Phrases-clés chapitre 3

Joris
Noah
Koos
Jan
Frederik
Maxime
Sophie B
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Joris
Noah
Koos
Jan
Frederik
Maxime
Sophie B

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

BONJOUR ET BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 3 - Tekstslide

Les buts de ce cours:
  • La tâche de début 
  • Les phrases-clés et vocabulaire
  • Quizlet
  • BINGO

Slide 4 - Tekstslide

La tâche de début
Traduisez la phrase:
Samedi prochain, nous allons à Nice en avion.  Le voyage dure deux heures.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Phrases-clés, source C (chapitre 3) 
Sleep de zin naar de juiste vertaling.
Il faut reserver?
Tu pars à quelle heure?
Le voyage dure combien de temps?
Tu vas où?
ça coute cher?
Moet je reserveren?
Waar ga je heen?
Hoe laat vertrek je?
Hoelang duurt de reis?
Is het duur?

Slide 6 - Sleepvraag

Phrases-clés, source C (chapitre 3) 
Koppel de zin naar het correcte antwoord.
Il faut reserver?
Tu pars à quelle heure?
Le voyage dure combien de temps?
Tu vas où?
ça coute cher?
Je vais à Paris en train
Je pars à trois heures
Oui, c'est obligatoire.
Non, un aller-retour coute vingt euros.
Le voyage dure cinq heures.

Slide 7 - Sleepvraag

Vertaal:
Il y a une piscine
A
Er is een zwembad
B
Er is ontbijt
C
Er is een ijsbaan
D
Er is een skipiste

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: Wij gaan naar Lyon met het vliegtuig
A
Vous allez à Lyon en train
B
Nous allons à Lyon en avion
C
Nous allons à Lyon en voiture
D
Vous allez à Lyon en avion

Slide 9 - Quizvraag

Par contre, la chambre est (te klein)
A
très petit
B
trop petit
C
très petite
D
trop petite

Slide 10 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend:
Mon lit est comfortable

Slide 11 - Open vraag

Au travail!
Maak het werkblad over de phrases-clés individueel in stilte.
Fini? Apprenez le vocabulaire de chapitre 3 (Quizlet)

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Au travail!
Bespreek in tweetallen (met je buurman/buurvrouw) het werkblad. Kijk na m.b.v het lesboek.
Vergelijk elkaars antwoorden.
Wat ging goed? Wat was nog lastig?


timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Quizlet
Leer de vocabulaire van hoofdstuk 3 (Quizlet)

Er mag op fluisterniveau gepraat worden of muziek geluisterd worden.

Slide 14 - Tekstslide

Bingo
Maak een bingokaart van de NEDERLANDSE woorden uit bron A. (chapitre 3)

Ik zal de FRANSE vertaling zeggen. Kruis de juiste vertaling aan op je bingokaart

Slide 15 - Tekstslide