H3.9 Spelling

H1.3 Lezen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1.3 Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
ZWW (+ HWW) = WG
KWW (+ HWW) = NG

  • Nakijken opdracht 1, 3 en 8 
  • 5 minuten oefenen 'Versterk Jezelf' met 'ontleden woordsoorten'

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Is het een sterk of zwak werkwoord?

BLIJVEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 3 - Quizvraag

Is het een sterk of zwak werkwoord?

TENNISSEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf 3 zwakke werkwoorden op

Slide 5 - Woordweb

H3.9 Spelling
Persoonsvorm verleden tijd zwak (pv-vt-zwak)
Eindigt de STAM op een letter uit 't KoFSCHiP X? 
--> Dan een 'te'/'ten'
Eindigt de STAM op een andere letter? 
--> Dan een 'de'/'den' 

Verhuiz = verhuisDEN, bedank = bedankTE

Slide 6 - Tekstslide

H3.9 Spelling
Persoonsvorm verleden tijd zwak (pv-vt-zwak)
enkelvoud:
ik-vorm + -te of -de
meervoud:
ik-vorm + -ten of -den

Slide 7 - Tekstslide

H3.9 Spelling

Slide 8 - Tekstslide

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Slide 9 - Open vraag

kleven (vt)
De stickers […] aan het raam.

Slide 10 - Open vraag

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Slide 11 - Open vraag

De docent (starten) de les en (controleren) het huiswerk.

Slide 12 - Open vraag

Verven
Noteer de stam
Noteer de vt van 'hij'

Slide 13 - Woordweb

Zeven
Noteer de stam
Noteer de vt bij 'het meisje'

Slide 14 - Woordweb

Lozen
Noteer de stam
Noteer de vt van 'jij'

Slide 15 - Woordweb

H3.9 Spelling
melodie - melodieën
bacterie - bacteriën
fee - feeën
museum - museums/ musea
technicus - technici

Slide 16 - Tekstslide

Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het
meervoud met
A
-een
B
-ën
C
-en
D
eën

Slide 17 - Quizvraag

meervoud van zelfstandige naamwoorden: Baby en pasta
A
babys en pastas
B
baby's en pastaas
C
baby's en pasta's
D
babys en pasta's

Slide 18 - Quizvraag

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
knie
A
Kniën
B
Knies
C
Knieën

Slide 20 - Quizvraag

Klopt deze spellingsregel?

Sommige zelfstandig naamwoorden hebben twee vormen in het meervoud.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Welk meervoud is verkeerd gespeld?
A
kopiën
B
oliën
C
zeeën
D
ideeën

Slide 22 - Quizvraag

Datum heeft een dubbel meervoud.
A
niet waar
B
waar

Slide 23 - Quizvraag

Zelfstandige naamwoorden hebben altijd een meervoud.
A
niet waar
B
waar

Slide 24 - Quizvraag

Zelfstandige naamwoorden uit het Latijn die eindigen op -us krijgen in het meervoud een -i in plaats van -us.
politicus-politici
A
niet waar
B
waar

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
ski
A
Skiën
B
Ski's

Slide 26 - Quizvraag

Welke werkwoordsoorten staan in deze zin?
Vandaag blijf ik lekker in mijn bed liggen

Slide 27 - Open vraag

Benoem alle woordsoorten:
De Hartstichting adviseert alle mensen actieve beweging van een uur per dag.

Slide 28 - Open vraag

Alle woordsoorten benoemen: lw, zn, bn, zww, kww, hww, vz
De Hartstichting adviseert alle mensen actieve beweging van  een  uur  per  dag.
lw           zn                     zww        bn        zn           bn             zn           vz     lw    zn     vz     zn
Uitleg

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken
H3.9 Spelling
opdracht 1
Verder werken aan opdracht: 3, 4, 6, 7 en 11
Klaar? Maken opdracht 13
Klaar? Maken 'Versterk Jezelf' werkwoordspelling of spelling in het algemeen

Slide 30 - Tekstslide