Lezen: aai-ooi-oei woorden

Begintaak: woordzoeker aai-ooi-oei
timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Begintaak: woordzoeker aai-ooi-oei
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld: de haai, ik gooi, ik roei
Aai-ooi-oei woord: Ik hoor de j maar ik schrijf de i.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

timer
2:00
Wie kent er een aai-ooi-oei woord?

Slide 6 - Woordweb

Zinnen met aai-ooi- oei woorden
Ik draai een rondje.
Jij groeit snel!
Wij maaien het gras.
Jullie roeien in de boot. 
Ik zeg: "Ik doe dit nooit meer!"
Jij kijkt naar de haai.
Wij kijken naar de boei op zee.

Slide 7 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord hoort bij deze categorie

aai/ooi/oei
A
rapen
B
strooien
C
bloemen
D
glas

Slide 9 - Quizvraag

Welke regel hoort bij het
aai-ooi-oei-woord?
A
Je hoort de i maar je schrijft de j
B
Je hoort de j maar je schrijft de i
C
Er mag geen g tussen
D
Er mag geen u tussen

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is geen
aai-ooi-oei woord?
A
maai
B
kooi
C
foei
D
steel

Slide 11 - Quizvraag

Maak 3 rijen op je wisbordje. 
Schrijf de woordende juiste rij. 
aai
ooi
oei
haai
boei
mooi
lawaai
groeien
het dooit
dooier
saai
sproeien
hooi

Slide 12 - Sleepvraag

Lesdoel
Ik ken de regel van het aai-ooi-oei-woord.

Slide 13 - Tekstslide

Ik heb het lesdoel behaald:
Ik ken de regel van het aai-ooi-oei woord
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Tekstslide