Basisstof 4 Veiligheid in huis

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • absentie/ start les
  • theorie
  • zelf aan de slag
  • einde les/ check lesdoelen 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je
- wat onveilig gedrag betekent
- wat onveilige materialen zijn
- wat veiligheidsvoorschriften zijn
- veilig omgaan met elektriciteit
- veilig omgaan met schoonmaakmiddelen
- wat waarschuwingssymbolen zijn

Slide 3 - Tekstslide

Onveilig gedrag

Slide 4 - Woordweb

onveilig gedrag

Slide 5 - Tekstslide

Onveilig gedrag
=voorbeeld is onveilig gebruik van materialen. 
Zoals het bedienen van een zaagmachine zonder veiligheidsbril

Slide 6 - Tekstslide

Onveilige materialen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe voorkom je ongelukken? 
1. Lees altijd de gebruiksaanwijzing van apparaten 
2. Gebruik alleen apparaten waarvan stekker en snoer heel zijn
3. Gebruik geen elektrische apparaten bij de douche of in bad
4. Jonge kinderen in huis? Gebruik kinderbeveiligingen
5. Ga je iets repareren aan een elektrischapparaat? Is de spanning eraf? 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

1. Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

2. Waar of niet Waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

3. Waar of niet Waar?
A
Waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat gebeurt er als er overbelasting is op de elektriciteit in huis
A
Er kan brand ontstaan
B
Stoppen slaan door
C
Niets
D
Er kan kortsluiting ontstaan

Slide 19 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van onveilig materiaal
A
Zoete limonade
B
Kapotte trap
C
Hoog opgeborgen medicijnen
D
Keuken in huiskamer

Slide 20 - Quizvraag

Je kind heeft chloor gedronken
Waar vraag je advies wat je moet doen?
A
De voedingswijzer
B
De gevarenwijzer
C
De schijf van vijf wijzer
D
De gifwijzer

Slide 21 - Quizvraag

Wat is kortsluiting?
A
Een enorme vonk bij het apparaat
B
Als iemand niet goed is bij zijn hoofd
C
Stroom loopt niet meer veilig door het apparaat
D
Als er thuis ruzie is

Slide 22 - Quizvraag

Waar bewaar je gevaarlijke stoffen voor kinderen
A
Hoog in een kast
B
In de gangkast
C
Laag in de kast
D
In de slaapkamer

Slide 23 - Quizvraag

Bij elk product zit een
A
Veiligheids- voorschrift
B
Een gebruiks- voorschrift
C
Een schoonmaak- voorschrift
D
Een houdbaarheids- voorschrift

Slide 24 - Quizvraag

Wat is grootste oorzaak van ongevallen thuis?
A
Onveilig materiaal
B
Onveilig gedrag
C
Onveilige sluitingen
D
Onveilige keuken

Slide 25 - Quizvraag

Welke kleur heeft gas?
A
wit
B
blauw
C
groen
D
geen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een zekering
A
Daar kun je geld vragen als er iets kapot gaat
B
Een beveiliging voor de elektriciteit
C
Een kindveilige sluiting
D
Een gas aansluiting

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent dit
waarschuwingssymbool?
A
Explosief
B
Gevaarlijk
C
Licht ontvlambaar
D
Giftig

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent dit waarschuwingssymbool?
A
Bijtend
B
Giftig
C
Gevaarlijk
D
Irriterend

Slide 29 - Quizvraag

Einde les

Huiswerk
Basisstof 4 maken!! 
Lezen: Blz 110 t/m 114
maken: blz 114 tm 118 Opdrachten 18 t/m 24 ( opdracht 23 niet)

Slide 30 - Tekstslide