H7.3 Moleculaire stoffen 3vwo

H7.3 Moleculaire stoffen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H7.3 Moleculaire stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor vandaag: 
Je gaat deze les zelfstandig doornemen. 
Zorg dat je alle vragen in deze les maakt. 
Op de laatste slide van deze les staat het huiswerk. 


Heb je vragen, stuur een berichtje naar Eva Kreft in Teams. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor vandaag
H7.3 gaat over de volgende onderwerpen: 

Wat zijn moleculaire stoffen? 
3 soorten bindingen
Covalentie
Hydrofiel en hydrofoob

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor vandaag
H7.3 gaat over de volgende onderwerpen: 

Wat zijn moleculaire stoffen? 
3 soorten bindingen
Covalentie
Hydrofiel en hydrofoob

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn moleculaire stoffen?
Kijk de video op de volgende slide, of klik op deze link: 
(kijk tot 1:26)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Moleculaire stoffen
Een moleculaire stof bestaat uit moleculen. Het bestaat uit verschillende niet-metaal atomen die aan elkaar zitten. 

  • Elementen zijn geen moleculaire stof, want die bestaan uit één of twee atomen van dezelfde soort. 
  • Metalen zijn geen moleculaire stof, want die bestaan alleen uit een rooster van metaalatomen. 
  • Zouten zijn geen moleculaire stof, want die bestaan alleen uit een rooster van ionen (dat zijn geladen atomen).  Hier leer je later meer over. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculaire stof
Geen moleculaire stof
Moleculaire stof of niet?
Aluminiumfolie
Suiker
Zout
Azijn
Methaan
Zuurstof

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen bevatten alleen niet-metaal atoomsoorten. 
Moleculaire stoffen geleiden geen stroom. 
Moleculaire stoffen hebben meestal een laag kookpunt en smeltpunt. 

Hoe komt dat? Dat wordt uitgelegd door de soorten bindingen die voorkomen in moleculaire en niet-moleculaire stoffen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor vandaag
H7.3 gaat over de volgende onderwerpen: 

Wat zijn moleculaire stoffen? 
3 soorten bindingen
Covalentie
Hydrofiel en hydrofoob

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bindingen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bindingen
In de video zie je 5 soorten bindingen: 
Atoombinding
Metaalbinding
Ionbinding
Vanderwaalsbinding
Waterstofbinding

Ionbinding hoef je nog niet te kennen. Metaalbinding, atoombinding en Vanderwaalsbinding ken je eigenlijk al een beetje.  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bindingen 
Je kan de 5 soorten bindingen indelen in twee groepen: 

Er zijn bindingen die plaatsvinden binnen moleculen, dus tussen atomen. Hierbij horen: atoombinding, metaalbinding en ionbinding. 

Er zijn ook bindingen die plaatsvinden tussen moleculen. Hierbij horen: vanderwaalsbinding en waterstofbinding

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindingen tussen atomen
Hiervan moet je atoombinding en metaalbinding kennen. 

Een atoombinding is een binding tussen twee verschillende 
atoomsoorten in een molecuul. De elektronen in deze binding 
zitten vast, dus moleculen met deze binding geleiden geen stroom. 
In een molecuultekening geven we een atoombinding weer met een 
streepje. 

Een metaalbinding is een speciaal soort atoombinding. Dit is een 
binding tussen metaalatomen. Bij deze binding kunnen elektronen 
van de metalen vrij rond bewegen. Daarom geleiden metalen stroom. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindingen tussen moleculen
Hiervan moet je Vanderwaalsbinding en waterstofbinding kennen. 

Een Vanderwaalsbinding is een binding tussen twee moleculen. Deze verbinding ontstaat eigenlijk door de zwaartekracht van de moleculen: de moleculen trekken elkaar aan. Hoe groter het molecuul, hoe groter de aantrekkingskracht en hoe moeilijker de verbinding weer te verbreken is. Daarom hebben grote moleculen een hoger kookpunt dan kleine moleculen.

Tussen de moleculen van moleculaire stoffen zitten Vanderwaalsbindingen. 


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies








De krachten die in het deeltjesmodel de moleculen bij elkaar houden, zijn de Vanderwaalsbindingen tussen de moleculen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindingen tussen moleculen
Een waterstofbinding, ook wel bekend als een waterstofbrug, is een binding tussen een H-atoom en een O-atoom of een N-atoom. 

Deze binding kan alleen gevormd worden tussen moleculen die 
een OH- of een NH-groep hebben. Deze groepen kunnen 
waterstofbruggen maken met andere stoffen die deze groepen 
ook hebben. Een waterstofbrug is een verbinding tussen een 
H-atoom en een O- of N-atoom.

Slide 18 - Tekstslide

Alleen voor 3vwo / 3gym
Voor vandaag
H7.3 gaat over de volgende onderwerpen: 

Wat zijn moleculaire stoffen? 
3 soorten bindingen
Covalentie
Hydrofiel en hydrofoob

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is covalentie? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Covalentie
Covalentie is het aantal atoombindingen dat een atoomsoort kan maken met andere atomen. Een atoombinding noemen we daarom ook wel een covalente binding
In een molecuultekening is dat het aantal streepjes rondom een atoom. 

In deze tabel zie je de covalentie van een aantal atoomsoorten: 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de covalentie van stikstof?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Valentie-elektronen
Hoe komt het dat verschillende atoomsoorten een verschillend aantal bindingen kunnen maken? 

