Lezen par. 5 les 1

Begrijpend lezen par 5
Vaste tekststructuren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen par 5
Vaste tekststructuren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen Lezen par. 5
Aan het eind van deze les kun je:
- verschillende tekststructuren herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Vaste tekststructuren
Teksten hebben meestal een inleiding, een middenstuk en een slot. Vaak zijn ze opgebouwd volgens een vaste tekststructuur. 
Als je de structuur (opbouw) van een tekst kunt herkennen, kun je een tekst beter begrijpen, weet je wat je ongeveer kunt verwachten en kun je de tekst makkelijker lezen. 

We bekijken klassikaal de theorie op blz. 32.

Slide 3 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je hieronder?
Is het wel handig om zomaar extra vitamines te slikken? 
Het voordeel hiervan is dat je dan voldoende vitamines binnenkrijgt, maar het nadeel is dat je misschien te veel van een soort vitamine binnenkrijgt en dat kan schadelijk zijn.
Gezien dit nadeel ga ik toch maar niet zonder overleg met mijn huisarts vitamines slikken.

Slide 4 - Tekstslide


Welke tekststructuur herkende je?
A
vraag-antwoordstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
argumentatiestructuur
D
verklaringsstructuur

Slide 5 - Quizvraag

Voor- en nadelenstructuur
inleiding: vraag of standpunt
middenstuk: voor- en nadelen
slot: afweging en conclusie 

Slide 6 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je hieronder?
Vriendschap is een kwestie van geven en nemen. Er zijn drie sleutelwoorden voor vriendschap. 
Vertrouwen, want we zoeken in een vriend iemand die naast ons staat in het leven. Humor, want een goede vriend is vaak iemand met wie je na een woord al in lachen uitbarst. Stabiliteit, want in een goede vriendschap blijft het gevoel van saamhorigheid lang bestaan. 
Vertrouwen, humor en stabiliteit zijn de sleutelwoorden voor vriendschap. 

Slide 7 - Tekstslide


Welke tekststructuur herkende je?
A
verleden-heden(-toekomst)structuur
B
verklaringsstructuur
C
argumentatiestructuur
D
aspectenstructuur

Slide 8 - Quizvraag

Aspectenstructuur
inleiding: onderwerp wordt geïntroduceerd
middenstuk: diverse aspecten (onderdelen) van het onderwerp
slot: geeft een samenvatting

Slide 9 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je hieronder?
Bijna alle mannen worden op een gegeven moment in meer of mindere mate kaal. Deze kaalheid wordt veroorzaakt doordat het hormoon DHT aan de haarzakjes plakt. 
Haarzakjes zijn belangrijk voor de groei van een haar. Normaal groeit een haar 5-6 cm per jaar, vervolgens valt het haar uit en begint opnieuw met groeien. Deze groeicyclus van een haar kan zich ongeveer twintig keer herhalen. Wanneer DHT aan een haarzakje plakt, kan het haarzakje niet goed meer voor het haar zorgen en wordt de groeicyclus van het haar veel korter waarna er uiteindelijk geen nieuw haar meer terugkomt en je langzaam kaal wordt. 
Hoeveel en waar het hormoon aan een haarzakje kan plakken is, net als de kleur van je ogen, erfelijk en wordt dus doorgegeven door je ouders. Hierdoor krijgt de ene man 'inhammen' en de andere man een 'knikkerpotje'. 

Slide 10 - Tekstslide


Welke tekststructuur herkende je?
A
vraag-antwoordstructuur
B
verklaringsstructuur
C
argumentatiestructuur
D
aspectenstructuur

Slide 11 - Quizvraag

Verklaringsstructuur
inleiding: bepaald verschijnsel
middenstuk: kenmerken/voorbeelden
verklaringen/oorzaken/redenen
slot: samenvatting of conclusie

Slide 12 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je hieronder?
Hoewel de Spaanse Costa's niet meer zo populair zijn als een aantal jaar geleden, is het in mijn ogen nog steeds de ideale vakantiebestemming. 
Je hebt er altijd zon, dus je kunt je regenkleding lekker thuis laten. De stranden zijn breed en het zeewater heeft de juiste temperatuur. Verder zijn er overal Nederlandse bars te vinden waardoor je ook zonder Spaans te spreken iets kunt bestellen. Bovendien rijden er vanuit Nederland diverse busmaatschappijen naar de Costa's en deze ritjes zijn helemaal niet duur. 
Er zijn mensen die zeggen dat ze het te warm vinden in Spanje, maar je kunt ook gewoon in het voor- of najaar gaan.
Kortom, de Spaanse kust blijft een geweldig vakantieoord en ik ga  er deze zomer weer heen. 

