2.2 Het Romeinse rijk

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Tekstslide

Waarom moest Sparta ten alle tijden klaar zijn voor oorlog?
A
Omdat zij veel vijanden hadden gemaakt onder de Griekse stadstaten
B
Omdat zij het dichtste bij het Perzische rijk lagen en dus altijd klaar moesten zijn voor een aanval
C
Omdat de Spartanen een minderheid vormden op hun eigen eiland die zij hadden veroverd
D
Omdat dit nou eenmaal de Spartaanse cultuur is

Slide 2 - Quizvraag

Sparta
Athene
Sleep de woorden naar de juiste stadstaat:
Gelijke rechten man vrouw
Filosofie
Democratie
Oorlogstaat
Aristocratie
Leiders gekozen door loting
Raad van 500
Heloten

Slide 3 - Sleepvraag

"Je bent ziek geworden en zult in alle waarschijnlijkheid binnenkort sterven, dit is jouw straf van de Goden omdat je ongehoorzaam bent geweest"

Is een....
A
Mythische verklaring
B
Natuurlijke verklaring

Slide 4 - Quizvraag

"Je bent ziek geworden en zult in alle waarschijnlijkheid binnenkort sterven, dit komt waarschijnlijk door die rood gevlekte paddenstoel die je hebt opgegeten "

Is een....
A
Mythische verklaring
B
Natuurlijke verklaring

Slide 5 - Quizvraag

'De arts voert een aderlating uit'

Past de afbeelding bij mythisch denken of bij wetenschappelijke denken. Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open vraag

Wat maakt Herodotos wetenschappelijk?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

De laatste Trojaan

De held Aeneas - een zoon van de Godin Aphrodite (Venus) en de sterfelijke man  Anchises, kijkt nog éénmaal achterom terwijl zijn geliefde stad Troje in de vlammen wordt opgeslokt.

Na jaren lange omzwervingen komt Aeneas in Italië aan, waar de goden hem hadden opgedragen een nieuw Troje te stichten.

Op de vlaktes van Latium stichtte Aeneas een nieuwe stadstaat. Voor generaties zouden het nageslacht van Aeneas als koningen regeren over dit kleine koninkrijk.

Slide 10 - Tekstslide

Romulus en Remus
De laatste koning van het geslacht van Aeneas werd afgezet door zijn jaloerse broers. Om ervoor te zorgen dat het geslacht van Aeneas zou uitsterven, werden de zonen van de koning vermoord en de dochter werd verplicht een vestaalse maagd te worden, opdat zij nooit kinderen zou kunnen baren.

Echter schonk de oorlogsgod Mars de vrouw toch een kind - een tweeling: Romulus en Remus. De koning gaf opdracht de kinderen te verdrinken in de rivier. Eenmaal aangekomen bij de rivier kon de soldaat zich er niet toe zetten de kinderen te vermoorden en liet ze afdrijven in een mandje.

De twee jongetjes werden gevonden door een wolvin...

Slide 11 - Tekstslide

Rome
De kinderen werden grootgebracht door de wolvin. Uiteindelijk toen zij groot en sterk waren keerden zij via dezelfde rivier terug naar waar zij vandaan kwamen.

Romulus en Remus doden de nieuwe koning en stichten uiteindelijk in 753 v.chr een nieuwe stad: Rome. Op de plek waar de wolvin de jongetjes had gevonden.

Toen de tweeling ruzie kreeg over wie koning mocht worden over deze nieuwe stad, doodde Romulus zijn broer.

Slide 12 - Tekstslide

Waarom zou het voor de Romeinen belangrijk zijn dat zij van de Trojanen afstammen?

Slide 13 - Open vraag

Romeinse koninkrijk
  • Periode tussen 750 v.chr  en 500 was Rome een koninkrijk

  • Ideale ligging bij zee (handel) en onder de machtige Etrusken (veiligheid)

  • De laatste Romeinse koning: Tarquinius Superbus was een wrede tiran.

  • Het volk kwam in opstand en zette de koning af. "nooit meer een koning'

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een republiek
A
Een land zonder koning, waarin de macht verdeeld is onder een deel van de burgers
B
Een land met een democratisch stelsel waarin leiders gekozen worden
C
Een land dat bestuurd wordt door een tiran, die de macht door middel van geweld heeft gekregen
D
Een land dat bestuurd wordt door een koning en overgegeven wordt op de zonen

Slide 15 - Quizvraag

Romeinse republiek
  • Het Romeinse koninkrijk werd een republiek (staat zonder vorst)

  • Voortaan zou Rome bestuurd worden door de senaat, bestaande uit 300 vooraanstaande families (patriciërs)

  • Uit hun midden worden 2 consuls gekozen om leiding te geven aan het Romeinse rijk.

  • Het volk (plebejers) mocht wel stemmen in een volksvergadering, maar de uiteindelijke beslissingen werden genomen door de senaat

  • Om het volk enig inspraak te geven wordt er een volkstribuun aangesteld, die de belangen van het volk dient.

