Commercieel 1 - Oganisatiebeleid 1 - Hfd 1 - oefentoets

Boek Organisatiebeleid 1- Toets
Hoofdstuk 1
20 vragen
(17 gesloten vragen / 3 open vragen)
45 minuten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Boek Organisatiebeleid 1- Toets
Hoofdstuk 1
20 vragen
(17 gesloten vragen / 3 open vragen)
45 minuten

Slide 1 - Tekstslide

'Een goed product verkoopt zichzelf'
of
'De consument laat zich leiden door de kwaliteit van het product',
zijn uitspraken die horen bij ..
A
Het productieconcept
B
Het productconcept
C
Het verkoopconcept
D
Het marketingconcept

Slide 2 - Quizvraag

Bij het marketingconcept ..
A
is het belangrijk dat je 'hard selling' toepast
B
staan de wensen van de consument centraal
C
laat de consument zich door de kwaliteit leiden
D
is het productieproces bepalend voor de verkoop

Slide 3 - Quizvraag

Voor de vragen zie volgende pagina's

Slide 4 - Tekstslide

De DESTEP-analyse is een analyse van de ..
A
Micro-omgeving
B
Meso-omgeving
C
Macro-omgeving

Slide 5 - Quizvraag

In de DESTEP-analyse staan de E' s voor ..
A
economische en ecologische factoren
B
externe en economische analyse
C
evalueren en extrapoleren
D
ergonomie en extravagantie

Slide 6 - Quizvraag

Onder de micro-omgeving vallen
A
Het eigen bedrijf / organisatie
B
De klanten
C
De concurrenten
D
De leveranciers

Slide 7 - Quizvraag

Het marketingbeleid is de manier waarop je jouw marketingdoelen wil bereiken
A
Waar
B
Onwaar

Slide 8 - Quizvraag

Hier zie je 2 voorbeelden van een confrontatiematrix
Ga naar de volgende pagina' s voor de vragen

Slide 9 - Tekstslide

Welke uitspraak over de SWOT-analyse is correct?
A
Eerst maak je de confrontatie-matrix, daarna doe je de SWOT-analyse
B
De Interne-analyse levert de S en de W
C
De externe analyse gaat alleen over de DESTEP-factoren
D
De O en de T hebben alleen te maken met de concurrentie

Slide 10 - Quizvraag

De confrontatie-matrix gebruik je om marketingstrategiën te bedenken
A
Waar
B
Onwaar

Slide 11 - Quizvraag

Je vergelijkt jouw omzetcijfers met de die van andere spelers in de branche. Dit noem je ..
A
Benchmarking
B
Trademarketing
C
Concurrentie-analyse
D
Externe analyse

Slide 12 - Quizvraag

Jumbo richt zich met één promotiecampagne op alle verschillende soorten consumenten tegelijk.
Dit noem je een ..
A
gedifferentieerde marktbenadering
B
ongedifferentieerde marktbenadering
C
geconcentreerde marktbenadering
D
niche-strategie

Slide 13 - Quizvraag

Een sportwinkelketen heeft een ski-shop aan haar formule toegevoegd en probeert nu ook de wintersportliefhebbers naar de winkel te trekken. Dit noem je ..
A
Marktpenetratie
B
Marktontwikkeling
C
Productontwikkeling
D
Diversificatie

Slide 14 - Quizvraag

Gebruik dit schema bij de volgende vraag

Slide 15 - Tekstslide

Action kan haar producten voor een zeer lage prijs aanbieden omdat ze de producten tegen de laagst mogelijke prijs inkoopt. Verder houdt ze haar exploitatiekosten zo laag mogelijk. Volgens Porter is dit de strategie van ..
A
differentiatiefocus
B
lagekostenfocus
C
differentiatie
D
kostenleiderschap

Slide 16 - Quizvraag

Welk instrument van de retailmix speelt voor een onlinewinkel, die van singlechanneling gebruikt maakt, een zeer kleine rol?
A
Prijs
B
Assortiment
C
Vestigingsplaats
D
Personeel

Slide 17 - Quizvraag

Bij het kiezen van een nieuw kapsel speelt smaak een belangrijke rol. Dit is een voorbeeld van een
A
psychografisch criterium
B
socio-economisch criterium
C
geografisch criterium
D
gedragscriterium

Slide 18 - Quizvraag

Een meubelwinkel in Groningen met merkmeubelen kiest voor een doelgroep met een boven-modaal gezinsinkomen en een gevoel voor een bijzondere vormgeving.
Hij maakt gebruik van de volgende segmentatiecriteria:
A
Geografisch en socio-economisch
B
Demografisch en socio-economisch
C
Gedrag en psychografisch
D
Socio-economisch en psychografisch

Slide 19 - Quizvraag

"Segmenteren op basis van behoeften betekent dat een consument op verschillende momenten tot verschillende segmenten kan behoren. Het ligt eraan welke behoeften hij/zij op een bepaalt moment heeft"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

"Directe concurrenten zijn bedrijven die precies hetzelfde doen als jij. Indirecte concurrenten zijn bedrijven die met een andere oplossing in dezelfde behoefte van de klant voorzien."

Door de corona-crisis zijn is de Efteling een indirecte concurrent geworden van TUI-reizen. Dit is ..
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de relatie tussen de SWOT-analyse en de confrontatiematrix?

Slide 22 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een strategisch marketingplan en een operationeel marketingplan?

Slide 23 - Open vraag

De autofabrikant Ferrari doet aan niche-marketing en heeft maar een paar dealers in Nederland. Wat wordt met niche-marketing bedoeld? Leg uit.

Slide 24 - Open vraag