Lesson 1 (2)

Today 

  1. Homework check
  2. Grammar: adverbs of frequency & present perfect
  3. (Home)work
  4. Looking back
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Today 

  1. Homework check
  2. Grammar: adverbs of frequency & present perfect
  3. (Home)work
  4. Looking back

Slide 1 - Tekstslide



Aan het einde van deze les..
  1. .. weet je wat adverbs of frequency zijn en hoe je deze moet gebruiken. 
  2. .. weet je wat the present perfect is en hoe je deze moet gebruiken. 
  3. .. heb je extra geoefend met de words, phrases  & grammar van lesson 1.




Slide 2 - Tekstslide

1. Homework check

Homework was:
  • exc. 3 t/m 6
    markeer bij opdr. 3 / 4 de zinnen uit de tekst
    waar je het antwoord in kunt vinden.
  • exc. 9 & 10 (p.102/103)

Please, open p.96

Check together:
/

Slide 3 - Tekstslide

'Adverbs of frequency'
Please, take out your notebook.

Slide 4 - Tekstslide

Kijk naar de volgende woorden:
always, usually, often, sometimes, never, regularly, still, etc.

Waarover vertellen deze woorden je iets?

Slide 5 - Open vraag

Adverbs of frequency

Slide 6 - Tekstslide

Waar je het adverb neerzet in een zin, is afhankelijk van de werkwoorden.
Hoeveel werkwoorden staan in deze zin? En welk(e) werkwoord(en)?

I have talked to him before.

Slide 7 - Open vraag

Ze het adverb 'never' nu op de juiste plaats in de zin:

I have talked to him before.

Slide 8 - Open vraag


Hoeveel werkwoorden staan in deze zin? En welk(e) werkwoord(en)?

She is on time.

Slide 9 - Open vraag

Ze het adverb 'always' nu op de juiste plaats in de zin:

She is on time.

Slide 10 - Open vraag

Adverbs of frequency (plaats)
Neem over in je schrift:
Waar zet je het adverb neer in een zin? 

  1. Als er maar één werkwoord in de zin staat: Vóór het werkwoord  --> I often cook
  2. Na een vorm van 'to be' (am, are, is, was, were) -->  I am usually on time
  3. Bij 2 of meer werkwoorden: na het eerste werkwoord. --> I have never been to a wedding.

     I often cook.
     I am usually on time.
     I have never been to a wedding.

Slide 11 - Tekstslide


'Present perfect'
herhaling

Slide 12 - Tekstslide

Welke 3 soorten zinnen ken je?

Slide 13 - Open vraag

Welke vormen kan een werkwoord hebben?

Slide 14 - Open vraag

Waar moet je altijd goed op letten als je een werkwoord in de VERLEDEN of VOLTOOIDE TIJD moet gebruiken?

Slide 15 - Open vraag

Filmpje
Je gaat zometeen kijken naar een filmpje met uitleg over de present perfect.

Tijdens het kijken:
  • Maak je zelf aantekeningen over dat wat jou belangrijk lijkt. 
  • Deze heb je nodig voor na het kijken. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

5. (Home)work


Friday June 2nd:
Maken:
  • exc. 7 & 8 (p.99 t/m 101)
  • Unit 6, lesson 1: practise more (online)

Leren:
words lesson 1, unit 6 (p.176)
words unit 1 t/m 5

  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Tijd tot afsluiting van de les.
  • Muziek mag
  • Klaar? WRTS /Read Theory / Write & improve.

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn 'adverbs of frequency' en waar zet je die neer in een zin?

Slide 20 - Open vraag