? Wat is de meest geschikte plaats?
  • Wanneer? Wat is het meest geschikte moment en hoeveel tijd is er nodig?
  • Wie doet wat? Geef je de voorlichting zelf of is het beter als een paramedicus of arts dit doet?

Slide 28 - Tekstslide

Ineffectieve voorlichting
Ligt bij de zorgvrager:
De zorgvrager durft bijvoorbeeld geen vragen te stellen of stelt zich erg afhankelijk op. 
Het terugvragen van informatie is de beste manier om te controleren of iemand de informatie begrepen heeft.
Ligt bij de zorgverlener:
De verpleegkundige heeft geen tijd.
Maak voldoende tijd. 
Gebruik zo min mogelijk lastige woorden en vaktaal.
Zorg voor een rustige omgeving.
Ligt aan het moment van voorlichting:
Een zorgvrager staat niet open voor een ingewikkeld verhaal over de oorzaak en de gevolgen van zijn ziekte als hij net de diagnose heeft gehoord of net is opgenomen.
Kies zorgvuldig het tijdstip uit en vraag de zorgvrager of het uitkomt.

Slide 29 - Tekstslide

Wat ga ik uit deze les gebruiken bij de module opdracht?

Slide 30 - Woordweb

Opdracht/huiswerk
Zorgpad:
Collectie: Beroepsgerichte basis 4
Thema: Voorlichting, advies en instructie

Lees de theorie en maak de verwerkingsopdrachten

Slide 31 - Tekstslide