V3 Chap 2 herhaling ABCEG

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Réviser : Chap 2 ABCEG
- corriger: ex Chap 2 C + G
- apprendre: Vocabulaire ABE
- apprendre : les verbes du bloc G
- apprendre : grammaire du bloc 2C

Slide 2 - Tekstslide

- corriger: ex Chap 2 C

Slide 3 - Tekstslide

WB p. 55

Slide 4 - Tekstslide

WB p. 56

Slide 5 - Tekstslide

WB p. 57-58

Slide 6 - Tekstslide

WB p. 58

Slide 7 - Tekstslide

- corriger: ex Chap 2 G

Slide 8 - Tekstslide

WB p. 66

Slide 9 - Tekstslide

WB p. 67

Slide 10 - Tekstslide

WB p. 67

Slide 11 - Tekstslide

- apprendre: Vocabulaire ABE

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Tu as fait tes devoirs pour aujourd'hui?
Tu as combien d'argent de poche par semaine / par mois?
Tu fais des économies?
Pour quelque chose de particulier?
Qui a un petit job / petit boulot?
Qu'est-ce que tu viens d'acheter?
Qu'est-ce que tu fais de ton argent? 
Faire des économies ou dépenser?
Ça a coûté combien?
- Vertaal alle vragen! Zet ze in je schrift.
- Probeer overal op te antwoorden in het Frans!
 

Slide 16 - Tekstslide

- apprendre: Grammaire bloc C

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

- apprendre: Les verbes bloc G

Slide 23 - Tekstslide

- Oefen met Verbuga
Vul deze tijden in
Vul deze 3 werkwoorden in

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

- apprendre: Les verbes 
le présent
le passé composé

Slide 26 - Tekstslide

Vul deze twee tijden in
werkwoorden op -er
rester
rentrer
regarder
parler
werkwoorden op -ir
réussir
finir
choisir
werkwoorden op -re
répondre
vendre
onreg. werkwoorden
avoir    faire  vouloir
être     aller   venir

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Wat kun je verwachten?
ex. le présent
ex. le passé composé
ex. COI / COD ( vervanging lijdend v.w. / meew.v.w.)
ex. vocabulaire  (zoek bij elkaar)
ex. vocabulaire   ( NL -> FR)
ex. venir / devenir / revenir
ex. répondez aux questions

Slide 29 - Tekstslide