Bespreken 2.3: het stroomgebied van Rijn

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

2.3: stroomgebied van de Rijn

welk begrip hoort bij de hele afbeelding

1. bovenloop
2. stroomgebied
3. waterscheiding
4. benedenloop

Hoeveel landen vallen binnen het stroomgebied van de Rijn.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

De Rijn is een ...

1. regenrivier
2. smeltrivier
3. gemengde rivier

Bovenloop

Middenloop

Benedenloop

Grind

Zand

Klei

verwering en erosie

erosie en sedimentatie

sedimentatie

Noem twee kenmerken van de bovenloop van de Rijn.

Horsten en slenken
Wat ligt hoog en wat ligt laag?

1. Een horst ligt hoog een slenk ligt laag
2. Een horst ligt laag en een slenk hoog
3. Een horst ligt laag en een slenk ook
4. Een horst ligt hoog en een slenk ook

Op de foto zie je de
.......................
van de Rijn

1. Bovenloop
2. Middenloop
3. Benedenloop

Hoe worden de bochten in een rivier genoemd?

1. Hoefijzermeer
2. Slenken
3. Meanders
4. Erosie

Leg kort uit waarom rivieren meanderen.

Hoogteverschil per km

Hoogteverschil tussen 2 punten

Schommelingen in het debiet

Hoeveelheid water die op een bepaald punt in de rivier stroomt

Verval

Verhang

Debiet

Regiem

Waardoor verandert het debiet door het jaar?
Veranderingen in de:

1. Temperatuur in het stroomgebied
2. Hoeveelheid sneeuw in het stroomgebied
3. Vegetatie in het stroomgebied
4. Neerslag in het stroomgebied

Groot verhang

m.n. sedimentatie

m.n. erosie

klein verhang

Meanders

v-dal

Vraag 2 traject 1: Bereken het verhang.
De bron ligt op 400 meter hoogte. Na 660 km stroomt de Maas op 45 meter langs Maastricht.

1. Verhang = 355 meter
2. Verhang = 0.54 m/km
3. Verhang = 660 km
4. Verhang = 1.85 km/m