Lesson 1 (2)

Today 

  1. Homework check
  2. Grammar: adverbs of frequency & present perfect
  3. (Home)work
  4. Looking back
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Today 

  1. Homework check
  2. Grammar: adverbs of frequency & present perfect
  3. (Home)work
  4. Looking back

Slide 1 - Tekstslide



Aan het einde van deze les..
  1. .. weet je wat adverbs of frequency zijn en kun je deze op de juiste plek in een Engelse zin zetten. 
  2. .. weet je wat the present perfect is en hoe je deze op de juiste manier toepast. 
  3. .. heb je extra geoefend met de words, phrases  & grammar van lesson 1.




Slide 2 - Tekstslide

1. Homework check

Homework was:
  • exc. 3 t/m 6
    markeer bij opdr. 3 / 4 de zinnen uit de tekst
    waar je het antwoord in kunt vinden.
  • exc. 9 & 10 (p.102/103)

Please, open p.96

Check together:
/

Slide 3 - Tekstslide

'Adverbs of frequency'
Please, take out your notebook.

Slide 4 - Tekstslide

Kijk naar de volgende woorden:
always, usually, often, sometimes, never, regularly, still, etc.


Waarover vertellen deze woorden je iets? 

Eigen denktijd              random beurten
timer
0:30

Slide 5 - Tekstslide

Adverbs of frequency

Slide 6 - Tekstslide

Waar je het adverb neerzet in een zin, is afhankelijk van de werkwoorden.
  1. Wat is een werkwoord?

  2. Hoeveel werkwoorden staan er in onderstaande zinnen?
  3. Welke werkwoorden zijn dat?

    I have talked to him before. 
    She is on time. 



                          Eigen denktijd                      random beurten
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Adverbs of frequency (plaats)
Neem over in je schrift:
Waar zet je het adverb neer in een zin? 

  1. Als er maar één werkwoord in de zin staat: Vóór het werkwoord  --> I often cook.
  2. Na een vorm van 'to be' (am, are, is, was, were) -->  I am usually on time
  3. Bij 2 of meer werkwoorden: na het eerste werkwoord. --> I have never been to a wedding.

     I often cook.
     I am usually on time.
     I have never been to a wedding.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Together!
Als je de beurt krijgt, vertel je welk adverb er in de zin staat én leg je uit waarom het adverb op die plek staat. 

  1. She always laughs at his jokes.
  2. I never eat breakfast in the morning.
  3. They often walk to school.
  4. He has never been to London.
  5. We can usually go outside during the break.

Slide 10 - Tekstslide

In pairs!
Zet het adverb op de juiste plek in de zin. Overleg met elkaar en kom tot het juiste antwoord. Schrijf de volledige zin in je schrift

Als je de beurt krijgt, moet je ook kunnen uitleggen waarom het adverb op die plek in de zin hoort.
 
  1. She goes to bed at 10 p.m. (usually)
  2. I watch horror movies. (never)
  3. They play football on Saturdays. (often)
  4. He has visited a museum. (never)
  5. We can stay up late on Fridays. (sometimes)
timer
3:00
Check together: Random beurten

Slide 11 - Tekstslide

Yourself!
  1. He drinks tea in the morning. (always)
  2. They eat vegetables for dinner. (rarely)
  3. She is tired after school. (often)
  4. We have finished our homework. (already)
  5. Tom will be late for class. (sometimes)
timer
2:30
Check together: Random beurten
Zet het adverb op de juiste plek in de zin. 

Schrijf de volledige zin in je schrift.

Als je de beurt krijgt, moet je ook kunnen uitleggen waarom het adverb op die plek in de zin hoort.

Slide 12 - Tekstslide

Ik weet wat adverbs of frequency zijn en ik kan deze op de juiste plek in een Engelse zin zetten. 

Slide 13 - Tekstslide


'Present perfect'
herhaling

Slide 14 - Tekstslide




  1. Welke 3 soorten zinnen ken je?
  2. Welke vormen kan een werkwoord hebben?
  3. Waar moet je bij die verschillende vormen goed op letten?




                 Eigen denktijd                               random beurten


timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Filmpje
Je gaat zometeen kijken naar een filmpje met uitleg over de present perfect.

Tijdens het kijken:
  • Let goed op! Na het kijken krijg je vragen over wat je gezien hebt!
    Aantekeningen maken mag!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

A. Beantwoord in je schrift onderstaande vragen:

  1. Wat is het verschil tussen de past simple en de present perfect?
  2. Hoe vorm je de present perfect?
  3. Welke 2 vormen kan 'have' in de present perfect hebben?
  4. Waar moet je op letten bij het voltooid deelwoord?
  5. Hoe maak je de present perfect ontkennend?
  6. Hoe maak je de present perfect vragend?
  • B. Overleg met je buur:

  • Zorg ervoor dat je samen tot het (volgens jullie) juiste antwoord komt op de vraag.
  • Vul de antwoorden die je hebt opgeschreven aan. 
  • Zorg dat je zoveel mogelijk vragen hebt beantwoord. 


timer
2:30
Klassikaal bespreken!

Slide 18 - Tekstslide

  • Wat is het verschil tussen de past simple en de present perfect?
  • De past simple is helemaal voorbij. De present perfect nog niet.
  • Hoe vorm je de present perfect?
  • Met 'have' + voltooid deelwoord.
  • Welke 2 vormen kan 'have' in de present perfect hebben?
  • 'Have' en 'has': hiervoor kijk je naar het onderwerp. 
  • Waar moet je op letten bij het voltooid deelwoord?
  • Regelmatige werkwoorden: +-ed, onregelmatige werkwoorden hebben hun eigen vorm.
  • Hoe maak je de present perfect ontkennend?
  • haven't (have not) / hasn't (has not)
  • Hoe maak je de present perfect vragend?
  • Beginnen met 'have'  of 'has'

Slide 19 - Tekstslide

Ik weet wat de present perfect is, ik weet wanneer ik deze moet gebruiken en ik kan deze op de juiste manier in een Engelse zin zetten. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

5. (Home)work


Monday, April 14th:
Maken:
  • exc. 7 & 8 (p.99 t/m 101)
  • Unit 6, lesson 1: practise more (online)

Leren:
words lesson 1, unit 6 (p.176)
words unit 1 t/m 5

  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Tijd tot afsluiting van de les.
  • Muziek mag
  • Klaar? StudyGo!

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn 'adverbs of frequency' en waar zet je die neer in een zin?

Slide 23 - Open vraag