2TL Spaans 3e les

• Spaans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

2TH/TL Spaans 3e les

Diciembre 2025

El programa de hoy

• El repaso 
• Gustar
• Verbos regulares
• A practicar

Lesdoelen:

Je kan vertellen wat je lekker/leuk vindt in het Spaans.

Je kan werkwoorden die op AR eindigen vervoegen.

Vertaal: Er zijn negen koekjes.

Vertaal: la bebida

1. het eten
2. het toetje
3. de burger
4. de drank

Vertaal: Er is melk

Me siento...

😒🙁😐🙂😃

¿Cuándo usamos gusta?
Wanneer gebruiken wij "gusta"?

¿Cuándo usamos gustan?
Wanneer gebruiken wij "gustan"?

Waarom altijd 2 woorden?

stap 1: me / te / le vertelt over wie iets leuk/lekker vindt:

Stap 2: gusta / gustan vertelt wat die persoon leuk/lekker vindt:

Me gusta la pizza

Me gustan las uvas.

¿Te gusta el yogur?

¿Te gustan las manzanas?

A él le gusta el pollo.

A ella le gustan las patatas fritas.

Descrube la regla...

Jullie beginnen nu met het werkblad.

Maak opdracht 1, 2 en 3.

Opdracht 1 = gusta/gustan ontdekken

Opdracht 2 = Maak zelf zinnen

Opdracht 3 = Maak de zinnen compleet

Werk zelfstandig of zachtjes met je buur.

Je hebt 10 minuten.

Werk rustig, maar blijf doorwerken.

Als je klaar bent:

Controleer je antwoorden.

Steek je hand op zodat ik het kan nakijken.

Las respuestas

1. Me gusta la pizza

2. Te gustan las galletas

3. Le gusta el pescado

4. Le gustan las fresas

Las respuestas

1. le gusta

2. le gustan

3. me gusta

4. le gustan

5. te gusta

6. me gustan

7. te gusta

Wat zijn regelmatige werkwoorden?

• Regelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die altijd dezelfde regels volgen.
• De stam blijft hetzelfde, en alleen de uitgangen veranderen op een vaste manier.

Voorbeeld:

• hablar → hablo, hablas, habla (altijd volgens hetzelfde patroon)

Los verbos regulares

Er zijn 3 verschillende regelmatige werkwoorden 

-AR, - ER en -IR

Regel : zoek de stam en plak de uitgangen.

Wat zijn -AR werkwoorden?

Alle Spaanse werkwoorden die eindigen op -AR.

Voorbeeld: hablar, estudiar, trabajar, escuchar, mirar…

Hoe maak je de stam?

Haal -AR eraf.

hablar → habl-

estudiar → estudi-

trabajar → trabaj-

De stam blijft ALTIJD hetzelfde.

ONTHOUDEN

O – AS – A – AMOS – ÁIS – AN

	and ar	cocin ar	bail ar
yo	and o	cocin o
tú	an d as	cocin as
él /ella /usted	an d a	cocin a
nosotros/as	and amos	cocin amos
vosotros/as	and áis	cocin ais
ellos/ellas/ustedes	and an	cocin an

Boleto de Salida

Schrijf 1 zin met gusta en 1 zin met gustan

Vervoeg: ellos (cantar)

Hoe goed kun jij nu in het Spaans zeggen wat je lekker of leuk vindt?

😒🙁😐🙂😃

Hoe zeker voel je je bij het vervoegen van -AR werkwoorden?

😒🙁😐🙂😃