1.8 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1

WELKOM!

2

Pak alvast je spullen

Pak je werkboek

Laptop

3

4

Log in:

LessonUp

Ga aan het werk.

Herhaling

Schrijf de zin in je schrift en ontleed deze. Zet ook zinsdeelstreepjes

Pv

Wg

OW

Welkom

Vervoeg de werkwoorden (schrift).

Hij (branden) zijn vingers.

 (vinden) jij dat fijn?

Ik (beloven) dat te doen.

Doelen:

• Je weet wanneer je een .- ! - ? gebruikt.
• Je weet hoe je een werkwoord in de tegenwoordige tijd schrijft.
• Je weet wat een infinitief (hele werkwoord) is.

Wat weet jij al?

Denken-Delen-Uitwisselen

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk

1. een punt
2. een uitroepteken
3. een vraagteken
4. niets

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Schiet toch eens op

1. een punt
2. een uitroepteken
3. een vraagteken
4. niets

Hoe zat het ook alweer?  

                        

                                                 

Punt: einde van een zin. Zin begint met een hoofdletter

vraagteken: einde van een vraagzin

uitroepteken: na uitroep, bevel ( Doe dat mes weg!) 

                               (=gebiedende wijs)

Opdrachten 1.8 spelling

Maak opdracht 1 t/m 9.

Ben je klaar dan lees je alvast de uitleg op blz. 82 en 83

Ben je daar mee klaar dan kijk je vast in Magister bij vrijdag 13 oktober. Dan hebben jullie de toets van hoofdstuk 1.
Kijk of je snapt wat er staat en begin vast met leren.

Welkom!

1

WELKOM!

2

Pak alvast je spullen

Log in

Pak je werkboek

Maak de opdrachten

Laptop

3

4

Herhaling

Ontleed de zin: pv-wg-ow + zinsdeelstrepen.

Welk leesteken ontbreekt?

Waarom heeft die meneer de e-mail gestuurd

Zet de zin in verleden tijd en meervoud

Bekijk het filmpje door te klikken op de tekst

 WW in de TT

Verschil tussen de ik-vorm en de stam van een werkwoord

   infinitief                                               stam                            ik-vorm

branden                                          brand                                    brand

lopen                                               lop                                            loop

verhuizen                                      verhuiz                                   verhuis

beloven                                          belov                                       beloof

De stam heel werkwoord - EN

                                                    reizen- reiz             ik reis

lopen-lop                ik loop 

eten-et                    ik eet

werken- werk        ik werk

Infinitief= ander woord voor heel werkwoord.

Tegenwoordige tijd:

Je hoort iets of niets

(vervang door lopen)

ik loop-  loop ik

jij vind - vind jij  (loop jij)

hij werkt- werkt hij

hij vindt  - vindt hij (loopt hij)

Jij (beloven) van alles.

1. beloof
2. beloovt
3. belooft
4. beloofd

De kleine jongen (worden) opgehaald.

onregelmatige werkwoorden

-werkwoorden waarbij de regels niet gelden

-hebben-zijn-kunnen-zullen-willen- mogen

ik heb-jij hebt- hij heeft- wij hebben

ik ben- jij bent- hij is-wij zijn

ik kan- jij kunt/kan- hij kan- wij kunnen

PERSOONSVORM

- In de vorige lessen  heb je al geleerd hoe je de persoonsvorm kan vinden.

- De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm in:
Ik was in het winkelcentrum.

Wat is de stam van
beloven

Jij vin.... dit een makkelijke quiz.

1. vint
2. vindt
3. vind

Schrijf de juiste vorm op:
Mijn oma (braden) een stukje vlees

Wat is de ik-vorm van
geven

Schrijf de juiste vorm op:
(Worden) jij kampioen?

Opdrachten

Maak nu de opdrachten van 1.8 spelling verder af.

10-11-12-15-16-17

Klaar: maak test jezelf of versterk jezelf van 1.8 en/of 1.7

0

GELEERD

SPELLING VAN DE PERSOONSVORM IN

DE TEGENWOORDIGE TIJD

- je weet hoe je de persoonsvorm vindt

-  je kent het verschil tussen stam van een werkwoord en de ik-vorm

- je kunt de persoonsvorm in de tt goed spellen

We sluiten af met wisbordjes!