Les: Oncologie

Les 1
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 54 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Oncologie
Aan het einde van de lessen weten jullie...
...wat kanker is.
...wat voor soorten kanker er zijn.
...wat de risicofactoren zijn.
...de verschillende soorten behandelingen.
...meer over de palliatieve fase.

Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft er wel eens met kanker te maken gehad? 

Slide 3 - Tekstslide

Welke vormen van kanker kennen jullie?

Slide 4 - Tekstslide

Feit of Fabel?
  • Huidkanker is de meest voorkomende soort kanker
  • Een tumor betekent kanker
  • Ongeveer 1 op de 5 mensen krijgt kanker in zijn of haar leven
  • Leverkanker komt in Nederland veel voor
  • Alcohol is kankerverwekkend.

Slide 5 - Tekstslide

Huidkanker is de meest vergelijkbare soort kanker
✅ Feit
In Nederland is huidkanker (vooral basaalcelcarcinoom) de meest interessante vorm van kanker. Deze vorm groeit meestal langzaam en zaait zelden uit, maar komt wel heel vaak voor.
Een tumor betekent kanker
❌ Fabel
Een tumor is een gezwel, maar dit kan goedaardig (bijv. een vetbult) of kwaadaardig (kanker) zijn. Niet elke tumor is dus kanker.
Ongeveer 1 op de 5 mensen krijgt kanker in zijn of haar leven
❌ Fabel
Het risico is hoger: krijgt momenteel ongeveer 1 op de 2 mensen (50%) in Nederland op enig moment in het leven kanker. De uitspraak is dus verouderd.
Leverkanker komt in Nederland veel voor
❌ Fabel
Leverkanker komt in Nederland relatief weinig voor. In andere delen van de wereld (zoals Azië en Afrika) is het veel gebruikelijker, vaak door hepatitis-infecties.
Alcohol is kankerverwekkend
✅ Feit
Alcohol is een bewezen kankerverwekkende stof. Het verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker, zoals borst-, mond-, keel- en leverkanker.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Soorten kanker:

Slide 8 - Tekstslide

 Abnormale celdeling (onderste deel)
Soms krijgt een gezonde cel schade aan haar DNA (bijvoorbeeld door roken, zon, of pech).
Dan ontstaat een kankercel.

Deze kankercel blijft zich steeds delen, zonder te stoppen.

Zo ontstaat een kwaadaardige tumor: een grote groep verkeerde cellen.

💡 Kort gezegd:
Gezonde cellen weten wanneer ze moeten stoppen met delen.
Kankercellen doen dat niet en blijven maar doorgroeien.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat voor risicofactoren  voor het krijgen van kanker kunnen jullie opnoemen?

Slide 12 - Tekstslide

Factoren bij het ontstaan van kanker


Endogene factoren:
- Hormonale invloeden (oestrogeen en testosteron)
- Erfelijke invloeden (BRCA gen)
- Gevolg van andere ziekte (o.a. werner syndroom,

Exogene factoren:
- Tabak
- ioniseren straling (radioactiviteit)
- beroepsrisico
- Zonlicht
- Infecties (HPV, HIV, Hepatitis) 
- Alcohol
- Milieu 
- Voeding

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden
Borstkanker <> leeftijd en aanleg
Dikke darmkanker <> leeftijd, aanleg, leefstijl
Longkanker <> leeftijd en leefstijl
Leverkanker <> uitzaaiingen en virale infectie
Baarmoederhalskanker <> virus (HPV)

Roken verhoogt het risico op alle vormen van kanker.

Slide 14 - Tekstslide

Negen signalen van kanker?
  1. gewichtsverlies, vermoeidheid, slecht uit zien
  2. veranderingen bij plassen
  3. verandering ontlasting
  4. verdikking/knobbel in lichaam
  5. blijvende heesheid of hoest, bloed ophoesten
  6. slikklachten
  7. moedervlekken en huidplekjes die veranderen
  8. een plekje dat schilfert of bobbeltje op de huid
  9. vrouw > ongewoon bloedverlies/afscheiding, man> pijn of verandering zaadballen 
    (Bij hematologische aandoeningen: Nachtzweten)

Slide 15 - Tekstslide

Diagnostiek?


Anamnese

Biopt

Bloedonderzoek tumormarkers

Beeldvormend onderzoek

Slide 16 - Tekstslide

Diagnostiek?


PSA (Prostaat Specifiek Antigeen) → prostaatkanker (maar kan ook verhoogd zijn bij prostaatontsteking of goedaardige prostaatvergroting).

