les 2

Bonjour!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Wat hebben we vorige les gedaan?



Doel van vandaag:
  •  les articles
  • persoonlijke voornaamwoorden
  • être
  • bonjour & au revoir
  •  

Slide 2 - Tekstslide

vorige keer
je m'appelle / je suis / mon nom est
les chiffres
la prononciation

Slide 3 - Tekstslide

Bonjour
je suis/ mon nom est/ je m'appelle

Slide 4 - Tekstslide

Les chiffres

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Exercice!
werkboek opdracht 2 blz 5

Slide 7 - Tekstslide

Het lidwoord (1)
In het Frans zijn de zelfstandig naamwoorden mannelijk óf vrouwelijk. 

de / het:
                            mannelijk              vrouwelijk              klinker/stomme h
enkelvoud         le                                       la                                        l' 
meervoud         les                                     les 

BV: de vader (mannelijk + enkelvoud)             BV: de vriendin (vrouwelijk + enkelvoud)
        le père                                                                            la copine
BV: de vriendin (vrouwelijk + enkelvoud)
        l'amie 

Slide 8 - Tekstslide

Het lidwoord (2)
Hoe weet je of een woord mannelijk of vrouwelijk is?

- jongen, meisje, vriendin, vriend, oma, etc. weet je
- leer het lidwoord bij de rest van de woorden

Slide 9 - Tekstslide

Lidwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Vul het lidwoord in.
Kies uit: le/la/les/l' ___ maison (vr)
A
le maison
B
la maison
C
les maison
D
l'maison

Slide 11 - Quizvraag

Verander het lidwoord in le of la of les of l':
soeur ( zus)
A
la soeur
B
le soeur
C
les soeurs
D
l'soeur

Slide 12 - Quizvraag

Vul het lidwoord in.
Kies uit: le/la/les/l' ___ frères.
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekenen "le, la, l' en les" in het Nederlands?

Slide 14 - Open vraag

Exercice!
Tekstboek opdracht 3a + b blz 11
Werkboek opdracht 4 blz 6

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

3

Slide 17 - Video

00:58
Et toi, tu t'appelles comment ?

Slide 18 - Open vraag

01:30
Tu es de quelle nationalité ?

Slide 19 - Open vraag

02:06
Et toi ? Tu as quel âge ?

Slide 20 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel






Vormen van het persoonlijk voornaamwoord, afhankelijk van de functie in de zin:
Onderwerp

.
ik
jij
hij /zij/het
wij
jullie
zij
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Slide 21 - Tekstslide

Où est le collège?
........ est à Heerhugowaard.

Slide 22 - Open vraag

Où est la fille?
........ est au collège.

Slide 23 - Open vraag

Où sont les campings?
........ sont à Paris.

Slide 24 - Open vraag

Exercice !
Tekstboek :B. Bonjour et au revoir 
Luisteropdracht 1 a, b, c blz 12
Opdracht 2 a en b blz 13

Slide 25 - Tekstslide

Être in het Frans!
Let op:
Het is
C'est

Slide 26 - Tekstslide

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 27 - Sleepvraag

Exercice!
Tekstboek opdracht 3, 4a en b blz 13

Slide 28 - Tekstslide

les devoirs 
werkboek:
opdrachten 5,7,9,11,12,13,14,15,16,17,18
blz 6 t.e.m 9
voor luisteren: www.media.intertaal.nl

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video