7.1 Sterren, zon en maan

H7  het heelal
1 / 88
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 88 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H7  het heelal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H7.1 Sterren, zon en maan
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen waarom de sterren lijken te bewegen
  • Je kunt uitleggen hoe de zon beweegt langs de hemel
  • Je kent aardas, hemelpool en elliptisch vlak
  • Je kunt seizoenen en daglengte uitleggen
  • Je kunt de fasen van de maan uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omlooptijd
  • Aarde draait om de zon (365 dagen)
  • Aarde draait om eigen as (1 dag / 24 uur)

  • Maan draait om de aarde (ongeveer 29 dagen)
  • Maan draait om eigen as (ongeveer 29 dagen)

  • Als de aarde 1x om de zon gaat, is de maan 13x om de aarde geweest.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen waarom de sterren lijken te bewegen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zon beweegt langs de hemel
Foto:
Jan Koeman

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aardas, hemelpool en ecliptisch

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seizoenen en daglengte

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen van de maan uitleggen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omlooptijd
Aarde draait om de zon (365 dagen)
Aarde draait om eigen as (1 dag / 24 uur)

Maan draait om de aarde (29 dagen)
Maan draait om eigen as (29 dagen)

Als de aarde 1x om de zon gaat, is de maan 13x om de aarde geweest.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak:
§7.1 opdrachten 2-4,7-9

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
* Leerdoelen §7.1
* Uitleg §7.1
* Opdrachten


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heelal

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het Heelal

Slide 13 - Tekstslide

Een korte toelichting over dit thema met een verhaal over het heelal naar eigen invulling.
Onderdelen H7
§7.1 De zon, de aarde en de maan
§7.2 Het zonnestelsel
§7.3 De planeten
§7.4 De bouw van het heelal

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen §7.1
7.1.1 Je kunt een aantal kenmerken van de zon noemen.
7.1.2 Je kunt toelichten wat bedoeld wordt met de aardas.
7.1.3 Je kunt de begrippen baan en omlooptijd uitleggen.
7.1.4 Je kunt de bewegingen die de aarde maakt beschrijven.
7.1.5 Je kunt uitleggen waardoor de seizoenen en de verschillen in daglengte ontstaan.
7.1.6 Je kunt uitleggen hoe de schijngestalten van de maan eruitzien en hoe ze ontstaan.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H7.1 Sterren, zon en maan
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen waarom de sterren lijken te bewegen
  • Je kunt uitleggen hoe de zon beweegt langs de hemel
  • Je kent aardas, hemelpool en elliptisch vlak
  • Je kunt seizoenen en daglengte uitleggen
  • Je kunt de fasen van de maan uitleggen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Zon

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de zon?
De zon is geen schijf, maar een heel grote bol. 
De diameter van deze bol is ongeveer 1 400 000 km. 
Dat is ruim honderd keer groter dan de diameter van de aarde. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is de zon?
Als de zon een holle bal zou zijn, zouden er 1 miljoen planeet aarde in passen. 

De zon is 110 keer breder dan de aarde. Dus er passen 110 aardes in het diameter van de zon. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe warm is de zon?
De temperatuur binnen in de zon is 15 miljoen °C. 

De buitenkant van de zon  ongeveer 5800 °C. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur heeft de zon?
Vanuit de ruimte, zie je dat deze eigenlijk niet geel is, maar meer ‘witheet’. 

Het licht van de zon = alle kleuren van de regenboog. 

Blauw licht wordt tegengehouden door de dampkring.
Dus de zon LIJKT geel. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Aarde

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beweegt de aarde?
De aarde draait om de zon en om zijn eigen as (lijn van de noordpool naar de zuidpool). 
Het draaien om de eigen as noem je de aswenteling van de aarde. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt het nacht?
 De aarde draait in 24 uur om de aardas. 
As
Dag
Nacht

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zon
Dag
Nacht
As
De aarde draait in 24 uur rond de aardas. Daardoor duurt een dag 24 uur. Ieder uur van de dag is een ander deel van de aarde naar de zon gericht. Aan de stand van de zon kun je daarom zien hoe laat het is.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omlooptijd
Omlooptijd Is de tijd die de aarde nodig heeft om één heel rondje om de zon te maken. 

Dit rondje die de aarde maakt is de baan van de aarde. 
De omlooptijd van de aarde is één jaar. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De seizoenen
De aardas staat een beetje schuin. Hierdoor staat de aarde een deel van het jaar aan de bovenkant (noordelijke helft) dichter bij de zon (het is dan zomer) en het andere deel van het jaar verder van de zon (winter). 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de zomer staat de noordelijke helft naar de zon toe. Het grootste deel wordt belicht door de zon, de dagen zijn lang en de nachten zijn kort
In de winter staat de noordelijke helft van de zon af. Het grootste deel is donker, de dagen zijn kort en de nachten zijn lang

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maan

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De maan geeft zelf geen licht!

De maan draait in een baan rond de aarde, net zoals de aarde rond de zon draait . 

Eén keer in ongeveer 29 dagen staat de maan tussen de aarde en de zon in. De donkere kant is dan naar de aarde toegekeerd. Je ziet de maan dan niet. Dit noem je nieuwe maan. 

Ruim 14 dagen later staat de maan aan de andere kant van de aarde. Je kijkt dan tegen het verlichte deel aan. Dan is het volle maan.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je noemt die verschillende gedaanten van de maan schijngestalten of fasen. 

De fasen bij afnemende maan zijn het spiegelbeeld van de fasen bij groeiende (of wassende) maan.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zonsverduistering ontstaat doordat de maan, vanuit de aarde gezien, voor de zon langs beweegt. 

Op een gegeven moment staat de maan recht voor de zon. 

De zonsverduistering is dan totaal. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een zonsverduistering beweegt de aarde door de kegelvormige schaduw van de maan. Een klein gebied op aarde ligt dan in de kernschaduw van de maan. Daar is op dat moment een volledige zonsverduistering te zien. De mensen in het gebied daaromheen bevinden zich in de halfschaduw van de maan. Zij zien de zon gedeeltelijk verduisterd. Dit gebeurt ongeveer om de 18 maanden ergens op aarde. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met §7.1!
Lees §7.1
Opdrachten/HW: 1 t/m 12

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen §7.1
7.1.1 Je kunt een aantal kenmerken van de zon noemen.
7.1.2 Je kunt toelichten wat bedoeld wordt met de aardas.
7.1.3 Je kunt de begrippen baan en omlooptijd uitleggen.
7.1.4 Je kunt de bewegingen die de aarde maakt beschrijven.
7.1.5 Je kunt uitleggen waardoor de seizoenen en de verschillen in daglengte ontstaan.
7.1.6 Je kunt uitleggen hoe de schijngestalten van de maan eruitzien en hoe ze ontstaan.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 7: Het heelal
Les 2: Zonnestelsel

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.2.1 Je kunt uitleggen hoe een astronoom planeten kan onderscheiden van echte sterren.

7.2.2 Je kunt beschrijven hoe de acht planeten in het zonnestelsel rond de zon bewegen.
7.2.3 Je kunt de namen van de planeten opsommen, in volgorde van hun afstand tot de zon.
7.2.4 Je kunt de belangrijkste verschillen benoemen tussen de aardse en de reuzenplaneten.
7.2.5 Je kunt afstanden omrekenen van km naar AE en omgekeerd.





Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterren kijken
Met het blote oog zie je dit:

Met een telescoop zie je dit:

Slide 40 - Tekstslide

Hoe zie je het verschil tussen sterren en planeten?
Ons zonnestelsel

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planeten
Met             
Veel            
Aardbeien  
Maakt        
Juf             
Sanne       
Urenlang   
Neptaarten     

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat moet simpeler kunnen
AE: Astronomische Eenheid

Hoe is die verhouding?

Slide 43 - Tekstslide

Afstand in AE uitzetten in meter

Slide 44 - Tekstslide

Afstand in AE uitzetten in meter
Aardse planeten
Hoe zien ze eruit?
Wat is een atmosfeer?

Hebben ze een maan?


Hoe weten we al die dingen van de planeten?
Rotsachtig oppervlak met een vloeibare kern
Een laag van gassen rondom de planeet. De aarde is de enige planeet met zuurstof in de atmosfeer
Mercurius en Venus hebben geen maan. De aarde heeft 1 maan, Mars heeft 2 manen

Slide 45 - Tekstslide

Mercurius - Venus - Aarde - Mars
Aarde heeft 1 maan, Venus heeft er 2
Allemaal een rotsachtige samenstelling en een atmosfeer, aarde heeft als enige zuurstof in de atmosfeer

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mercurius
grote temperatuursverschillen dag en nacht

kleinste planeet in ons zonnestelsel

oppervlakte lijkt op de maan


Temperatuur: 
Dag: 450 graden
Nacht: -180 graden

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Venus
Net zo groot als de aarde

Dikke wolken dus lijkt wit

Heetste planeet: kolkende lava

Avondster/Morgenster 
Temperatuur: 460 graden
Van zwavelzuur!

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aarde
De blauwe planeet

Enige planeet met aardplaten en veel vloeibaar water

Enige planeet met leven (?)

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mars
Rode planeet door ijzer

Een-na-kleinste planeet

2 manen

Dagen en seizoenen lijken op de aarde

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jupiter
Grootste planeet

Wolkengordels en stormen

Misschien water aanwezig

Heel veel manen (80-95)


Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Saturnus
Ringen van ijs en puin

Gasreus

Gele gloed

Veel manen 

Officieel 63 manen
20 manen wachten nog op officiële bevestiging

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uranus
Blauwgroen door methaan

IJsreus

27 manen

Koudste planeet

Temperatuur: -224 graden

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neptunus
Blauwe kleur

Extreem klimaat: hardste wind

14 manen

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwergplaneten, Planetoïden en Manen
Dwergplaneten
Een dwergplaneet is rond, net als een planeet, maar dan kleiner.

Planetoïden
Planetoïden zijn kleine en grote rotsblokken met een onregelmatige vorm.

Manen
Een maan is een hemellichaam dat draait rond een planeet of een dwergplaneet.

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwergplaneet

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planetoïden

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Vorm
Grootte
Draait om..
Planeet
Bol
Groot
De zon
Dwergplaneet
Bol
Gemiddeld
De zon
Planetoïde
Onregelmatig
Klein
De zon
Maan
Wisselt
Kleinst
Een planeet

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 59 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Vorm
Grootte
Draait om..
Planeet
Bol
Groot
De zon
Dwergplaneet
Bol
Gemiddeld
De zon
Planetoïde
Onregelmatig
Klein
De zon
Maan
Wisselt
Kleinst
Een planeet

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden van deze les (1)
  • Een planeet is door een telescoop te zien als schijf, een ster blijft een puntje.
  • De planeten van ons zonnestelsel: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus.
  • Mercurius, Venus, Aarde en Mars zijn aardse planeten met een rotsachtig oppervlak, een vloeibare kern en een atmosfeer. Ze hebben soms een maan, niet altijd

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden van deze les (2)
  •  Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus zijn reuzeplaneten. Ze zijn gemaakt van gassen met een rotsachtige kern. Ze hebben allemaal meerdere manen.
  • Afstanden in het zonnestelsel worden weergegeven in astronomische eenheden (AE).
  • De afstand van de aarde tot de zon (150 miljoen kilometer) = 1 AE
  • Een dwergplaneet is rond van vorm en draait rond de zon.
  • Een planetoïde heeft een onregelmatige vorm en draait rond de zon.

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden van deze les (3)
  • Een maan kan verschillende vormen hebben en draait rond een planeet.
  • Manieren om naar de planeten te kijken: Telescoop op aarde en in de ruimte, orbiters en rovers.

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Wat: Maak paragraaf 7.2
Hoe: Op je device of in je boek, samenwerken mag
Hulp: Klasgenoot, boek, docent
Tijd: tot 5 minuten voor einde lesuur
Huiswerk: 7.2 : opdracht 1 t/m 10
Klaar:  Afmaken paragraaf 1, verder met ontwerp huis op  
            Mars. Ander vak of eigen project met toestemming.

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Wat: Lees en maak §7.2
Huiswerk: §7.2 : opdracht 1 t/m 12
Klaar:  Afmaken §7.1

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§7.2 Het zonnestelsel

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
* Lesdoelen behandelen
* Uitleg over ons zonnestelsel & de planeten
* Groepsopdracht 
* Uitleg over manen, dwergplaneten en planetoïden
* Aan de slag

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen §7.2
 Je kunt de namen van de planeten noemen en beschrijven hoe de planeten in het zonnestelsel rond de zon bewegen.
Je kunt beschrijven wat een maan, dwergplaneten en planetoïden zijn.

Je kunt beschrijven hoe de sterren (vanaf de aarde) langs de hemel lijken te bewegen en hoe dit wordt veroorzaakt.
 Je kunt uitleggen hoe een sterrenkundige planeten kan onderscheiden van sterren.

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mercurius
grote temperatuursverschillen dag en nacht

kleinste planeet in ons zonnestelsel

oppervlakte lijkt op de maan


Temperatuur: 
Dag: 450 graden
Nacht: -180 graden

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Venus
Net zo groot als de aarde

Dikke wolken dus lijkt wit

Heetste planeet: kolkende lava

Avondster/Morgenster 
Temperatuur: 460 graden
Van zwavelzuur!

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aarde
De blauwe planeet

Enige planeet met aardplaten en veel vloeibaar water

Enige planeet met leven (?)

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mars
Rode planeet door ijzer

Een-na-kleinste planeet

2 manen

Dagen en seizoenen lijken op de aarde

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jupiter
Grootste planeet

Wolkengordels en stormen

Misschien water aanwezig

Heel veel manen (80-95)


Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Saturnus
Ringen van ijs en puin

Gasreus

Gele gloed

Veel manen 

Officieel 63 manen
20 manen wachten nog op officiële bevestiging

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uranus
Blauwgroen door methaan

IJsreus

27 manen

Koudste planeet

Temperatuur: -224 graden

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neptunus
Blauwe kleur

Extreem klimaat: hardste wind

14 manen

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn Vader At Meestal Jonge Spruitjes Uit Nijmegen

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 80 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Communicatiesessie in tweetallen
Mercurius-Venus-Aarde-Mars
- Waarom die kleur?
- Waaraan te herkennen?

Jupiter-Saturnus-Uranus-Neptunus
- Waarom die kleur?
- Waaraan te herkennen

Daarna aan elkaar vertellen
timer
12:00
Mercurius
Kleur: Grijs, door het gesteente weerkaatst het zonlicht. 
Herkennen: Oppervlak lijkt op de maan. 
Venus
Kleur: Wit/beige,  De dikke, dichte wolkenlaag 
Herkennen: Aan zijn helderheid
Aarde
Kleur: Blauw, door het water.
Herkennen: Aan het blauwe water met gesteente
Mars
Kleur: Rood, geroest ijzer.
Herkennen: Aan zijn kleur
Jupiter
Kleur: Oranje/wit, door zijn kristallen
Herkennen: Bewolkte atmosfeer met kleurige gordels en vlekken
Saturnus
Kleur: Geel, waterstof en helium, met sporen van ammoniak, fosfine en koolwaterstoffen
Herkennen: Zijn ringen
Uranus
Kleur: licht blauw, door methaan
Herkennen: De cyaan blauwe kleur en ringen
Neptunus
Kleur: Donker blauw, hoge concentratie methaan
Herkennen: De donkere blauwe kleur

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwergplaneten, Planetoïden en Manen
Dwergplaneten
Een dwergplaneet is rond, net als een planeet, maar dan kleiner.

Planetoïden
Planetoïden zijn kleine en grote rotsblokken met een onregelmatige vorm.

Manen
Een maan is een hemellichaam dat draait rond een planeet of een dwergplaneet.

Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwergplaneet

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planetoïden

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Vorm
Grootte
Draait om..
Planeet
Bol
Groot
De zon
Dwergplaneet
Bol
Gemiddeld
De zon
Planetoïde
Onregelmatig
Klein
De zon
Maan
Wisselt
Kleinst
Een planeet

Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken §7.2 opgaves 1 t/m 10

Ben je klaar? 
Lees paragraaf 7.2 en maak een begrippenlijst van:
Hemellichaam, sterrenhemel, noordelijke hemelpool
En beschrijf wat het verschil is tussen een planeet en een ster. 

Slide 86 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist
 Je kunt de namen van de planeten noemen en beschrijven hoe de planeten in het zonnestelsel rond de zon bewegen.
 
Je kunt beschrijven wat een maan, dwergplaneten en planetoïden zijn.

Slide 87 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel leerdoelen heb je behaald
02

Slide 88 - Poll

Deze slide heeft geen instructies