WISK X HOOFDSTUK 2 Meetkunde 1 - Les 2.4 Ruimte figuren

• NT2
• Secundair onderwijs

WISK - X

Hoofdstuk 1

HOOFDSTUK 2 

Meetkunde 1

LES 2.4

Ruimtefiguren

Uitleg tekens in je boek

• Nieuwe woorden.  
• Oefening met de klas.
•  Nazeggen.
•  Leren. 
• Invuloefening/trek een lijn
• Kleuren. 
• Oefening met een vraag. 
• Oefening met zoeken. 
• Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
•  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
• Spel. 

Nieuwe woorden

• kubus 
• balk
• balk
• bol
• cilinder
• kegel
• prisma

• piramide
• ribbe
• grensvlak
• hoekpunt
• gebogen
• plat
• top

Nazeggen

• kubus 
• balk
• balk
• bol
• cilinder
• kegel
• prisma

• piramide
• ribbe
• grensvlak
• hoekpunt
• gebogen
• plat
• top

Bespreek met de klas

• Zijn er in het lokaal ook ruimte figuren te vinden. Probeer ze allemaal te vinden.
• Wat is het verschil tussen vlakke figuren en ruimtediguren?
• Welke vorm heeft het lokaal?
• Hoeveel ribben en grensvlakken heeft het lokaal?
• Hoeveel grensvlakken heeft een cilinder? Hoeveel daarvan zijn gebogen en hoeveel plat?
• Heeft een bol ook hoekpunten, ribben en grensvlakken?
• Wat is het verschil tussen een kubus en een balk?
• Uit welke ruimtefiguren bestaat jouw potlood / pen?

Hoe heet dit ruimte figuur?

Hoeveel ribben heeft het figuur?

Hoeveel hoekpunten heeft het figuur?

Kleur het gebogen grensvlak groen.

Kleur het bovenste grensvlak rood.

Er bestaat een ruimtefiguur met nul ribben.

1. waar
2. niet waar

Een kubus heeft 4 grensvlakken

1. waar
2. niet waar

Een rechthoek is een ruimtefiguur

1. waar
2. niet waar

Een cilinder heeft meer grensvlakken dan een bol.

1. waar
2. niet waar

Een ribbe is een lijn tussen twee hoekpunten.

1. waar
2. niet waar

Een balk is het zelfde als een kubus.

1. waar
2. niet waar

Extr

Taak Les 2.4 Ruimtefiguren

• Maak de taken van Blz. 69 tot en met blz. 71
• Doe dit in stilte (stoplicht)

• Heb je de taken niet af dan is het huiswerk
  
• Als je de taken af hebt laat je dit aftekenen/zien.

Uitleg tekens in je boek

• Nieuwe woorden.  
• Oefening met de klas.
•  Nazeggen.
•  Leren. 
• Invuloefening/trek een lijn
• Kleuren. 
• Oefening met een vraag. 
• Oefening met zoeken. 
• Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
•  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
• Spel.