Opkomst stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen in Noord-Europa in de Late Middeleeuwen
- Klimaatverandering
- Veranderingen landbouw (ontginning bos en heide, droogleggen natte gebieden, verbeteringen   landbouwwerktuigen, drieslagstelsel)

-> grotere landbouwopbrengsten -> bevolkingsgroei (verdubbeling tussen 1100 en 1300) -> groei handel (-> groei nijverheid) 
-> groei steden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overschotten leiden tot specialisatie (ambachtslieden)

Steden krijgen marktfunctie voor omliggende platteland

Meer handel door betere schepen

Gildes ontstaan

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monetaire economie
Meer handel -> meer munten nodig
Steden hadden hun eigen munt 
-> geldwisselaars

Slide 4 - Tekstslide

Quinten Matsijs: de geldwisselaar en zijn vrouw 1514
Bankiers

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verstedelijking Lage Landen
- Goede geografische ligging aan waterwegen
- Goede geografische ligging landwegen
- Noordzee

Landsheren zien voordelen in handel ($$$) en beschermen routes en steden, verbeteren wegen, bruggen en havens

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië (1050-1302)


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hanze
- Samenwerking tussen Noord-Europese steden op het gebied van handel
- Hanteerden dezelfde prijzen/invoerrechten

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atrecht/Arras
- Hoge landbouwopbrengst
- schapenhouderijen -> wol
- Handel tot in Italië
- Rijke kooplieden krijgen veel macht

Rond 1100: 13.000 inwoners

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brugge
- Zuidelijkste stad van de Hanze, centrum tussen Noordelijke en Zuidelijke handel

- Rijke kooplieden (patriciërs) krijgen veel macht. Zorgt voor spanningen met het 'gemeen' (gewone volk)

Rond 1100: 7.000 inwoners, neemt rond 1300 de leidende positie over van Atrecht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Guldensporenslag
Franse koning wilde Vlaanderen bij zijn rijk voegen, sluit bondgenootschap met patriciërs. 

De graaf van Vlaanderen sluit bondgenootschap met ambachtslieden, Vlaamse edelen en boeren.

Waarom belangrijk (feestdag in Vlaanderen): 'gewone volk' wint van de adel

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies