COM-Week 2-Jezelf ontwikkelen

Week 2
Jezelf ontwikkelen in communiceren

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Week 2
Jezelf ontwikkelen in communiceren

Slide 1 - Tekstslide

Werken aan jezelf
Zaken die invloed kunnen hebben op jouw manier van werken met mensen"
  • de ene cliënt leuker vinden dan de ander;
  • een dag hebben waarop alles tegenzit;
  • je bent moe of je hebt nergens zin in;
  • de organisatie van de afdeling;
  • de regels van de instelling;
  • ..................................

Slide 2 - Tekstslide

Werken aan jezelf
In de manier waarop je omgaat met anderen, heb je steeds te maken met jezelf. Daarom is het belangrijk dat je regelmatig de tijd neemt om jezelf kritisch en eerlijk te bekijken:

  • Hoe ga jij om met mensen?
  • Wat gaat er goed?
  • Waarin moet je nog extra oefenen?
  • Hoe werken jouw ervaringen, jouw waarden en normen en jouw vooroordelen door in jouw handelen?

Slide 3 - Tekstslide

Werken aan jezelf
Hoe weet je nou wat wel en niet goed is in jouw stijl van omgaan met mensen? Je moet wel weten wat er van je verwacht wordt. Hiervoor bestaan twee uitgangspunten.
  1. De beroepshouding
  2. Feedback van andere mensen

Slide 4 - Tekstslide

De beroepshouding is een overzicht van eigenschappen waarover elke hulpverlener moet beschikken. Het gaat bijvoorbeeld om eigenschappen als empathie of respect.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Ervaringsleren
Hoe kun je leren van je ervaringen? 
Om je te kunnen ontwikkelen moet je gemotiveerd zijn, ervaring opdoen en fouten durven maken.


Slide 6 - Tekstslide

Ervaringsleren

De psycholoog David Kolb (1984) heeft dit samengevat in zijn model van ervaringsleren. 

Slide 7 - Tekstslide

Ervaringsleren
Leren begint volgens Kolb bij het opdoen van ervaringen:
Fase 1: Over deze ervaringen denk je na, je reflecteert erop
Fase 2: Dan ga je op zoek naar ideeën over hoe het anders kan (theorie, tips en gedrag van anderen). Je kijkt eigenlijk de kunst af bij anderen 
Fase 3: Met die ideeën en inzichten ga je aan de slag in nieuwe situaties 
Fase 4: Je doet nieuwe ervaringen op en daarmee is de cirkel rond

Slide 8 - Tekstslide

Figuur 1: De leercirkel

Slide 9 - Tekstslide

Kolb (1984) heeft in zijn model van ervaringsleren beschreven hoe leren in zijn werk gaat. Zet de fases van ervaringsleren in de juiste volgorde.
theoretiseren/ denken
actief experimenteren/ handelen
observeren/ reflecteren
concreet ervaren/ voelen
1
2
3
4

Slide 10 - Sleepvraag

Leerstijlen
Kolb gaat uit van vier leerstijlen:

  • De doener wil persoonlijke ervaringen opdoen, experimenteren. Hij is iemand die zal zeggen: ‘Laten we gewoon beginnen, dan zien we vanzelf hoe het gaat.’
  • De bezinner richt zich vooral op het ‘waarom’ van iets. Hij kijkt terug op de ervaring, denkt erover na. Deze persoon zal eerder iemand anders om advies vragen om iets te kunnen vergelijken en te vragen: ‘Hoe doe jij dat nou?’


Slide 11 - Tekstslide

Leerstijlen
Kolb gaat uit van vier leerstijlen:

  • De denker is iemand die zich afvraagt: ‘Wat is er precies aan de hand?’ Hij is iemand die eerst heel veel informatie verzamelt en leest om daarna pas een beslissing te nemen.
  • De beslisser kijkt naar: ‘Hoe kan ik dit toepassen in de praktijk?’ Deze persoon kiest uit hetgeen er al is het beste om mee verder te gaan.

  • Hoewel iedereen een voorkeursstijl heeft is het belangrijk om alle fasen van het leerproces te doorlopen. Dan leer je het meest. Kolb vindt het daarom belangrijk dat je extra aandacht besteedt aan de leeractiviteiten waarin je je minder goed thuis voelt.

Slide 12 - Tekstslide

'Laten we gewoon beginnen, dan zien we vanzelf hoe het gaat.'
Welke leerstijl is dit?
A
bezinner
B
denker
C
doener
D
beslisser

Slide 13 - Quizvraag

'Wat is er precies aan de hand?'
Welke leerstijl is dit?
A
bezinner
B
denker
C
doener
D
beslisser

Slide 14 - Quizvraag

'Hoe kan ik dit toepassen in de praktijk?'
Welke leerstijl is dit?
A
bezinner
B
denker
C
doener
D
beslisser

Slide 15 - Quizvraag

Verbind de leerstijl met de juiste fase van het leerproces.

Bezinner
Denker
Beslisser
Doener
actief experimenteren/ handelen
concreet ervaren/ voelen
observeren/ reflecteren
theoriseren/denken

Slide 16 - Sleepvraag

Reflecteren
Reflecteren 
=
terugkijken op je eigen ervaringen om ervan te kunnen leren.

Slide 17 - Tekstslide

Reflecteren
Bij reflectie draait het allemaal om jou. Je houdt jezelf een spiegel voor. 
Je onderzoekt:

  • jouw manier van handelen;
  • hoe je reageert in een bepaalde situatie;
  • hoe dat voelt.

Slide 18 - Tekstslide

Reflecteren
Door te reflecteren:

  • krijg je meer zelfkennis;
  • word je je bewust van gevoelens die een rol spelen in een bepaalde situatie;
  • krijg je inzicht in hoe die je handelen beïnvloeden.

Slide 19 - Tekstslide

POP
Een POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) is een hulpmiddel om je te helpen bij je ontwikkeling.


In een POP schrijf je op:
  • wat je nog wilt leren: je leerdoelen;
  • wat je gaat doen om deze doelen te bereiken;
  • wanneer je aan deze doelen gaat werken;
  • wat je nodig hebt om de doelen te bereiken;
  • wanneer je de leerdoelen bespreekt.

Slide 20 - Tekstslide

STARRT- methode
De STARRT-methode werkt als volgt:
  • Je beschrijft een concrete situatie en geeft daarbij aan wat jouw taak of rol hierbij is.
  • Dan beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was.
  • Tot slot doe je de werkelijke reflectie. Je vraagt je af wat goed ging en wat minder goed ging en trekt conclusies voor de volgende vergelijkbare situatie.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de juiste omschrijving van 'reflecteren'?
A
Reflecteren is terugkijken op je eigen ervaringen om ervan te kunnen leren.
B
Reflecteren is nadenken over je zelfbeeld.
C
Reflecteren is beschrijven aan welke doelen je gaat werken.
D
Reflecteren is de ander informatie geven over zijn gedrag.

Slide 22 - Quizvraag

Aan de hand van de vijf STARR-elementen (situatie, taak, actie, resultaat, reflectie) kun je jezelf vragen stellen. Hieronder staat een voorbeeld van zulke vragen. Geef aan of deze hoort bij 'taak' of bij 'reflectie'.

Wat ging er goed? Wat ging er minder goed?
A
Taak
B
Reflectie

Slide 23 - Quizvraag

Aan de hand van de vijf STARR-elementen (situatie, taak, actie, resultaat, reflectie) kun je jezelf vragen stellen. Hieronder staat een voorbeeld van zulke vragen. Geef aan of deze hoort bij 'taak' of bij 'reflectie'.

Wat wilde je bereiken in deze situatie?
A
Taak
B
Reflectie

Slide 24 - Quizvraag

Aan de hand van de vijf STARR-elementen (situatie, taak, actie, resultaat, reflectie) kun je jezelf vragen stellen. Hieronder staat een voorbeeld van zulke vragen. Geef aan of deze hoort bij 'taak' of bij 'reflectie'.

Wat werd er van jou verwacht?
A
Taak
B
Reflectie

Slide 25 - Quizvraag

Aan de hand van de vijf STARR-elementen (situatie, taak, actie, resultaat, reflectie) kun je jezelf vragen stellen. Hieronder staat een voorbeeld van zulke vragen. Geef aan of deze hoort bij 'taak' of bij 'reflectie'.

Wat heb je geleerd van deze situatie?
A
Taak
B
Reflectie

Slide 26 - Quizvraag

Zelfbeeld
Je zelfbeeld bestaat uit je opvattingen over je eigen capaciteiten en waarden.
Als je een duidelijk beeld hebt van jezelf, weet je waar je aan moet werken om een goede zorgverlener te worden:
  • je weet wat je goede en minder goede eigenschappen zijn;
  • je weet hoe je op anderen overkomt, daardoor kun je anderen beter begrijpen.

