Les 11 'leiding geven' 30 november

• Facilitair Leidinggevende
• MBO
• Studiejaar 3

Welkom

- 'Leidinggeven lunch'

- Komende 4 periodes

- Boek FD FLK 2

- Periode 1&2 > theorie en voorbereiding

- Periode 3&4 > Examen doen

Les 11

Wat gaan we doen?

Periode 1&2  theorie en oefenen

Periode 3&4 examen afleggen, een week lang in de keuken

Les 11

Profieldeel P2-K2

P2-K2-W1  : Begeleidt en stuurt lerende medewerkers aan

P2- K2-W2: Plant en verdeelt werkzaamheden

P2-K2-W3 : Voert gesprekken met medewerkers

Eerst lezen

Les 11

Doelstellingen H8

Na behandeling van dit hoofdstuk weet je meer over:

• De totstandkoming van een functie;
• De inhoud van een functiebeschrijving.

Les 11

Lezen blz 159 t/m 173 

+

Maken opdrachten 8.02 en 8.04

Les 11

Personeelsbehoefte bepalen

Kwalitatieve personeelsbehoefte:

• Het soort medewerker dat nodig is(bepaald door functie-eisen)

Kwantitatieve personeelsbehoefte:

• Aantal medewerkers dat nodig is
  

(bepaald door in-/externe factoren)

Functieprofiel

Functie-eisen (functieprofiel):

Hieraan moet de nieuwe medewerker voldoen.

Een functieprofiel is een overzicht van eisen op het gebied van:

• Niveau en aard van de gevolgde opleiding
  
• Hoeveelheid werkervaring
  
• Leeftijd
  
• Geslacht

Competenties; combinaties van:

• Specifieke kennis
• Vaardigheden
• Persoonlijke eigenschappen

Welke omschrijving past het best bij het begrip functie?

1. Een beroep.
2. Een geheel van taken dat bij elkaar past
3. Een taak die een werknemer moet uitvoeren
4. Het aantal uren dat iemand moet werken

Wat betekent kwantitatieve personeelsbehoefte?

1. Hoelang personeel nodig is.
2. Hoeveelheid aan personeel dat nodig is.
3. Soort personeel dat nodig is
4. Wanneer personeel nodig is

Bij een vacature zie je onderstaande tekst staan. Onder welk kopje van de functiebeschrijving staat deze informatie?

“Minimaal MBO-4, ICT kennis en –vaardigheden en affiniteit met de gamewereld en digitale ontwikkelingen. Leeftijd: minimaal 20 jaar.”

1. Bevoegdheden
2. Functiewaardering
3. Functie-eisen
4. Verantwoordelijkheden

Herhaling!

Wat weet je nog over instructies en feedback geven?

Welk woord gebruik je in een instructie

1. Waarom
2. Pak . . .
3. Leg ...... neer
4. Wat

Als je een instructie geeft gebruik je lange zinnen met veel woorden.

1. Onjuist
2. Juist

Wat is het belangrijkste doel van instructie geven?

1. Begrijpen en onthouden van informatie
2. Geven van productinformatie
3. Iets vertellen
4. Uitleg geven

wat zijn de 4 G's als leidraad voor het geven van feedback?

1. Gevoel, Gevolgen, Gehoor, gewenst gedrag
2. Gedrag, Gehoor, Gevoel, Gemoed
3. Gedrag, Gevoel, Gevolg, Gewenst gedrag
4. Gemoed, Gevolgen, Gehoor, Gewenst gedrag

een minder goede manier van feedback is:

1. Taakgerichte feedback
2. Persoonsgerichte feedback
3. Procesgerichte feedback
4. Zelfregulerende feedback

Welke regels voor het geven van feedback kloppen?

1. Vermijd woorden zoals "altijd" en "nooit" en spreek in 'ik-zinnen'
2. Geef alleen feedback op gedrag dat de ander kan veranderen en spreek in 'jij-zinnen'
3. Als iemand niet open staat voor feedback; gebruik de 'sandwich methode'
4. Wees altijd eerlijk en vertel alles wat je denkt en voelt

'Tell Sell' demonstratie opdracht 

- Maak groepjes van 2 of 3

- Ga op zoek naar een huishoudelijk apparaat of attribuut

- Schrijf een instructie over hoe het apparaat werkt en wat je er mee kunt, je mag zelf ook allemaal extra functies verzinnen. Wees creatief!

- Demonstreer het apparaat/doe voor en leg uit

- Verzin eventueel een pakkende naam (gebruik je fantasie)

- Presenteer dit als groepje aan de klas