Argumentatie AT3a

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

De smartphone is onmisbaar. Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 3 - Quizvraag

Amsterdam is een prettige stad om te wonen. Er wonen in Amsterdam veel jonge gezellige mensen.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 4 - Quizvraag

Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan. Dan maken er meer mensen gebruik van het openbaar vervoer.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 5 - Quizvraag

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Geef een voorbeeld niet-feitelijk argument bij de stelling: School moet elke dag om 14.00 uur uit zijn.

Slide 7 - Open vraag

Een argument is altijd een feit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Het Spinoza Lyceum is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 10 - Quizvraag

Het Spinoza Lyceum is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 11 - Quizvraag

Het Spinoza Lyceum is een goede school. In de onderbouw leren leerling hoe zij moeten leren en in de bovenbouw presteren zij daardoor beter.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video