3.2 Krachten meten

3.2 Krachten meten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Krachten meten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

3.2.1 Je kunt het verband beschrijven tussen de uitrekking en de kracht op een veer.
3.2.2 Je kunt uitleggen hoe je krachten kunt meten met een krachtmeter (veerunster).
3.2.3 Je kunt de zwaartekracht op een voorwerp berekenen als de massa is gegeven.
3.2.4 Je kunt een kracht tekenen op een gegeven of een zelfgekozen krachtenschaal.
3.2.5 Je kunt uitleggen dat g op elke planeet of maan weer een andere waarde heeft. (extra stof)

Slide 2 - Tekstslide

Spiraalveer
Als je aan een spiraalveer trekt rekt deze uit. 

Hoe groter de kracht hoe verder de veer uittrekt.

Als je elke keer een gewichtje aan de veer zou hangen rekt deze steeds verder uit.

Slide 3 - Tekstslide

Je meet elke keer de uitrekking vanaf de nulstand.
Er zit een logisch verband tussen de uitrekking en de hoeveelheid gewichtjes.

Slide 4 - Tekstslide

Rechtevenredig verband
Kracht x2 -> Uitrekking x2

De uitrekking geeft dus aan hoe groot de kracht op de veer is. Dat betekent dat je met een spiraalveer de grootte van de kracht kunt meten.

Slide 5 - Tekstslide

Oefenopdracht
Een veer heeft een beginlengte van 40 centimeter

Als er een kracht van 25 Newton op de veer gezet wordt is de lengte 45 centimeter.

Wat wordt de lengte van de veer als er met een kracht van 50 Newton aan de veer getrokken wordt?

Slide 6 - Tekstslide

Oefenopdracht
Bij een kracht van 25 Newton 
is de uitrekking van de veer is 5 centimeter

Als de kracht 2x zo groot wordt, 
    wordt de uitrekking ook 2x zo groot
    (dus 10 centimeter)

De totale lengte van de veer is dan 50 centimeter

Slide 7 - Tekstslide

Oefenopdracht 





Bepaal de massa van de steen.

Slide 8 - Tekstslide

Oefenopdracht 
De zwaartekracht op een massa van 50 gram veroorzaakt een uitrekking van 5 cm.


De steen veroorzaakt een uitrekking van 20 cm.

De massa van de steen is dus 200 gram     (4x zo groot)

Slide 9 - Tekstslide

Krachtmeter
je kan krachten meten met een krachtmeter.

In een krachtmeter zit een veer die de kracht meet dit noem je een veerunster.

Slide 10 - Tekstslide

Sommige krachtmeters hebben een slappe veer die gemakkelijk uitrekt. 
Er zijn ook krachtmeters met een stugge veer. Die gebruik je als je grotere krachten moet meten.

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende krachtmeters

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel Newton geven de meters aan?

Slide 13 - Tekstslide

a=0,67 N       b= 3,8 N          c= 6,9 N

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Zwaartekracht
Bij alles wat je optilt voel je een kracht. 

Dit is zwaartekracht.

Hoe kleiner het gewicht hoe minder zwaartekracht

Slide 16 - Tekstslide

Zwaartekracht  Fz
Je kunt de zwaartekracht op een voorwerp berekenen met de formule:

Zwaartekracht = massa van het voorwerp x sterkte van de zwaartekracht

of in symbolen:
Fz=mg

Slide 17 - Tekstslide


In deze formule is:
  • Fz   de zwaartekracht op een voorwerp
  • m    de massa van het voorwerp in kilogram (kg)
  • g     de sterkte van de zwaartekracht in newton per kilogram (N/kg)

Het symbool g komt van gravitatie = zwaartekracht. Op aarde heeft g de waarde 10 N/kg, waar je ook bent.
Fz=mg

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Hoe groot is de zwaartekracht op een mens van 60 kg?

  • Gegeven: m = 60 kg (en g altijd 10 N/kg op aarde)
  • Gevraagd: Fz = ?
  • Uitwerking: Fz = m * g = 60 x 10 = 600 N

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Zes appels hebben samen een massa van 800 gram.
Bereken de zwaartekracht op de appels.

  • Gegeven: m = 800 g = 0,8 kg (en g altijd 10 N/kg op aarde)
  • Gevraagd: Fz = ?
  • Uitwerking: Fz = m * g = 0,8 x 10 = 8 N

Slide 20 - Tekstslide

Zwaartekracht op andere planeten
Hemellichaam
waarde van g
Aarde
10 N/kg
Maan
1,6 N/kg
Mars
3,7 N/kg
Mercurius
3,7 N/kg
Venus
8,9 N/kg

Slide 21 - Tekstslide

Op Mercurius is g = 3,7 N/kg. Hoe groot is de zwaartekracht op een persoon van 100 kg op Mercurius?
A
3,7 N
B
1000 N
C
100 N
D
370 N

Slide 22 - Quizvraag

Lezen: 3.2 Krachten meten

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Kun je krachten zien?
A
Ja altijd
B
nee nooit
C
Soms

Slide 26 - Quizvraag

Hoe teken je een kracht
A
met een potlood
B
als een pijl
C
met een lineaal
D
met kleurtjes

Slide 27 - Quizvraag

Als je aan de veer een blokje hangt rekt de veer uit. De lengte die erbij komt heet:
A
de veerlengte
B
de uitrekking
C
spiraalveer
D
Fz

Slide 28 - Quizvraag

Een veer is 8 cm lang. Bij 1 blokje aan de veer wordt het 9,5 cm. Hoe lang is het bij 5 blokjes?
A
13 cm
B
15,5 cm
C
17,5 cm
D
22,5 cm

Slide 29 - Quizvraag

Een stugge veer kan je
A
makkelijk uitrekken
B
moeilijk uitrekken

Slide 30 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met massa?
A
de hoeveelheid in kilogram
B
de hoeveelheid deeg voor een brood
C
het aantal newton

Slide 31 - Quizvraag

De eenheid van kracht is
A
kilogram
B
Fz
C
Newton
D
m

Slide 32 - Quizvraag

Hoe groot is de kracht op een peer van 250 g?
A
0,25 N
B
2,5 N
C
25 N
D
250 N

Slide 33 - Quizvraag

De krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N
Hoe lang teken je een kracht van
225 N?
A
11,25 cm
B
0,02 cm
C
4,5 cm
D
275 N

Slide 34 - Quizvraag

Welke schaal kun je het best gebruiken voor een kracht van 4.500 N
A
1 cm ≙ 1000 N
B
1 cm ≙ 500 N
C
1 cm ≙ 450 N
D
1 cm ≙ 2250 N

Slide 35 - Quizvraag

Een veer heeft in ongespannen toestand een lengte van 12,0 cm. Hoe groot is de uitrekking als de nieuwe lengte 15,0 cm is?
A
kun. je niet weten
B
3,0 cm
C
12,0 cm
D
15,0 cm

Slide 36 - Quizvraag

Krachtenschaal
De kracht wordt met een pijl getekend. 
een andere naam voor pijl is vector.

Als je een vector moet tekenen moet dit vaak met een schaal

Slide 37 - Tekstslide

Krachtenschaal
Komt overeen met

Slide 38 - Tekstslide

Maken: 3.2 Krachten meten

Slide 39 - Tekstslide