CEA (Carcino-Embryonaal Antigeen) → darmkanker, longkanker, alvleesklierkanker (maar kan ook verhoogd zijn bij roken of ontstekingen).
CA 15-3 / CA 27-29 → borstkanker.

CA 125 → eierstokkanker (maar kan ook verhoogd zijn bij endometriose of menstruatie).
AFP (Alfa-foetoproteïne) → leverkanker, kiemceltumoren.

HCG (humaan choriongonadotrofine) → kiemceltumoren (bij mannen en vrouwen).

CA 19-9 → alvleesklierkanker, galwegkanker.

Slide 17 - Tekstslide

Diagnostiek?


Wanneer worden tumormarkers bepaald?
Niet als algemene screening → ze zijn te weinig specifiek en kunnen ook verhoogd zijn bij goedaardige aandoeningen.

Wel nuttig voor:
Volgen van het verloop van een al bekende kanker.
Evalueren of behandeling (operatie, chemo, bestraling) effect heeft.
Vroegtijdig opsporen van terugkeer (recidief) bij bepaalde tumoren.

Belangrijke kanttekeningen
Een verhoogde waarde betekent niet automatisch kanker.
Lage of normale waarden sluiten kanker niet uit.

De interpretatie gebeurt altijd in combinatie met klachten, beeldvorming en eventueel weefselonderzoek (biopsie).!!

Slide 18 - Tekstslide

Onderzoeksmethoden

Functieonderzoek
Beeldvorming
Scopiën

Slide 19 - Tekstslide

Echografie

Slide 20 - Tekstslide

echografie
  • echografie is een medische techniek die gebruik maakt van geluidsgolven
  • het is daarom niet schadelijk (en kan ook gebruikt worden bij zwangerschap)

Slide 21 - Tekstslide

Echografie

Slide 22 - Tekstslide

MRI-scan
                                                                                  Dilay & Selina

Slide 23 - Tekstslide

Wat doet een MRI scan?
Een MRI-scanner maakt een 3 dimensioneel plaatje van de binnenkant van je lichaam. Hij maakt onderscheid tussen weefsels (zoals bloed, vet en orgaan-weefsel) op basis van hun waterstof-dichtheid. 

Slide 24 - Tekstslide

borstkanker op mri zichtbaar

Slide 25 - Tekstslide

MRI (Magnetic Resonance Imaging)
Binas tabel 29

Slide 26 - Tekstslide

CT scan
De CT-scan werkt met röntgenstraling. De scanner bestaat uit een röntgenapparaat dat onder verschillende hoeken röntgenfoto’s maakt. 

Zo ontstaat een 3D-röntgenbeeld van de binnenkant het lichaam.

Slide 27 - Tekstslide

grote tumor a + verdachte oksellymfeklier (b) past bij een gevorderd stadium borstkanker.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

MRI-hersenscans bij verschillende neurologische aandoeningen.
High-Grade Glioma: Hooggradig glioom (agressieve hersentumor)

Low-Grade Glioma; Laaggradig glioom (langzaam groeiende hersentumor)


Metastases : uitzaaiingen in de hersenen

MS: Active MS: actief :ontstekingsactiviteit zichtbaar
MS: Inactive MS: inactief :oude laesies zonder ontsteking
MS: Tumefactive MS: tumefactieve vorm (lijkt op tumor op MRI)

Toxic Leukoencephalopathy: Toxische leuko-encefalopathie; Toxische leuko-encefalopathie: is een beschadiging van de witte stof in de hersenen (leuko = wit, encefalopathie = hersenschade) die ontstaat door blootstelling aan giftige stoffen.

Vascular Ischemia: Vasculaire ischemie (herseninfarct)

Slide 30 - Tekstslide


Dit is een overzicht van thoraxfoto’s (X-thorax) met typische radiologische bevindingen

Cardiomegaly :Vergroot hart (cardiomegalie)

Consolidation: Consolidatie: Verdichting door pus/slijm (bv. bij longontsteking)


Edema:Longoedeem Vocht in de longen, vaak door hartfalen

Effusion: Pleuravocht (pleurale effusie) Vocht tussen longvliezen

Mass: Massa (tumor) Verdachte ruimte-innemende afwijking

Pneumonia: Longontsteking: Infectie in longen, vaak met koorts/hoesten



Slide 31 - Tekstslide

Liver – Lever
Stomach – Maag
Spleen – Milt
Right/Left Kidney – Rechter-/linkernier
Upper pole – Bovenpool
Pelvis – Nierbekken
Lower pole – Onderpool
Caecum – Blinde darm
Sigmoid – S-vormige darm (sigmoïd)
Jejunum – Nuchtere darm
Bladder – Blaas

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Nucleaire geneeskunde
Tot nu toe zaten de stralingsbronnen buiten het lichaam. 

