Les 9 H4 Spelling g, gg of ch en znw

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leg eens uit wat een dilemma is.

Slide 5 - Open vraag

Voor welk dilemma kies jij van het vorige plaatje en waarom?

Slide 6 - Open vraag

G, gg of ch
Bij woorden met een g-klank 
hoor je niet altijd hoe je ze 
moet spellen. Deze klank 
wordt verschillend geschreven. 
Kijk maar naar de volgende 
woorden: liggen, kuchen. 
De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf zelf twee woorden met een -g op, zoals mug.

Slide 8 - Open vraag

Schrijf een woord waarin twee -gg zitten, zoals zeggen.

Slide 9 - Open vraag

Bedenk zelf een woord met -ch, zoals psycholoog.

Slide 10 - Open vraag

Nu nog een keer: wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 11 - Open vraag

Opdrachten
  • Je maakt de opdrachten die hierna komen.
  • Deze stuur je op naar tpj@csg.nl
  • Ik hou bij wie zijn werk inlevert en wie niet!
  • De namen van mensen die niks inleveren moet ik doorgeven aan de mentor en aan meneer Lammerts. Dus stuur het op!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de regel wanneer je -g, -gg of -ch moet schrijven?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide