Hindoeïsme paragraaf 5

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Paragraaf 5 Hindoeïsme

Welkom

Herhaling

Paragraaf 5 uitleg

Bespreken we paragraaf 5 

Paragraaf 6

Wat bedoelen wij met reïncarnatie

1. Wanneer je ziel naar de hemel gaat
2. Wanneer je ziel naar de hel gaat
3. Wanneer je ziel terugkeert naar leven
4. Wanneer je ziel terugkeert naar je lijf

Wat bedoelen we met Dharma

1. Dat de mens taken en plichten heeft
2. Dat de mens wetten moet maken
3. Wanneer Je goede daden doet
4. Wanneer je ziel terugkeert het eeuwige

Op welke manier kun je Karma verdienen

1. Overgave
2. Goede daden doen
3. Lief zijn
4. Anderen helpen

Paragraaf 5

Het Hindoeïsme kent verschillende goden.

Zowel mannelijke, vrouwelijke en dierlijke goden. 

Goden kunnen allerlei karaktertrekken hebben, net zoals mensen.

Hindoes zien de hindoegoden als spelende wezens.

Dat betekent dat hindoes zeggen dat de mens het speelgoed is van de goden.

Op deze manier kunnen hindoes ook verklaren waarom en goed maar ook kwaad in de wereld is. 

Hoe noemen de hindoes de goddelijke vonk.

1. Atman
2. Brahman
3. Ziel
4. Vonk

Het bereiken van verlichting noemen we in het Hindoeïsme

1. Moksha
2. Nirwana
3. Jnana
4. Reïncarnatie

3 belangrijke goden

Brahma, Vishnoe en Shiva

deze horen bij elkaar, noemen we trimurti. 

Brahma = schepper van de wereld

Vishnoe = beschermer en zorgt voor de werkelijkheid

Shiva = zorgt voor vernietiging en dood en zorgt daarvoor ook voor nieuw leven

Ganesha

de olifanten god

Mensen vereren deze god omdat het problemen kan wegnemen. scholieren vereren hem omdat hij helpen zou bij toetsen en examens.

Goden

Goden worden vereerd in tempels

Veel hindoes hebben thuisaltaren

In het kastensysteem mag je niet altijd de tempel bezoeken.

Daarom zijn processies heel populair