23/24-40-3H- Lezen en woordenschat 1

23/24 Nederlands
Klas 3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

23/24 Nederlands
Klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 - Leeroverzicht 
H1 - § Lezen - Tekststructuren (1)
H1 - § Woordenschat - Stijlfiguren (1)
H2 - § Lezen - Tekststructuren (2)
H2 - § Woordenschat - Stijlfiguren (2)

Overzichten beschikbaar via StudyGo! (voorheen WRTS).
Account aanmaken - boek opzoeken
Nieuw Nederlands 3 havo - 6e editie
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud van dit college
Doel: aan het eind van dit college ken je de andere drie vaste tekststructuren. 


Opdrachten deze week: opdracht 1 & 2 van § Lezen H2

Slide 3 - Tekstslide

Tekststructuren
In hoofdstuk 1 heb je bij de paragraaf Lezen kennisgemaakt met de tekststructuren probleem-oplossingsstructuur, verklaringsstructuur en verleden-heden(-toekomst)structuur. 

Hier volgen nog enkele vaste tekststructuren.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat weet je al over tekststructuren
Tekststructuren

Slide 13 - Woordweb

Inleiding
Middenstuk
Slot
Anekdote
Aandacht trekken
Introductie onderwerp
Deelonderwerpen
Onderwerp uitgewerkt
Samenvatting
Conclusie
Afhankelijk van tekststructuur
Afhankelijk van tekststructuur

Slide 14 - Sleepvraag

Welke tekststructuur herken je?
A
argumentatiestructuur
B
probleem/ oplossingsstructuur
C
verklaringsstructuur

Slide 15 - Quizvraag

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
stelling-argument
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
(eventueel
als vraag)
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of 
stelling

Slide 16 - Sleepvraag

Een tekst kan altijd maar één tekststructuur hebben.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag



Wat is een tekststructuur?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Relaties tussen verschillende delen van de tekst.

Slide 18 - Quizvraag

Welke tekststructuur herken je?
A
Argumentatiestructuur
B
Aspectenstructuur
C
Vraag-antwoordstructuur
D
Voor- en nadelenstructuur

Slide 19 - Quizvraag

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
inleiding:
onderwerp

inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel

Slide 20 - Sleepvraag

Ik kan nu drie tekststructuren benoemen en vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik snap de theorie over tekststructuren
010

Slide 22 - Poll