Dat heeft te maken met het atoommodel van Bohr. 


Kijk de video op de volgende slide, of klik op deze link: 


Slide 24 - Tekstslide

Alleen voor 3vwo / 3gym

Slide 25 - Video

Alleen voor 3vwo / 3gym
Valentie-elektronen
De elektronen in de buitenste schil van een atoom kunnen goed bewegen. 
Deze elektronen kunnen gedeeld worden met andere atomen om een binding met dat atoom te vormen. Deze elektronen heten valentie-elektronen

Een atoom wil altijd zoveel mogelijk van zijn schillen volmaken met
elektronen. Als er niet genoeg elektronen daarvoor zijn, dan wil een 
atoom een binding maken met een ander atoom.  

In dit Bohr-model van een zuurstofatoom zie je dat er 6 elektronen 
in de buitenste schil zitten. Er kunnen maximaal 8 elektronen in de 
buitenste schil. Zuurstof wil dus twee elektronen delen, en kan dus twee bindingen vormen. 

Slide 26 - Tekstslide

Alleen voor 3vwo / 3gym






Hier zie je hoe atomen elektronen kunnen delen. 
Welk molecuul is dit?
Dit is een watermolecuul. Het middelste atoom is zuurstof (O), de twee ernaast zijn waterstofatomen (H). 

Slide 27 - Tekstslide

Alleen voor 3vwo / 3gym
Voor vandaag
H7.3 gaat over de volgende onderwerpen: 

Wat zijn moleculaire stoffen? 
3 soorten bindingen
Covalentie
Hydrofiel en hydrofoob

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicum olie, water en spiritus

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hydrofiel en hydrofoob
Een stof die hydrofiel is, wil graag met water mengen (hydro = water, fiel = houden van). 
Een voorbeeld hiervan is suiker of alcohol. 

Een stof die hydrofoob is, wil juist niet met water mengen (hydro = water, foob = bang zijn voor). 
Een voorbeeld hiervan is olie of vet. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je de molecuultekening van suiker. Waarom lost suiker goed op in water? Meerdere antwoorden goed
A
Suiker is hydrofoob
B
Suiker is hydrofiel
C
Suiker kan waterstofbruggen vormen
D
Suiker maakt een atoombinding met water

Slide 32 - Quizvraag

Alleen voor 3vwo / 3gym
Hydrofiele stoffen en waterstofbruggen
Waarom mengen hydrofiele stoffen wel met water en hydrofobe stoffen niet? 

Hydrofiele stoffen hebben een OH- of een NH-groep. Deze groepen kunnen waterstofbruggen maken met andere stoffen die deze groepen ook hebben. Een waterstofbrug is een verbinding tussen een H-atoom en een O- of N-atoom. 

Water heeft ook OH-groepen. Hierdoor kunnen deze stoffen goed met water binden. 

Hydrofobe stoffen hebben deze groepen niet, dus kunnen ze geen waterstofbruggen vormen. Daarom mengen ze niet goed met water. 

Slide 33 - Tekstslide

Alleen voor 3vwo / 3gym
De werking van zeep

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het hydrofobe deel van een zeepmolecuul?
A
De kop
B
De staart
C
Het midden
D
Het hele zeepdeeltje

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En wat is het hydrofiele deel van een zeepmolecuul?
A
De kop
B
De staart
C
Het midden
D
Het hele zeepdeeltje

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Emulgatoren
Om hydrofobe stoffen toch met water te laten mengen, kan je een emulgator gebruiken. 

Dit gebruik je ook om emulsies te mengen, want een emulsie is een mengsel  van twee vloeistoffen die niet mengen, dus van een hydrofiele en een hydrofobe vloeistof. 


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handen wassen tegen corona
Kijk de video op de volgende slide, of klik op de volgende link: 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van het zeepdeeltje bindt aan het coronavirus? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Het hydrofobe deel
B
Het hydrofiele deel
C
De kop
D
De staart

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werkt handen wassen tegen corona?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Polair en apolair
Deze video en uitleg is optioneel. Je mag het overslaan. 

Kijk de video op de volgende slide, of klik op deze link: https://www.youtube.com/watch?v=mCEWvIf7VgM&list=PLL3Eq8VNXo26XDeBNgttKX_z4IWlTIeKQ&index=11

Slide 43 - Tekstslide

Alleen voor 3vwo / 3gym

Slide 44 - Video

Alleen voor 3vwo / 3gym
Polair en apolair
Sommige moleculen hebben een hydrofiel én een hydrofoob deel. Deze moleculen noemen we polair. 

Moleculen die dit niet hebben, noemen we apolair. 

Emulgatoren zoals zeep hebben een hydrofiele kop en een hydrofobe staart. Deze moleculen zijn dus polair. 

Slide 45 - Tekstslide

Alleen voor 3vwo / 3gym
Voor vandaag
We hebben vandaag deze onderwerpen van H7.3 behandeld: 

Wat zijn moleculaire stoffen? 
3 soorten bindingen
Covalentie
Hydrofiel en hydrofoob

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Voor de volgende les: 
Kijk de tekst van paragraaf 7.3 nog eens door en lees de stukken die je nog lastig vindt. 

Maak deze opgaven van paragraaf 7.3: 
18, 20, 23, 25, 27, 29, 30

Slide 47 - Tekstslide

Huiswerk voor 3vwo / 3gym

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies