Unit 6, lesson 1.2 Gerund/Some,Any

Welcome 2m1
Unit 6 
LAW AND ORDER
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome 2m1
Unit 6 
LAW AND ORDER

Slide 1 - Tekstslide

Today's goals
je kan uitleggen wat een gerund is en wanneer je de gerund toepast

Je kan het verschil tussen some en any herkennen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

 Unit 6
GERUND

De gerund (werkwoord + ing) gebruik je op drie manieren:
1) Als onderwerp, aan het begin van een zin.
Eating apples is healthy. 

2) na bepaalde werkwoorden als: love, like, hate, enjoy, stop, start, finish.
I love eating pizza.

3) na een voorzetsel (of, on, in, over, about etc.)
He went on about falling in love with her.

Slide 3 - Tekstslide

Do you think you understand 'the gerund'? Let's find out!

Slide 4 - Tekstslide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Gerund
ING-vorm
De gerund is een ing-vorm van een woord.
Gaming is fun!
I love singing.
I am good at playing soccer.

Slide 5 - Tekstslide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

 Gerund
ING-vorm
Je gebruikt deze vorm in 3 situaties:
Gaming is fun!
I love singing.
I am good at playing soccer.

> Als onderwerp van een zin.
> Na bepaalde werkwoorden.
> Na voorzetsels.

Slide 6 - Tekstslide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Gerund
ING-vorm
I love singing.

De gerund gebruik je na de volgende werkwoorden:
- love              - enjoy           - begin              - end
- hate             - like               - start                - finish

Slide 7 - Tekstslide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

 Gerund
ING-vorm
I am good at playing soccer.

De gerund gebruik je na voorzetsels, zoals:
- at              - of                  - with              - to
- after         - about          - in                   - from
- by             - on                 - for                 - like

Slide 8 - Tekstslide

Gerund?
"My friend is good at ... (to make) breakfast."
A
to make
B
make
C
makeing
D
making

Slide 9 - Quizvraag

Gerund?
"He likes ... (to read) books."
A
to read
B
read
C
reading

Slide 10 - Quizvraag

Gerund?
"She managed ... (to communicate) with them."
A
to communicate
B
communicate
C
communicating

Slide 11 - Quizvraag


Denk je dit onderwerp nu onder de knie te hebben?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
D
Ik snap er niks van.

Slide 12 - Quizvraag

Let's gets started
Unit 6: lesson 1 Reading
In class: exercises 4, 7 and 8
page 96-101
Homewoke Exercises: Practise More grammar (ONLINE)


timer
15:00
timer
8:00

Slide 13 - Tekstslide

Did you...?
FINISH:
lesson 1
Exercises: 1 t/m 9


STUDY:
Vocabulary 6.1
Grammar:  Gerund
                       Some/Any

Slide 14 - Tekstslide

Homework 
FINISH:
lesson 1
Exercises: Practise More grammar

STUDY:
Vocabulary 6.1
Grammar: ) 
6.1 (gerund)
6.2 Some/Any

Slide 15 - Tekstslide