Om een goed beeld van jezelf te krijgen is het belangrijk dat:
  • je eerlijk bent tegen jezelf;
  • je iets doet met de kritiek die je van anderen krijgt.
Iemand anders kan een ander beeld van jou hebben dan jij zelf hebt.


Slide 27 - Tekstslide

Als je als persoon verandert, verandert je zelfbeeld automatisch ook.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Johari venster
  • Het Johari venster is een simpele zelfkennis techniek die je helpt ontdekken hoe anderen jou zien, versus hoe je jezelf ziet. De Johari techniek toont je via feedback woorden in elk raam van het venster waar dat verschil zit.
  • Het 'Johari venster' is een tool die je helpt je zelfkennis en zelfbewustzijn te vergroten en daarmee teamspirit en samenwerkingen te verbeteren. Dat doe je door inzichtelijk te maken wat jij en anderen bewust en onbewust weten over jou. Zo ontdek je vooral waar je blinde vlekken liggen. Datgene dat jij niet bewust wist over jezelf, met betrekking tot hoe je overkomt op anderen.




 


Slide 29 - Tekstslide

Doel Johari ventser
Je leert jezelf beter kennen, door te ontdekken hoe jij overkomt op anderen en of dat overeenkomt met hoe je dénkt dat je overkomt. 
Interessant, want zo word jij een opener persoon en een collega om fijn mee samen te werken. 

Slide 30 - Tekstslide

Johari venster
A
B
C
D

Slide 31 - Tekstslide

Wat gebeurt er in het Johari-venster als je feedback vraagt aan andere mensen?
A
Er verschuift ruimte van de blinde vlek naar privégebied.
B
Er verschuift ruimte van de blinde vlek naar openbaar gebied.
C
Er verschuift ruimte van privégebied naar openbaar gebied.
D
Er verschuift nu nog niks

Slide 32 - Quizvraag

Bekend aan jezelf
Onbekend aan jezelf
Bekend bij anderen
Open gebied – “de arena”
In het open gebied of de open ruimte ruimte zitten de kenmerken en het gedrag dat je zelf en anderen van je kennen. Alles van jezelf dat je bereid bent te delen met de rest van de wereld. Dit is het beste ruitje in het geheel. Je wil dat hier de meeste informatie in zit, voor een open en oprechte verhouding met anderen, gebouwd op openheid en vertrouwen.

Blind gebied – “de blinde vlek”
Wat anderen bij jou zien, maar jij niet. Dit kunnen minder gewenste kanten, maar juist ook sterke kanten van jezelf zijn. Door feedback aan anderen te vragen word je bewuster van je sterke en zwakke kanten, om op verder te bouwen aan je persoonlijke effectiviteit.
Onbekend bij anderen
Verborgen gebied – “het masker”
Sommigen dingen houden mensen bewust verborgen. In het verborgen gebied houden mensen bewust aspecten achter van zichzelf, die ze liever niet aan anderen laten zien. Doordat je zaken over jezelf achterhoudt, is wat je toont eigenlijk een ‘masker’. Het is niet je gehele en authentieke zelf. Het is de bedoeling dat dit ruitje zo weinig mogelijk eigenschappen bevat, want hoe meer je achterhoudt, hoe steviger je masker is.
Onbekend gebied – “het onbewuste”
Datgene dat onbekend is bij jezelf en bij anderen. Kenmerken en eigenschappen die je wel hebt, maar niet actief inzet of onbewust in je hebt sluimeren. Dit ruitje is het minst bewerkelijk, door onwetendheid en doordat feedback hier weinig aan kan veranderen. 

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht
  1. Ga naar Canvas: Module Communicatie: Week 2: opdracht: Verdieping: opdracht: Johari Venster
  2. Je eigen Johari venster onthullen en je “arena” zo groot en open mogelijk maken, doe je via deze opdracht. Je gaat ter voorbereiding stap 1 en 2 voor jezelf invullen (zie Canvas)
  3. De docent gaat de klas in groepen verdelen.
  4. Week 3 gaan we stap 3 & 4 in klas uitvoeren!

Slide 34 - Tekstslide