Taal: hoofdletters herhaling

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Doel

Ik weet wanneer ik een hoofdletter schrijf en wanneer niet. 

Wanneer schrijf ik een hoofdletter?

Je schrijft een hoofdletter...

...aan het begin van de zin (bijvoorbeeld: Dit paspoort is nieuw.)

...voor namen van mensen, dieren of dingen (bijvoorbeeld: Ik geef mijn gitaar aan Dora. Mijn konijn heet Pluis. Zij kijken naar het Jeugdjournaal.)

Wanneer schrijf ik nog meer een hoofdletter?

• Voor aardrijkskundige namen. (namen van landen, provincies, streken, plaatsen, straten, rivieren, zeeën en planeten). Het schip vaart naar Frankrijk. Zij woont in de Mussenlaan. 
  
• Voor namen van volken, talen en inwoners van landen en plaatsen:             bijv. Zij spreekt goed Turks. De Belgen waren erg gastvrij. 
• Voor feestdagen: bijv: Wij zijn vrij met Pasen.
• gebeurtenissen uit de geschiedenis: bijv. De les ging over de Tweede Wereldoorlog.
  

Nu jullie

Bedenk samen een zin waar minimaal 2 hoofdletters gebruikt worden. 

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

"gisteren was het pinksteren.”

1. Gisteren, Was
2. Was, Pinksteren
3. Gisteren, Pinksteren
4. Het, Pinksteren

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

"in limburg is het onweer losgebarsten.”

1. In, Limburg
2. In, Onweer
3. Limburg, Onweer
4. Limburg, Losgebarsten

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

"zwemmen in de noordzee vindt jaimy leuk.

1. Zwemmen, Noordzee
2. Zwemmen, Jaimy
3. Noordzee, Jaimy, Leuk
4. Zwemmen, Noordzee, Jaimy

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

"nodig jij hasancan uit voor je feestje?"

1. Nodig, Jij
2. Nodig, Hasancan
3. Nodig, uit
4. Nodig, Feestje

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

"onze hond astor is nog heel speels."

1. Onze, Hond
2. Onze, Astor
3. Onze, Nog
4. Onze, Speels

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

"kun je op die school chinees leren?"

1. Kun, Je
2. Kun, School
3. Kun, Chinees
4. Kun, Leren

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?

"ik heb op koningsdag een oranje hoed gekocht."

1. Ik, Koningsdag
2. Ik, Oranje
3. Ik, Hoed
4. Ik, Gekocht

Blok 7 week 3 les 14

Maak alle opgaven zelfstandig. 

Klaar?

Tien minuten + en daarna persoonlijke leerdoelen

Gooi de dobbelsteen!

Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?