3.8 Grammatica woordsoorten - deel 2 + herhaling pvvt sterke ww

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Raadsel van de dag
‘Mijn broer Theo en ik 
stuurden wel meer dan 
800 brieven naar elkaar’

Welke Nederlandse schilder uit de 
19e eeuw zou dit gezegd kunnen hebben?

Slide 2 - Tekstslide


Lesdoelen

1.  Woordsoort: 'blijven' als 'kww, zww en hww'
2. Spelling: Herhaling persoonsvorm vt sterk werkwoord


Slide 3 - Tekstslide

zww kww en hww

§ 3.8 Grammatica woordsoorten

Slide 4 - Tekstslide

Woordsoorten benoemen: 
lw, zn, bn, zww, kww, hww, vz
                              Beweging zal stress verminderen.
                                      zn        hww     zn             zww

( In de vraag typ je je antwoord zo: zn-hww-zn-zww )
Voorbeeld

Slide 5 - Tekstslide

Benoem alle woordsoorten:
Van een sloom figuur word je een energiek mens.

Slide 6 - Open vraag

Alle woordsoorten benoemen: lw, zn, bn, zww, kww, hww, vz
Van een sloom figuur   word    je     een  energiek mens.
vz      lw      bn        zn        kww    psv     lw       bn             zn
Uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Welke soorten werkwoorden staan in deze zin?
Ook zal je na een tijdje een betere slaper worden.

Slide 8 - Open vraag

Welke soorten werkwoorden staan in deze zin?
Ook zal je na een tijdje een betere slaper worden.

zal = hww
worden = kww 
Uitleg

Slide 9 - Tekstslide

Welke woordsoorten?
De Hartstichting adviseert alle mensen actieve beweging van een uur per dag.

Slide 10 - Open vraag

Alle woordsoorten benoemen: lw, zn, bn, zww, kww, hww, vz
De Hartstichting adviseert alle mensen actieve beweging van een uur per dag.
lw           zn                     zww        bn        zn           bn             zn           vz    lw    zn    vz    zn
Uitleg

Slide 11 - Tekstslide

blz. 185


Soms is het kww 'blijven' een zww!
De terminator is thuis gebleven. 
is = hww, gebleven = zww (verblijven)

Slide 12 - Tekstslide



Soms is het kww 'blijven' een hww!
Ze blijft lachen. 
blijft = hww, lachen = zww
is = hww, gebleven = zww

Slide 13 - Tekstslide



Terugblik §2.9 Spelling
persoonsvorm verleden tijd - sterke werkwoorden

Slide 14 - Tekstslide


zwakke werkwoorden
= klankvast in vt


sterke werkwoorden
= klankveranderend in vt
 Spelling: persoonsvorm verleden tijd

Slide 15 - Tekstslide


zwakke werkwoorden
= klankvast in vt


sterke werkwoorden
= klankveranderend in vt
 Spelling: persoonsvorm verleden tijd
zingen - zongen
lopen - liepen

Slide 16 - Tekstslide

Spelling oefenen? www.beterspellen.nl

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je nu?
Woordsoorten: lw, zn, bn, zww, kww, hww, vz
Werkwoordspelling: pvvt - sterke werkwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Wat?
§ 3.8 Grammatica woordsoorten: opdrachten 5 t/m 8
Hoe?
Ta!ent online 
Hulp?
klasgenoot, boek, Straver
Resultaat?
Huiswerk
Leerdoel
kww is soms zww, werkwoordspelling
Klaar?
www.beterspellen.nl 

Slide 19 - Tekstslide

Oplossing raadsel?
‘Mijn broer Theo en ik
stuurden wel meer dan
800 brieven naar elkaar’

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video


Vincent van Gogh (1853 - 1890)
https://schooltv.nl/video/het-leven-van-vincent-van-gogh-schilder-van-meer-dan-800-schilderijen/#q=

Slide 22 - Tekstslide

Volgende keer
Succes 
en
 tot de volgende keer!

Slide 23 - Tekstslide