H 2.1 Pinpas of portemonnee?

2.1 Pinpas of portemonee?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2.1 Pinpas of portemonee?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Pinpas of portemonnee? 
Na afloop van deze les ken/kan ik..
  1. ... opnoemen in welke twee vormen geld voorkomt
  2. ... een nieuw saldo berekenen
  3. ... twee ruilvormen opnoemen

Slide 3 - Tekstslide

chartaal [wettig (van betaalmiddel)] {na 1950} < middeleeuws latijn c(h)artalis [bij akte vastgelegd], van charta (vgl. kaart).

De betekenis giro ‘geldtransactie zonder contanten, het doen rondgaan van een wissel’ stamt uit Venetië uit de tweede helft van de 16e eeuw NB Giro d'italia

Hoe betaal jij het meest?
A
Contant
B
Pinpas

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt het meeste betaald?
A
Contant
B
Pinpas
C
Creditcard
D
Via mobiele telefoon (contactloos)

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Electronisch betalen
Betalen via internet, met je bankpas of met je telefoon.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte ruil
Je ruilt goederen en diensten voor geld.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe ruil
Je ruilt goederen en diensten voor andere goederen of diensten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort ruil zie je hiernaast?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anna en Nina ruilen pokémonkaarten tegen elkaar. Van welke vorm van ruil is hier sprake?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Saldo
Het bedrag dat op je rekening staat

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw saldo berekenen
                                   Oud saldo
                                + Ontvangsten
                                 - Uitgaven
                                    ------------
                                    Nieuw saldo

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je nieuwe Saldo?
Er staat € 200,-- op je rekening. Je koopt een nieuwe broek voor € 79, -- en ook een mooi boek voor € 29,50.
Je oppasgeld komt binnen € 25,-- en ook je kleedgeld € 75,--


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het nieuwe saldo?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het vorig Saldo?

huidig saldo = € 452


af : € 22

bij: € 36

af: € 180

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat was het vorig saldo?


huidig saldo = € 452


af : € 22

bij: € 36

af: € 180

oud saldo + ontvangsten - betalingen = nieuw saldo


oud saldo + 36 - 22 -180 = 452


dus: oud saldo = 452 - 36 + 22 + 180

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het vorig saldo?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vorig saldo?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Saldo samengevat!
  • Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - betalingen
  • Oud saldo = nieuw saldo - ontvangsten + betalingen
  • Wat is het verschil tussen beide berekeningen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Saldo
Directe ruil
Elektronisch betalen
Indirecte ruil
Geld gebruiken bij ruil
Betalen via internet of telefoon
Het bedrag wat nu op je rekening staat
Ruilen zonder geld

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk!

Maken t/m opgave 13
Samenvatting overschrijven en invullen

Leren paragraaf 2.1

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies