7.2 De aarde

Nask

Welkom toppers

Binnen = Begingen
Stop je telefoon in de telefoontas,
Zoek je plek op
pak je boek en lees H7.2 op blz. 131

7 Het heelal
7.2 De aarde
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nask

Welkom toppers

Binnen = Begingen
Stop je telefoon in de telefoontas,
Zoek je plek op
pak je boek en lees H7.2 op blz. 131

7 Het heelal
7.2 De aarde

Slide 1 - Tekstslide

NASK
H.7 Het Heelal
§2 De Aarde
Herhaling H7.1
Uitleg H7.2
Zelfstandig werk

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling H 7.1 Het zonnestelsel
Wat weet jij nog?

Slide 3 - Tekstslide

Onthoud
De zon is een grote bol die erg heet is. De buitenkant is ongeveer 5800 °C.
De zon geeft licht.
De afstand van de aarde tot de zon is 150 miljoen kilometer.
Een planeet is een bolvormig hemellichaam dat rond de zon draait.
Een planeet geeft zelf geen licht.
Het zonnestelsel heeft acht planeten.
De aarde draait in één jaar precies één rondje rond de zon. De omlooptijd van de aarde is een jaar.
Iedere planeet heeft zijn eigen omlooptijd.
De astronomische eenheid (AE) is gelijk aan de afstand van de aarde tot de zon.
Dus 1 AE = 150 000 000 km.

Slide 4 - Tekstslide

Onthoud
Een dwergplaneet is bolvormig en draait rond de zon.
Een dwergplaneet is kleiner dan een planeet.
Een dwergplaneet geeft zelf geen licht.
Planetoïden draaien net als planeten en dwergplaneten rond de zon.
Planetoïden zijn grote en kleine rotsblokken met een onregelmatige vorm.
Een maan is een hemellichaam dat draait rond een planeet of een dwergplaneet.

Slide 5 - Tekstslide

Dit is een .....
A
zeil van een bijzonder schip
B
abstracte kunst
C
voorbeeld van vandalisme
D
zonnewijzer

Slide 6 - Quizvraag

De aarde is ouder dan 25 miljoen jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoe dik denk jij dat de aardkorst is waarop wij leven?
A
minder dan 400 meter
B
ongeveer 4 km
C
maximaal 40 km
D
op z'n minst 400km

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen H7.2
7.2.1 Je kunt uitleggen hoe je overdag de tijd kunt bepalen met de stand van de zon.
7.2.2 Je kunt uitleggen waarom de nachten in de winter langer zijn dan in de zomer.
7.2.3 Je kunt de schijngestalten van de maan uitleggen.
7.2.4 Je kunt uitleggen hoe een maansverduistering ontstaat.
7.2.5 Je kunt uitleggen hoe een zonsverduistering ontstaat.

Slide 9 - Tekstslide

De zon komt op in het oosten en
gaat onder in het westen

Slide 10 - Tekstslide

De zonnewijzer

Slide 11 - Tekstslide

Maak nu opdracht 1 & 2 van H7.§2

Slide 12 - Tekstslide

GELUID UIT
CAMERA AAN
VRAGEN IN EERSTE INSTANTIE VIA DE CHAT

Slide 13 - Tekstslide

TERUGBLIK
§1 afgerond
gestart met §2 ( de Aarde )

Slide 14 - Tekstslide

VANDAAG
Verder met §2
enkele opdr op digitaal werkblad

Slide 15 - Tekstslide

Zomer en Winter

Slide 16 - Tekstslide

Lange dag in Nederland

Slide 17 - Tekstslide

Korte dag in Nederland

Slide 18 - Tekstslide

Maak nu opdracht 3 t/m 5 van H7.§2

Slide 19 - Tekstslide

De maan..
- geeft zelf geen licht
- draait rond de aarde
- heeft telkens een andere vorm

Slide 20 - Tekstslide

De maan..

Slide 21 - Tekstslide

Maak nu opdracht 6 t/m 8 van H7.§2
Voor opdracht 6 dien je het werkblad te downloaden.
Deze daarna vanuit  Word via de map downloads openen.
Dan in Word tekenen om antwoord te geven op de vraag.
Tot slot Printscreen [ prtsc ] maken en 
inleveren als antwoord in de volgende dia.

Slide 22 - Tekstslide

Printscreen van opdr 6

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

VANDAAG
Verder met §2 
start §3

Slide 25 - Tekstslide

Maansverduistering

Slide 26 - Tekstslide

Zonsverduistering

Slide 27 - Tekstslide

Zonsverduistering

Slide 28 - Tekstslide

Maak nu opdracht 9 t/m 11 van H7.§2
Voor opdracht 10 dien je het werkblad te downloaden.
Deze daarna vanuit  Word via de map downloads openen.
Dan in Word tekenen om antwoord te geven op de vraag.
Tot slot Printscreen [ prtsc ] maken en 
inleveren als antwoord in de volgende dia.

Slide 29 - Tekstslide

Ennnnn..... hier mag het
antwoord van opdracht 10 :-)

Slide 30 - Open vraag

Onthoud
De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. Dit komt doordat de aarde om de aardas draait. De aarde draait in 24 uur rond de aardas.


Aan de stand van de zon kun je zien hoe laat het is.
De aardas staat schuin. Hierdoor is in juni het noordelijke deel van de aarde naar de zon gekeerd. In december is het noordelijke deel van de zon afgekeerd.
In de zomer is er in Nederland een korte nacht en een lange dag.
In de winter is er in Nederland een lange nacht en een korte dag.
De maan geeft zelf geen licht.
Vanaf de aarde zie je alleen het gedeelte van de maan dat door de zon wordt verlicht.
De verschillende vormen van de maan noem je de schijngestalten.

Slide 31 - Tekstslide

Onthoud
Als de aarde precies tussen de zon en de maan in staat, is er een maansverduistering.


De maan staat dan in de schaduw van de aarde.
Als de maan precies tussen de aarde en de zon in staat, is er een zonsverduistering.
Een deel van de aarde ligt dan in de schaduw van de maan.

Slide 32 - Tekstslide