Thema 5, les 4 Veiligheid thuis.

Thema 5: Thuis in je huis
Maandag 15 maart (1A en 2A)
Vrijdag 19 maart (1B)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: Thuis in je huis
Maandag 15 maart (1A en 2A)
Vrijdag 19 maart (1B)

Slide 1 - Tekstslide

Les 4 

Veiligheid thuis

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
Je kunt 

  • drie manieren vertellen hoe ongelukken in huis gebeuren
  • in je eigen woorden vertellen hoe je veilig schoonmaakmiddelen kunt gebruiken 
  • je huis kritisch op onveilige situaties bekijken

Slide 3 - Tekstslide

Ongelukken in huis 
Oorzaken:

1. Onveilig gedrag
2. Onveilige omgeving
3. Onveilig materiaal

Slide 4 - Tekstslide

1. Onveilig gedrag
Bijvoorbeeld verkeerd omgaan met gas of elektriciteit.
Onveilig gereedschap. 

Wist je dat  elektriciteit en water 
samen heel gevaarlijk zijn?
Dus nooit je föhn in de wasbak neerleggen! 

Slide 5 - Tekstslide

2. Onveilige omgeving 
Bijvoorbeeld kleine kinderen in huis:

- geen traphekje bij de trap
- geen kindersluiting op kasten 

Slide 6 - Tekstslide

3. Onveilig materiaal
Bij voorbeeld: 

- onveilige elektrische apparaten 
- giftige schoonmaakmiddelen tussen de frisdrank 

Wist je dat....de meeste ongelukken in huis gebeuren???? 


Slide 7 - Tekstslide

Hoe voorkom je ongelukken? 
1. Lees altijd de gebruiksaanwijzing van apparaten 
2. Gebruik alleen apparaten waarvan stekker en snoer heel zijn
3. Gebruik geen elektrische apparaten bij de douche of in bad
4. Jonge kinderen in huis? Gebruik kinderbeveiligingen.
5. Ga je iets repareren aan een elektrisch apparaat? Is de spanning eraf? 

Slide 8 - Tekstslide

Gevarensymbolen op schoonmaakmiddelen 

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent dit symbool
A
giftig
B
explosief
C
ontvlambaar
D
bijtend

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
giftig
B
explosief
C
ontvlambaar
D
bijtend

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
Giftig
B
Explosief
C
Schadelijk of irriterend
D
Bijtend

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
giftig
B
explosief
C
bijtend
D
schadelijk of irriterend

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool
A
giftig
B
explosief
C
bijtend
D
schadelijk of irriterend

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk


B/K
TL
Lezen
5.4 
5.4
Maken
5.4 Opdracht 37 t/m 45
5.4 Opdracht 18 t/m 22 en 24
Leren
Les 5.1 t/m 5.4
Les 5.1 t/m 5.4
Extra 

Slide 15 - Tekstslide