Door een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof in te brengen zijn processen in het lichaam te volgen. 

Deze stof noemen we een tracer. 

De straling komt nu vanuit je lichaam.

Slide 34 - Tekstslide

PET-scan
  • Positron emission tomography.
  •  
  • Wordt oa gebruikt om tumoren te zoeken. 

Een PET-scan (Positron Emissie Tomografie) is een onderzoek dat laat zien hoe actief cellen in het lichaam zijn. Het gaat dus niet alleen om de vorm (zoals bij CT of MRI), 
maar vooral om de functie van de cellen.

Meestal wordt radioactief gemerkt suiker (FDG) gebruikt.

Cellen die veel energie gebruiken (zoals kankercellen of actieve ontstekingen) nemen extra veel suiker op.

De scanner vangt dit signaal op en maakt een beeld van waar de suiker zit.

Actieve plekken lichten op als heldere vlekken op de scan.

Vaak wordt de PET gecombineerd met een CT (PET/CT), zodat je zowel functie (PET) als anatomie (CT) samen ziet.

Slide 35 - Tekstslide

PET-scan

Slide 36 - Tekstslide

Scopiën
Coloscopie → Dikke darm
Sigmoïdscopie → Laatste deel van de dikke darm (sigmoïd)
Gastroscopie → Slokdarm, maag en eerste deel van de dunne darm
Hysteroscopie → Baarmoeder
ERCP → Galwegen en alvleesklier
Arthroscopie → Gewrichten (vaak knie of schouder)
Bronchoscopie → Luchtwegen (bronchiën en longen)
Laparoscopie → Buikholte en buikorganen (zoals darmen, eierstokken, blaas, baarmoeder, lever)

Slide 37 - Tekstslide

Metastasen

Als er sprake is van uitzaaiing naar het hersenweefsel, dan spreekt men van “hersenmetastasen”, bij uitzaaiing naar: de ziekte van: “wervelmetastasen”.

Verspreiding via:

- lymfebanen (lymfogene metastasen)

- bloed (hematogene metastasen)

- uitzaaien naar vrije buikholte of pleuraholte






Slide 38 - Tekstslide

metastasen gedragen zich voorspelbaar
Borstkanker zaait meestal uit in 
botten, hefboom, verlenging van de hersenen. 

Prostaatkanker zaait meestal uit 
naar de bodem en naar de 
lymfeklieren van het bekken, buik, 
borst en hals. 

Metastasen bij darmkanker

Slide 39 - Tekstslide

Behandelmethoden?
Chirurgie
Radiotherapie
Chemotherapie
Hormonale therapie
Hyperthermie/cryo-ablatie
Beenmerg- of stamceltransplantatie
Immunotherapie
Combinatie van methoden

                                              

Slide 40 - Tekstslide

Behandelmethoden?
volgende week mee verder!

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Opdracht 
4 groepjes 2 opdrachten.

Slide 43 - Tekstslide

Belangrijk bij iedere behandeling!

- Lichamelijke conditie op pijl houden
- Goede voeding
- Hygiëne
- Maatregelen bij weerstand.
- Bij chemo: Excreta is besmet (ook voor zorgverleners belangrijk!)

Slide 44 - Tekstslide

Bijwerkingen bij chemotherapie

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Bestraling/radiotherapie
Bestraling (radiotherapie) is de behandeling van kanker met straling. 
Het doel van bestraling is om kankercellen te doden. 
En daarbij gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. 
Frequentie en hoeveelheid straling verschilt per behandeling.

Hoe werkt bestraling?
Bestraling maakt het DNA in de kankercellen
 kapot. Als het DNA veel schade oploopt, 
kunnen de kankercellen niet meer goed 
delen en gaan ze meestal dood.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Bijwerkingen radiotherapie
  • Veelal hetzelfde als chemotherapie. Wel afhankelijk van de plek die bestraald wordt.

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

De kanker overwonnen?

MAARTEN VAN DER WEIJDEN: 
'KANKER IS GEEN 'STRIJD' 
DIE JE WINT OF VERLIEST'

Slide 51 - Tekstslide

Maar was als iemand niet meer beter wordt?

Slide 52 - Tekstslide

  • Palliatieve pijn
  • Verminderen van klachten
  • Begeleiding en ondersteuning in de terminale fase
  • Angst weg nemen
  • Aanvullende zorg


Slide 53 - Tekstslide

Vragen?

Slide 54 - Tekstslide