Bijzondere keuken les 1 Nederlandse keuken

Bijzondere keuken
Les 1: Nederlandse keuken 1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
KeuzevakSpeciaal OnderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Bijzondere keuken
Les 1: Nederlandse keuken 1

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les;
Aan het einde van deze les kan/ken ik:
- Nederlandse eetgewoontes benoemen.
- Een traditionele Nederlandse maaltijd herkennen en beschrijven.
- Een traditionele Nederlandse maaltijd bereiden. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Inleiding
- Oorspronkelijk een voedzame maaltijd voor arbeiders.
     - Veel landbouw en veeteelt = fysiek zwaar werk. 
- Later invloeden VOC tijd.
 

Slide 4 - Tekstslide

Nederlanse eetgewoontes
- Nederlandse keuken staat niet bekend om culinaire hoogstandjes
- AVG = Aardappelen, vlees, groente
- Groeiende welvaart
- Kern Nederlandse keuken intact, maar beïnvloed

Slide 5 - Tekstslide

Traditionele Nederlandse maaltijd
- 3 maaltijden per dag; ontbijt, lunch, diner
- Vroeger lunch grotere warme maaltijd


Slide 6 - Tekstslide

Ontbijt
- Meestal broodmaaltijd
- Boter -> vleeswaren, kaas of zoetigheid
- Bekende zoetwaren
- Drinken -> koffie, thee, melk of water

Slide 7 - Tekstslide

Lunch
- Broodmaaltijd, aangevuld met warm gerecht
- Nemen lunch van thuis mee

Slide 8 - Tekstslide

Diner/avondeten
- Traditioneel vlees met jus, aardappelen en gekookte groenten.
- Stamppot
    - Hutspot, boerenkoolstamppot, andijviestamppot
- Nagerecht/toetje
    - Vla, yoghurt, pap
- Tegenwoordig verandering ondergaan met buitenlandse invloeden


Slide 9 - Tekstslide

Snacks
- Nederland wordt gezien als land van snacks
- Gezonde en minder gezonde opties
- Warme snacks
    - Vooral in middag en avond

Slide 10 - Tekstslide

Typisch Nederlandse ingrediënten 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Kaas
- Veel veeteelt -> veel zuivelproductie
- Zuivel in elke maaltijd terug te vinden
- Kaas groots Nederlands export product
   - Goudse- en Edammerkaas

Slide 13 - Tekstslide

Groente
- Veel landbouw -> veel groenteteelt
    - miljarden kilo geëxporteerd
- Twee soorten teelt: vollegronds- en glasteelt





Slide 14 - Tekstslide

Vollegrondsteelt
- Weersafhankelijk
- Vindt plaats op het land
- Aardappelen, kool, wortelen, knollen, prei en andijvie.
   - Seizoensgebonden producten

Slide 15 - Tekstslide

Glasteelt
- Niet seizoensgebonden
- Vindt plaats in een kas
- Tomaten, komkommers, paprika's en bonensoorten

Slide 16 - Tekstslide

Asperges
- Noord-Limburg
- Twee soorten: witte- en groene asperges
- Groen groeit boven de grond, wit onder de grond
- Typisch voorbeeld seizoensproduct: begin april - eind juni

Slide 17 - Tekstslide

Aardappelen
- Geteeld op land
- Vanuit vroeger veel gebruikt
- Stamppot
- Nederlandse keuken

Slide 18 - Tekstslide

Haring
- Rijke vistraditie
- Haring
- Hollandse Nieuwe
   - Eerste jonge haring van het seizoen
- Happen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Overig te benoemen:
- Fruit
- Streekproducten zoals Texels lamsvlees, Zeeuwse oesters en -mosselen
- Drop
- Stroofwafels

Slide 21 - Tekstslide

Welke maaltijd is in Nederland het grootst?
In filmpje tussen 0:00 en 2:30
A
Ontbijt
B
Middageten
C
Avondeten
D
Tussendoortjes

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het bekendste gerecht uit de Nederlandse keuken?
A
Sushi
B
Spaghetti
C
Paella
D
Stamppot

Slide 23 - Quizvraag

Welke vis wordt Hollandse nieuwe genoemd?
A
Kabeljauw
B
Sushi
C
Haring
D
Zalm

Slide 24 - Quizvraag

Wat is stamppot?
A
Een salade met kip en avocado
B
Een soort brood gevuld met kaas
C
Een gerecht gemaakt van rijst en vlees
D
Een gerecht gemaakt van aardappels en groenten

Slide 25 - Quizvraag