6.5 Een land in ontwikkeling

Hoofdstuk 6.5 & 6.6
Een land in ontwikkeling & Ontwikkelingssamenwerking
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6.5 & 6.6
Een land in ontwikkeling & Ontwikkelingssamenwerking

Slide 1 - Tekstslide

Lage lonen in ontwikkelingslanden:
  • Bedrijven maken goedkope producten
  • Meer export
  • Werkgelegenheid stijgt
  • Arbeid deels door kinderen gedaan
  • Kinderen niet naar school
  • Armoede blijft

6.5: een land in ontwikkeling

Slide 2 - Tekstslide

multinationals
  • Een multinational is een groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen
  • Ze vestigen zich in ontwikkelingslanden, want arbeid is daar goedkoop
  • Dit brengt daar werkgelegenheid en dus inkomen

6.5: een land in ontwikkeling

Slide 3 - Tekstslide

Belastinginkomsten: zijn nodig om voorzieningen te verzorgen als zorg, onderwijs en infrastructuur.
Multinationals
  • Hebben vaak speciale afspraken met landen om minder belasting te betalen
  • Ontwikkelingslanden missen daardoor belasting inkomsten
Gevolgen: geen geld voor infrastructuur, onderwijs en zorg
--> lees afb 32. bij vraag 3

6.5: een land in ontwikkeling

Slide 4 - Tekstslide

6.5: een land in ontwikkeling

Slide 5 - Tekstslide

Als overheden geld lenen voor voorzieningen:
  • dan betaalt ze rente over de schuld.
  • moet ze de schuld altijd terugbetalen.

Ontwikkelingslanden moeten soms zoveel rente en aflossing betalen dat er geen geld meer is voor de noodzakelijke voorzieningen.
Armoede leidt tot schulden, die weer tot armoede leiden.

6.5: een land in ontwikkeling

Slide 6 - Tekstslide

IMF (Internationaal Monetair Fonds) doorbreekt de cirkel
  • Schuldhulpverlening
  • Overheden ontwikkelingslanden zijn arm
  • Ze lenen daarom geld (staatsschuld)
  • Bij IMF mogen ze voor lage rentes en met lange termijn aflossing lenen
  • Daardoor minder armoede
  • Landen moeten voldoen aan de voorwaarden!

6.5: een land in ontwikkeling

Slide 7 - Tekstslide

Ontwikkelingssamenwerking: Hulpverlening aan en in overleg met ontwikkelingslanden.
6.6 ontwikkelingssamenwerking

Slide 8 - Tekstslide

6.6 ontwikkelingssamenwerking
Er zijn verschillende soorten vormen van ontwikkelingssamenwerking:

Noodhulp = hulp om de ergste gevolgen op te vangen van een natuurramp of oorlog. (Zodat inwoners weer voor hun eigen basisbehoeften kunnen zorgen)

voorbeelden van Noodhulp zijn:
  • opvang vluchtelingen
  • hulp bij herstel land
  • noodzakelijke goederen (tenten, dekens, voedsel, medicijnen, enz.)







Slide 9 - Tekstslide

6.6 ontwikkelingssamenwerking
Structurele hulp = hulp die een blijvende oplossing biedt voor een probleem van een ontwikkelingsland.
Voorbeelden van structurele hulp:
  • overdracht van kennis
  • aanleggen van waterpompen
  • geld




Slide 10 - Tekstslide

6.6 ontwikkelingssamenwerking
Gebonden hulp: Steun aan een ontwikkelingsland in de vorm van geld dat moet worden besteed aan producten afkomstig uit het steun verlenende land.
Voordeel ontwikkelingsland: er is geld om het land op te bouwen
Nadeel voor ontwikkelingsland: ze zijn verplicht geld in gevende land uit te geven.
Voordeel gevend land: meer werkgelegenheid en winst
Ongebonden hulp: hulp zonder bijkomende voorwaarden. Het ontvangende land beslist zelf wat het beste voor hen is

Slide 11 - Tekstslide


Nederland betaald een deel van de hulp via internationale organisaties die armoede bestrijden.
Vooral aan de Verenigde Naties (VN)
en de Wereldbank
6.6 ontwikkelingssamenwerking

Slide 12 - Tekstslide


Bilaterale hulp: De ontwikkelingshulp die rechtstreeks door een land aan een arm land geschonken wordt. Bijvoorbeeld: het LUMC van Nederland komt met hartchirurgen operaties uitvoeren in Suriname en schenkt hier apparatuur.
6.6 ontwikkelingssamenwerking

Slide 13 - Tekstslide

VN norm = de doelstelling van de VN is dat alle landen 0,7% van het
 nationaal inkomen besteden aan ontwikkelingssamenwerking

Subsidie = de Nederlandse overheid geeft subsidie aan Nederlandse bedrijven die investeren in fabrieken of andere bedrijven in ontwikkelingslanden.
Hierdoor wordt werkgelegenheid gecreëerd en neemt de welvaart in het
ontwikkelingsland toe. 
6.6 ontwikkelingssamenwerking

Slide 14 - Tekstslide

Nederland werkt mee aan het vergroten van de welvaart van ontwikkelingslanden. Dit kan NL bijvoorbeeld doen/ doet NL door:
  •     een lening te verstrekken
  •     een gift te geven
  •     subsidies aan hulporganisaties (Artsen zonder grenzen)
  •     lid te zijn van de VN (wereldwijde organisatie)



6.6 ontwikkelingssamenwerking

Slide 15 - Tekstslide

Importheffing
Arme landen willen er van af -> meer werkgelegenheid door export
Rijke landen willen het behouden -> angst voor werkeloosheid in eigen land
Landen onderhandelen steeds vaker rechtstreeks over invoerrechten en sluiten daarna een handelsovereenkomst. 
6.6 ontwikkelingssamenwerking

Slide 16 - Tekstslide

Welvaart is de mate waarin je je behoeftes kunt voorzien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kun je niet de vicieuze cirkel doorbreken?
A
beter onderwijs
B
opheffen protectiemaatregelen
C
kinderen moeten werken
D
betere gezondheidszorg

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
Van 6.6 opdracht: 6, 7 en 8 

Slide 19 - Tekstslide