Slide 13 - Tekstslide


Welke tekststructuur herkende je?
A
aspectenstructuur
B
verklaringsstructuur
C
argumentatiestructuur
D
aspectenstructuur

Slide 14 - Quizvraag

Argumentatiestructuur
Inleiding: standpunt (mening) van de auteur
middenstuk: argumenten voor het standpunt,
tegenargumenten en weerleggingen
slot: herhaling van het standpunt 

Slide 15 - Tekstslide

Hieronder lees je een inleiding. Welke tekststructuur  zal de tekst waarschijnlijk hebben?
Kaartje voor een concert
Toen Mozart in 1765 als zevenjarig ventje op tournee was in West-Europa, deed hij ook Nederland aan. Kranten adverteerden voor de voorstelling en die kostte 1,50 tot 3 florijn. Omgerekend naar het huidige prijspeil was dat tussen de 90 en 180 hedendaagse euro's.
Concertbezoek was dus niet weggelegd voor de gewone arbeiders, die vaak maar twee gulden per week verdienden. Dat is in de loop der jaren wel veranderd.

Slide 16 - Tekstslide


Welke structuur zal de tekst waarschijnlijk hebben?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
argumentatiestructuur
D
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 17 - Quizvraag

Verleden-heden(-toekomst)structuur
Inleiding: onderwerp
middenstuk: situatie vroeger, situatie nu
slot: conclusie of voorspelling over de situatie in de toekomst.

Slide 18 - Tekstslide

Hieronder lees je een inleiding. Welke tekststructuur  zal de tekst waarschijnlijk hebben?
Geen fietsexamen meer
Een bijna historisch beeld uit het begin van deze eeuw: leerlingen die op de fiets verkeersexamen doen. De afgelopen jaren is het aantal kinderen dat dit praktijkexamen doet, stevig afgenomen. In Rotterdam deed vorig jaar nog maar 15 procent van de basisscholen mee, omdat de helft van de kinderen niet meer kan fietsen en dus niet in staat is het examen af te leggen. VVN trekt aan de bel over wat er fout gaat en hoe het tij kan worden gekeerd.


Slide 19 - Tekstslide


Welke structuur zal de tekst waarschijnlijk hebben?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 20 - Quizvraag

Probleem-oplossingsstructuur
Inleiding: probleem
middenstuk: gevolgen (waardoor is het een probleem?), oorzaken, oplossingen
slot: de beste oplossing

Slide 21 - Tekstslide

Hieronder lees je een inleiding. Welke tekststructuur  zal de tekst waarschijnlijk hebben?
Grieks en Latijn ouderwets?
Waarom zouden onze meest getalenteerde kinderen nog steeds ouderwets Grieks en Latijn leren, krijgt Jet van Gelder vaak te horen. Ze is voorzitter van de vereniging Classici Nederland. De waarde van klassieke talen zit misschien niet eens in de kennis van de talen zelf, volgens haar. 'Als je nadenkt over school en de vakken die er gegeven worden, dan is het belangrijk om je bij elke vak af te vragen: wat is de waarde van het vak? Welke kennis en vaardigheden geef je leerlingen mee door zo'n vak aan te bieden?'

Slide 22 - Tekstslide


Welke structuur zal de tekst waarschijnlijk hebben?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 23 - Quizvraag

vraag-antwoordstructuur
Inleiding: vraag
middenstuk: antwoord(en)
slot: samenvatting of conclusie

Slide 24 - Tekstslide

Denk eraan:  antwoorden in een hele zin!
Als je antwoord geeft op een vraag, willen we dat je antwoord geeft met een hele zin.

Voorbeeld: 
vraag: Wat is de lievelingswinkel van de schrijfster?
Incompleet antwoord: De HEMA.
Goed antwoord: Haar lievelingswinkel is de HEMA.

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Blz. 33-34: Maak opdracht 1, vraag 2 t/m 4 

Wat niet af is, is huiswerk voor donderdag 5 juni 

Slide 26 - Tekstslide