Slide 16 - Tekstslide

Zet de volgende onderdelen van de Republiek op de goede plaats:
Consuls
Volksvergadering
Volkstribuun
Senaat

Slide 17 - Sleepvraag

Hoewel de plebejers weinig politieke macht hadden, was het belangrijk om het volk tevreden te houden. Waarom?
A
Omdat de rijke plebejers wel stemrecht hadden
B
Omdat zij in opstand konden komen tegen de machthebbers
C
Omdat de leden uit het senaat gekozen werden door de plebejers
D
Omdat de volksvergadering wel de macht had om wetten te dwarsbomen

Slide 18 - Quizvraag

Situatie voor Gaius Marius

  • De Romeinen hadden geen staand leger, elke zomer verlieten de boeren met hun eigen harnas en wapens hun akkers om in het leger te dienen.







  • De soldaten kregen een deel van de buit, maar het meest ging naar de senatoren

  • Vrouwen die achterbleven konden vaak niet voor de velden zorgen en werden gedwongen deze te verkopen.

  • Veel van deze vrouwen belanden uiteindelijk in de slavernij
Situatie na Gaius Marius 
(context: De republiek werd bedreigd door de Teutonen en Kimbren die een enorm Romeins leger hadden verslagen en op weg naar Rome waren. Marius werd aangesteld als consul)

  1. Iedereen kon zich aanmelden voor het leger, wapen en harnas kregen ze van de staat.
  2. De soldaten kregen een salaris van de generaal, konden promotie maken binnen het leger en kregen nog steeds een deel van buit.
  3. Er komt een staand leger. Men tekende voor een periode van 16 jaar in het leger
  4. Na de diensttijd kregen de soldaten een stuk land in het veroverde gebied als pensioen.

Slide 19 - Tekstslide

1

Slide 20 - Video

06:31
Welke van de legerhervormingen herken je in het filmpje

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

1

Slide 23 - Video

03:50
Wat was het motief van de moordenaars?
A
Zij wilden wraak nemen voor de moord op Pompeius
B
Zij wilden voorkomen dat de monarchie hersteld zou worden
C
Zij wilden zelf regeren over het Romeinse rijk
D
Ze zagen Caesar als een wrede tiran en wilden de republiek redden

Slide 24 - Quizvraag

Octavianus
  • Na de moord op Caesar wederom burgeroorlogen in het Romeinse rijk

  • Uiteindelijk wordt de oorlog gewonnen door Octavianus (de adopteerde neef van Julius Caesar)

  • In 27 v.chr maakt Octavianus een einde aan de republiek, maar wil niet dezelfde fout maken als Caesar...

Slide 25 - Tekstslide

Welke 'fout' had Julius Caesar gemaakt?
A
Hij had Rome met geweld veroverd
B
Hij had het senaat buitenspel gezet
C
Hij liet zichzelf dictator voor het leven benoemen
D
Hij stond het toe dat mensen binnen Rome bewapend mochten zijn

Slide 26 - Quizvraag

Keizerrijk
In theorie
  1. Octavianus geeft al zijn bevoegdheden terug aan het Senaat
  2. Octavianus herstelde de republiek in oude glorie
  3. Vervolgens krijgt hij de titel Augustus en levenslang de bevoegdheden van consul (hoogste politieke leider), ponitfex maximum (hoogste religieuze leider) en tribunus plebis (hoogste positie bij de volksvergadering)

In praktijk
  • Octavianus presenteert zichzelf als de redder van de republiek. Maar in werkelijkheid trekt hij alle macht naar zich toe en regeert als de eerste keizer van het keizerrijk

  • Begin Pax Romana

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

En toch kon je beter een 'proletariër' zijn dan een 'Bataaf' (inwoner van het huidige Nederland) binnen het Romeinse rijk. Waarom?
A
Proletariërs hadden het Romeinse burgerrecht
B
Bataven werden beschouwd als slaven in de Romeinse samenleving
C
Proletariërs mochten zich vrij bewegen door het Romeinse rijk
D
Bataven werden beschouwd als minderwaardig

Slide 29 - Quizvraag

Romanisering
  • Overal in veroverde gebieden werd een bestuurlijk centrum gebouwd (zie plaatje)

  • Voor veel overwonnen volken was dit de eerste kennismaking met de Romeinse cultuur

  • Langzaam namen de overwonnen volken deze cultuur over en vermengden deze met de eigen cultuur (romanisering)

  • Extra stimulans door in het Romeinse leger te dienen en zo het burgerrecht te verdienen
1) Rechten van een Romein (recht op een rechtszaak, etc.)
2) Hogerop klimmen in de Romeinse maatschappij

Romeinse stad Xanten; blauwdruk voor elke Romeinse stad

Slide 30 - Tekstslide

Wat kan een nadelig gevolg zijn van overwonnen volken te laten dienen in het Romeinse leger?
A
Zij zijn minder goed getraind dan de Romeinse soldaten
B
Er is een taal barrière ze begrijpen de Latijnse orders niet
C
De loyaliteit van de overwonnen volken is niet altijd aan de Romeinen
D
De overwonnen volken waren zelden te vertrouwen

Slide 31 - Quizvraag

Huiswerk

Slide 32 - Tekstslide