5.5: Omtrek en oppervlakte cirkel

Hoofdstuk 5
OMTREK EN OPPERVLAKTE
RECHTHOEK, DRIEHOEK, CIRKEL

LESSONUP: inloggen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
OMTREK EN OPPERVLAKTE
RECHTHOEK, DRIEHOEK, CIRKEL

LESSONUP: inloggen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

WAT IS DE OMTREK VAN DEZE RECHTHOEK
A
3 cm + 5 cm = 8 cm
B
3 cm + 5 cm + 3 cm + 5 cm = 16 cm
C
3 cm x 5 cm = 15 cm²
D
0,5 x 3 cm x 5 cm = 7,5 cm²

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

De oppervlakte van een rechthoek.
A
Zijde x bijbehorende hoogte
B
zijde + zijde + zijde + zijde
C
½ x zijde x bijbehorende hoogte
D
Lengte x breedte

Slide 6 - Quizvraag

WAT IS DE OPPERVLAKTE
VAN DEZE RECHTHOEK
A
3 cm + 5 cm = 8 cm
B
3 cm + 5 cm + 3 cm + 5 cm = 16 cm
C
3 cm x 5 cm = 15 cm²
D
0,5 x 3 cm x 5 cm = 7,5 cm²

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

De formule voor de oppervlakte van een driehoek.
A
Zijde x bijbehorende hoogte
B
zijde + zijde + zijde + zijde
C
0,5 x lengte x breedte
D
0,5 x zijde x bijbehorende hoogte

Slide 9 - Quizvraag

WAT IS DE OPPERVLAKTE
VAN DE DRIEHOEK
A
3 cm + 5 cm = 8 cm
B
3 cm + 5 cm + 3 cm + 5 cm = 16 cm
C
3 cm x 5 cm = 15 cm²
D
0,5 x 3 cm x 5 cm = 7,5 cm²

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoel: oppervlakte cirkel


 Aan het eind van de les kun je de oppervlakte van een cirkel berekenen.

Slide 12 - Tekstslide

Weten jullie nog welke wiskundige woorden er bij cirkel passen..

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Diameter (d) en Straal (r)
Een lijn van de ene naar de ander kant 
van de cirkel door het middelpunt 
is de middellijn of de diameter

Diameter: 2 x de straal (straal is helft middellijn)

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Oppervlakte van een cirkel = 
π x straal x straal

π = 3,14 (knop op rekenmachine)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van de cirkel
A
π x 11 cm
B
π x 22 cm
C
π x 11 cm x 11 cm
D
π x 22 cm x 22 cm

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Welke som hoort bij de oppervlakte?
A
π x 8 cm
B
π x 4 cm
C
π x 8 cm x 8 cm
D
π x 4 cm x 4 cm

Slide 21 - Quizvraag

Welke som hoort bij de oppervlakte?
A
π x 7 cm
B
π x 14 cm
C
π x 7 cm x 7 cm
D
π x 14 cm x 14 cm

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Om te onthouden:
omtrek cirkel = π x diameter (3,14 x diameter)
2πr (en hier gebruik je cm)

oppervlakte cirkel: π x straal x straal 
πr² (want straal x straal = straal²: daarom ook cm²)

HUISWERK: OPGAVEN 56 T/M 65 (Bladzijde 33)

Slide 24 - Tekstslide